“Nu alle pijlen op de weg”
Neemt afscheid van het veld met achtste en zesde plaats
Dat heet dan decompressie. Een week nadat hij op grandioze wijze de wereldtitel had gepakt, zette Wout van Aert zijn slechtste veldritweekend in maanden neer. Achtste in Lille, zesde in Hoogstraten. Twee keer was ene Mathieu van der Poel de snelste. Maar Van Aerts goed humeur kon dat niet vergallen. Zijn gedachten zitten al bij de Omloop en de rest van het Vlaamse voorjaar. “Dit weekend zat nog in de weg, maar ik ben blij dat ik mij vanaf nu nog maar op één ding moet richten: het voorjaar.” Had Wout van Aert er in zijn laatste veldritweekend van het seizoen meer van verwacht? “Toch wel”, gaf hij toe. “Ik wilde mijn regenboogtrui nog één keer tonen. Dan hoop je toch op iets anders.” Maar een verrassing waren zijn matige prestaties niet. Toch niet voor Van Aert zelf. “Ik ben vorige week naar Spanje vertrokken en heb vijf dagen niet getraind en naar niets gekeken: eten, drinken, rondlopen… Dat doe je niet ongestraft. Wie een weekend wat minder is, zakt snel een paar plaatsen terug. Ook ik.” In het geval van Van Aert betekende dat ditmaal zelfs geen podiumplaats. Terwijl zijn grote concurrent Mathieu Van der Poel zowel in Lille als in Hoogstraten wel weer al de rest op ruime afstand reed, moest Van Aert het stellen met een achtste en een zesde plek. Maar hij liet het niet aan zijn hart komen. “Natuurlijk doet dat een beetje pijn, maar ik heb mij hoe dan ook geamuseerd.”
25.000 euro minder
Grote vraag: had het eigenlijk wel zin om dit veldritweekend er nog bij te nemen? Over minder dan twaalf dagen begint Van Aert in de Omloop al aan een goed gevuld wegprogramma. Waarom niet vorige week, na die wereldtitel, er meteen mee kappen? Het had hem meer tijd gegeven om de overstap van veld naar weg te maken. Van Aert gaf toe dat het louter vanuit sportief oogpunt geen dwaze gedachte was. “En waren de twee crossen van dit weekend in de Vlaanders gereden”, verwees hij als Kempenaar naar de provincies Oost-en West-Vlaanderen, “dan zou ik meteen definitief naar de wegfiets gegrepen hebben. In die zin zat dit weekend inderdaad in de weg. Maar in Lille, in eigen dorp, moest ik rijden. Ik kan het niet maken om daar weg te blijven. Ook al is het goed dat dit nu achter de rug is. Ik hoef mij nu nog maar op één ding te focussen: de weg.” Dat de renners tegen wie hij het dit weekend opnam wel nog twee weken doorgaan, neemt Van Aert er bij. Ook al kost het hem een flinke duit. Vandaag staat hij nog altijd tweede in het klassement van de Superprestige. Door komende zaterdag niet te starten in Middelkerke zakt hij terug naar (wellicht) de vijfde plek. Tel daar nog wat startgelden bij en Van Aert laat met zijn gedeeltelijke keuze voor de weg alleen al volgende week naar schatting 25.000 euro liggen. “Maar dat had ik op voorhand ingecalculeerd”, zegt de wereldkampioen. “Dat gaat niet alleen over Middelkerke. Als ik uittel wat ik dit seizoen laat liggen, mag je dat bedrag maal vijf of maal zes doen. Maar dat hoort erbij als je deze keuzes maakt.”
“12 dagen is te weinig”
Een keuze die begint met de Omloop. Al zal die wedstrijd sowieso te vroeg komen, weet Van Aert. “Twaalf dagen is gewoon te weinig”, knikt hij. “Ik wil in de Omloop vooral starten omdat het een heel mooie koers is en ik er veel hoop te leren. Maar verder zal ik vooral in dienst van de ploeg rijden, zeker met Sean De Bie die goed in vorm is.” En wat we na die Omloop mogen verwachten? “Mij ga je nooit horen zeggen dat ik grote ambities heb”, besloot hij. “Anderen denken misschien dat het direct gaat lukken of dat ik meteen rij voor te winnen. Maar mijn ploeg en ik beseffen heel goed dat het niet zo gemakkelijk zal gaan.”