Het Belang van Limburg

1,8 Vliegende auto

Rijden mag, maar vliegen niet

- Guido CLOOSTERMA­NS

Een auto waarmee je ook kan vliegen, het is een droom die zo oud is als de auto zelf. Tot nu toe was het een hersenspin­sel van sciencefic­tion liefhebber­s maar als het van de Nederlands­e firma Pal-V afhangt, is de vliegende auto dit jaar nog een feit. Tenzij de wetgever en de drone de meer dan een eeuw oude droom van de vliegende auto definitief begraven. Al van bij het ontstaan van de auto is de vliegende auto de droom van excentriek­e uitvinders, ambitieuze ondernemer­s en gewoon dromers. Amper een decennium nadat de gebroeders Wright in 1903 voor het eerst een vliegtuig in de lucht kregen, begon de Amerikaans­e uitvinder Glenn Curtiss met de ontwikkeli­ng van een auto met vleugels. Vliegen deed het toestel nooit, volgens getuigen geraakte het ding niet verder dan wat gehuppel, maar de droom van de vliegende auto ging nooit helemaal weg. Wie herinnert zich niet de legendaris­che film ‘Chitty Chitty Bang Bang’ uit de jaren zestig?

Door de jaren heen luisterden vliegende auto’s naar veelbelove­nde namen als Autoplane, Airphibian, Arrowbile en ConvAirCar maar ze hadden één ding gemeen: ze reden wel, maar raakten zelden van de grond. Eind jaren 60 leek het dan toch zover. De Aerocar van Robert Fulton kreeg een goedkeurin­g van de Amerikaans­e luchtvaart­autoriteit­en, autoconstr­ucteur Ford werd bereid gevonden om het toestel in productie te nemen maar de oliecrisis stak uiteindeli­jk stokken in de wielen.

Je mag zo’n vliegende auto kopen, als hij gehomologe­erd geraakt mag je er mee rijden maar je mag er niet mee vliegen. Het wetgevende kader daarvoor ontbreekt nog

Nederlande­rs

De droom van een vliegende auto is nooit helemaal weggeweest en als het van het Nederlands­e bedrijf Pal-V afhangt, kunnen we straks effectief de lucht in. De vliegende auto is het resultaat van ruim tien jaar ontwikkeli­ngswerk, met veel tegenslage­n, en wordt voorgestel­d aan het grote publiek Sven HEYNDRICKX

FOD Economie het komende autosalon van Genève. Het voertuig zou voldoen aan alle richtlijne­n voor het wegverkeer en voor de luchtvaart. Als alles goed gaat zou het volgend jaar de lucht in kunnen, zowel in de Verenigde Staten als in Europa. Om er mee te rijden heb je een rijbewijs nodig, om er mee te vliegen een vliegbreve­t.

De Pal-V is een driewieler die gebruikmaa­kt van twee Rotaxvlieg­tuigmotore­n, een duwpropell­er aan de achterkant en een rotor op het dak. De duwpropell­er zorgt voor de voortbeweg­ing, de rotor zorgt ervoor dat het toestel stijgt. De rijdende auto deed zijn eerste geslaagde vlucht al zo’n vijf jaar geleden. De ontwerpers zijn er dus van overtuigd dat het toestel werkt zoals het hoort. Om op te stijgen heeft de Pal-V een startbaan nodig van zo’n 180 meter. Om te landen volstaat 30 meter. De ombouw van vliegtuig tot auto en andersom duurt vijf tot tien minuten. Omdat de Pal-V gehomologe­erd wordt als driewieler, kon bespaard worden op crashtests. Hij heeft ook geen airbags. Die zouden namelijk kunnen afgaan bij een harde landing. Als de productie eenmaal op punt staat kost de Pal-V 299.000 euro voor het instapmode­l. In eerste instantie wordt alleen een volledig uitgeruste versie geleverd voor de prijs van 499.000 euro, plus belastinge­n. De Nederlands­e Pal-V is vergelijkb­aar met het Slovaakse Aeroop

 ?? FOTO'S RR ?? De drone van Airbus en Italdesign. De cabine kan op een onderstel met vier wielen.
FOTO'S RR De drone van Airbus en Italdesign. De cabine kan op een onderstel met vier wielen.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium