RUUD VORMER ZOALS VERWACHT
Ruud Vormer is na Boskamp en Rensenbrink de derde Nederlander die de Gouden Schoen wint
“Gewoon doorgaan. Kapotmaken.” Wat Ruud Vormer (29) ooit zei over Anderlecht, kon gisteren gerust opgaan voor de tegenstand op het Gala van de Gouden Schoen. De Bruggeling voerde een staatsgreep uit. Hij won, als antipode van de stylist, als tegenhanger van eigenlijk alles wat het gala wil uitstralen. Het verhaal van een oer-Brugse winnaar.
Ondergetekende is eigenlijk geen fan van clubs en spelers in hokjes te steken. Anderlecht dat champagnevoetbal moet spelen, Club Brugge dat soldaten boven creatievelingen moet gebruiken, de verontwaardiging wanneer Ajax het in Nederland zou aandurven om de klassiek-historische 4-3-3 af te schaffen. Het zijn oude wetten die ondertussen getransformeerd zijn tot clichés. Ze staan eerder in de weg dan in dienst van het voetbal.
Doe lekker normaal, joh
Maar dan heb je daar de Gouden Schoen. Een trofee die net leeft van het cliché, die teert op haar reputatie. De Gouden Schoen, zo klinkt het, is niet zomaar een trofee voor de beste voetballer van het kalenderjaar, aan de prijs hangt een randje blingbling, een randje x-factor, een randje goud. Zo wil men het toch. Wel, zelfs aan dat cliché lijkt gisteren een einde te zijn gekomen. Ruud Vormer is immers geenszins blingbling, heeft geenszins x-factor. Niet op en niet naast het veld. Buiten het voetbal geniet Vormer het liefst van rust. Een dutje na elke voormiddagtraining, nadien wat spelen met kinderen Valente en Julie en ’s avonds een avondje uit met vrouw Roos. Af en toe, zij werkt immers ook drie dagen in de week als spoedarts. Dan staat Ruud zelf samen met een nanny mee in voor het huishouden. Zwaar feesten? Doe lekker normaal, joh. Op het veld wordt die Vormer meer pitbull. Een Nederlander die kilometers vreet. Een speler die door een persoonlijk dal ging – het nichtje van zijn vrouw woonde in bij hem toen zij de strijd tegen kanker verloor. Een speler ook die groeipijnen had met zijn nieuwe status – kapitein werd hij niet zomaar toen hij de band kreeg. Maar die bovenal meer geniet van een heroverde bal dan van een piekfijne assist. Dat laatste is hij toch al gewoon. Het zijn zijn ongelooflijke statistieken voor een middenvelder – tien goals en negentien assists in het tweede kalendergedeelte – die Vormer deze trofee hebben opgeleverd. Niet het pitbull-zijn of de vele opgevreten kilometers. Dat is geen blingbling. Integendeel, zijn werkmansstijl werd door enkele analisten afgelopen week nog als reden aangehaald waarom hij de Gouden Schoen niet zou verdienen. Het cliché in stand houden, weet u wel. “Ik ben geen Izquierdo, hé”, reageerde Vormer wanneer men- sen hem voorlegden dat hij geen wow-voetballer is. Het klopt, Vormer is geen Izquierdo. Maar hij is nu wel een Jan Ceulemans, een Julien Cools, een Franky Van der Elst, een Timmy Simons. Brugse Gouden Schoen-winnaars die het cliché van de trofee met de grond gelijkmaakten. Ook niet slecht.
Geen Vormerland, matchday
Vormer kwam gisteren gewoon met de auto afgezakt naar het gala in het Brusselse Paleis 12, geflankeerd door een filmploeg van Club TV die hem tot en met het ontbijt vanochtend volgde. Bij elke camera deed hij vrolijk zijn zegje, zijn speech was onvoorbereid en oprecht, het feestje nadien kort en weinig memorabel, maar wel met veel aanwezige familie om zich heen. Club had enkel nog Timmy Simons en Hans Vanaken meegestuurd, samen met een handvol stafleden. Deze ochtend staat er in navolging van de laureaat van vorig jaar, José Izquierdo, ook geen heus Vormerland gepland. Dat is niet de stijl van de Nederlander en simpelweg onmogelijk door de ultrabelangrijke bekerconfrontatie met Standard vanavond. “Zo vroeg mogelijk thuis”, deelde Leko gisteren daarom nog zijn instructies mee aan zijn spelers. De laureaat van de avond luisterde gedwee. “Stiekem ben ik toch al hard bezig met die wedstrijd”, gaf hij nog eerlijk toe op de rode loper.
Wij eigenlijk ook.