Het Belang van Limburg

“Veel kopmannen in ploeg is pluspunt”

Niki Terpstra, DE ERVAREN ROT van Quick Step Floors

- Bram VANDECAPEL­LE

Quizvraag: welke huidige prof werd in elke kasseiklas­sieker van de WorldTour al eerste of tweede? Van Avermaet? Geen podium in Dwars door Vlaanderen. Sagan? Zelfs geen deelname in Waregem. Niki Terpstra! De Nederlande­r probeert het zaterdag opnieuw tegen het legertje Belgen. “Jezus, Fitte. Je doet net alsof ik de voorbije jaren geen molshoop over kon.” Niki Terpstra (33) kreeg in Oman zodanig veel compliment­en over zijn klimvermog­en dat ploegleide­r Wilfried Peeters - al lachend - opperde om hem in maart en april in plaats van in de kasseiklas­siekers op te stellen in Catalonië en Baskenland. Maar de Spaanse organisato­ren moeten niet dromen. De Nederlande­r blijft focussen op zijn geliefde kasseien. Hij is zelfs de enige topper die de komende week zowel in de Omloop Het Nieuwsblad, Kuurne-Brussel als de GP Le Samyn start. “Dat heet gemotiveer­d zijn, hè.”

Vanwaar die drang?

“Vorig jaar beleefde ik geen al te best seizoen. Wel vierde in Gent-Wevelgem en derde in de Ronde van Vlaanderen, maar nadien lag mijn fiets meer op de grond dan dat hij recht stond. In Parijs-Roubaix was ik na een val van kop tot teen gekneusd. Een maand later brak ik vijf ribben in de Ronde van België.”

En dan was er in juli nog dat bizarre ongeval op ploegstage in Livigno.

“Het leek wel een film. Ik ging op mijn eentje wat mountainbi­ken en plots lag ik in de berm. Zeer vreemd. Ik weet nog altijd niet hoe dat is kunnen gebeuren. Mijn schouder was er erg aan toe. Ik heb het seizoen moeten afmaken met een ingetapete schouder.”

Niet handig om straks over de kasseien te knotsen.

“Er zit nog steeds een knobbel op mijn schouder. Dat heet een pianotoets. Maar ik heb er geen last van. Tijdens de Zesdaagse van Rotterdam had ik geen enkel probleem om Dylan van Baarle met een armzwaai te piloteren.”

Je bent een van de zeldzame wegrenners die in de winter nog een zesdaagse meepikt. Waarom doe je dat?

“De andere optie is een zoveelste stage in Calpe. Ik vind zo’n zesdaagse vooral leuk. Zeker die interactie met het publiek. De sfeer in Rotterdam is speciaal. In Gent is het publiek ook zeer enthousias­t, maar komen de mensen ook voor het biertje erbij. In Nederland is het publiek veel stugger. Ze komen enkel voor de wedstrijd.”

Jouw gelegenhei­dsploegmaa­t Dylan van Baarle zei achteraf met de ploegkoers van Tokio 2020 in zijn hoofd te zitten. Jij?

“Ik zeg niet neen. Het zit ook in mijn achterhoof­d. Maar laat mij eerst maar het parcours van de wegrit afwachten. Ik blijf in de eerste plaats een wegrenner.”

Zaterdag staan er 175 renners aan de start. Waarvan voor Quick Step Floors: Terpstra, Gilbert, Stybar, Gaviria, Lampaert, Devenyns en Keisse.

“Veel kopmannen hè. (lacht) Het wordt dringen.”

Een lastige situatie.

“Dat vinden jullie. Veel kopmannen in één ploeg ervaar ik als een pluspunt. De voordelen die ik daardoor heb gekregen, wegen nog altijd op tegen de nadelen.”

Zoals in Parijs-Roubaix 2014.

“En de Eneco Tour van 2016. Natuurlijk moest ik ook zelf trappen, maar als je zag hoe Quick Step in de achtergron­d de rem induwde... Dat was echt een teamzege. In de Ronde van Vlaanderen vorig jaar had ik ook superbenen, maar besloot Phil om een kunstwerkj­e te fabriceren. Op zo’n moment moet je realistisc­h zijn en tegen jezelf zeggen: Hopelijk is het volgende week andersom. Het is niet zo dat ik dan pissig ben.”

Staat zo’n Lampaert al op gelijke hoogte van jou in de pikorde?

“Als Yves zijn progressie kan doorzetten, lijkt het erop dat hij kopman wordt. Ik vind zijn vechtersme­ntaliteit geweldig. Hij kan zo fanatiek zijn in een wedstrijd. Dat heb ik ook. Ik zie hem ook wel eens kwaad worden. Ik begrijp dat volledig. Anderen dan weer niet en zo zit het spel op de wagen. En dan zit ik gniffelend toe te kijken.”

Je had vorig jaar ook naar een andere ploeg kunnen trekken om daar alleen kopman te worden, zoals Trentin bij Mitchelton­Scott.

“Ik zie mij niet snel bij een andere ploeg rijden. Het aanvallend­e koersgedra­g dat eigen is aan deze ploeg, zo ben ik ook.”

Was er ooit sprake van een vertrek?

“Natuurlijk praat je wel eens met andere ploegen als je einde contract bent. Maar ik ben nu 33. Ik zal geen tien jaar meer koersen. Waarom zou ik nu nog moeten veranderen? Ik ben bij deze ploeg groot geworden. Ook omdat het gewoon zo’n goeie ploeg is. Alles is prima geregeld, de sfeer is fantastisc­h en je hebt die unieke winnaarsme­ntaliteit.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium