Net geen heldenrol voor Casteels
Bayern München blijft ongenaakbaar in de Bundesliga. Dankzij een 1-2-zege op het veld van Wolfsburg telt de nu al een voorsprong van 19 punten op dichtste achtervolger Dortmund. Al ging het zaterdag niet van een leien dakje tegen de ploeg van Divock Origi en Koen Casteels, die beiden aan de aftrap stonden. Pas in blessuretijd kon Lewandowski de beslissing forceren vanop elf meter. Eerder zag Arjen Robben zijn penalty knap gered door ex-Genkdoelman Casteels. Wolfsburg was na een 0 op 6 weggezakt naar de onderste regionen in de Bundesliga en begon het duel tegen de autoritaire leider met het mes op de keel. Te meer omdat de fanatieke fans uit de Nordkurve uit protest tegen de tegenvallende resultaten de eerste 19 minuten en 45 seconden wegbleven van hun plaats. “Anspruchsvolle Fans suchen motivierte Mannschaft” (Veeleisende fans zoeken gemotiveerd
Rekordmeister
team, nvdr.), stond er op een groot spandoek van de misnoegde supporters te lezen.
Origi en co hadden de boodschap duidelijk begrepen, want ze grepen Bayern meteen bij de keel. Al na acht minuten knikte Divadi de thuisploeg op voorsprong. Een voorsprong die in minuut 64 nog steeds op het bord stond. Bayern leek op weg naar het eerste puntenverlies sinds eind november, tot tien minuten na de rust de bal op de stip ging. Arjen Robben zette zich achter de bal maar Casteels tikte het leer knap uit de rechterbenedenhoek en tegen de paal. De Nederlander zette zijn misser echter quasi onmiddellijk recht toen hij een voorzet op het hoofd van Wagner schilderde: 1-1.
In de blessuretijd ging de bal wéér op de stip toen Robben na licht contact maar wat graag ging liggen in de zestien van Casteels. Ditmaal zette Robert Lewandowski zich achter de bal. Casteels koos opnieuw de goede hoek maar kwam net niet aan het leer. “Heel ontgoocheld”, reageerde Casteels na afloop bij Wolfsburg TV op de vraag hoe hij zich voelde. “Defensief kwamen we heel goed voor de dag en gaven we weinig weg tegen een sterke ploeg als Bayern. Dan is het eens zo zuur dat we met lege handen achterblijven.”