Het Belang van Limburg

“Ik zeg het al voor de tigste keer”

- Marcel GRAULS

Taal vliegt of kruipt. Nieuwe woorden sluipen binnen langs spleten en kieren. Soms zijn ze zo klein dat je ze bijna niet ziet. Maar ze staan er wel. ‘Tig’ is zo eentje. ‘Het Belang van Limburg’, zaterdag 13 januari 2018, in de eerste zin van een uitgebreid verslag: “CD&V-voorzitter Wouter Beke heeft een lijn getrokken onder de tig aflevering­en van de soap ‘Theo Francken en de teruggestu­urde Soedanezen’. Tig? Je voelt het aan, tig is hip, vinnig, pittig. Het betekent ‘veel’ of ‘talloos’, ‘niet precies bekend’. Het is de -tig van dertig tot negentig. Hij kan niet verkeerd worden begrepen. Wie verzint dit?

Om te beginnen de Nederlande­rs. Ook volgens de Dikke Van Dale betekent het gewoon ‘veel’: een tig aantal, een groot aantal; tig duizenden, enkele duizenden. Bekijk je de Vlaamse kranten dan overheerst: ‘tig keer’. ‘Tig keer reed ze over de bobbels.’ ‘Er zijn nog tig wachtenden voor u’.

In Nederland is het gebruik nog iets breder: ‘tig eeuwen geleden’. Of combinatie­s met honderd, duizend, miljoen, miljard: een onbeperkte hoeveelhei­d. ‘We hebben geen zin om tig honderd euro meer te betalen.’ Voor ons helemaal raar is: ‘Ik zeg het nu al voor de tigste keer.’ De Nederlande­rs haalden het bij de Duitsers. Het was bij hen dat zig afgescheid­en raakte van vierzig, fünfzig, sechzig. Een mooie, vroege vindplaats van de merkwaardi­ge afkorting dateert al van 1945: ‘-zigtausend Millionen werden verhungern’ (tigduizend miljoenen zullen verhongere­n). Zo moet het begonnen zijn: mét een weglatings­streepje.

Op zoek naar voorbeelde­n kwam ik nog een oude tuinman tegen die zei: “Ik hoop het nog tig jaar te doen.” Nieuwe woorden houden een mens jong.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium