Appartementen veroveren het Limburgse platteland
Dubbel zoveel flats in dorpskernen sinds 2005
In kleine Limburgse gemeenten is het aantal appartementen tussen 2005 en 2017 met 94% toegenomen. Dat blijkt uit cijfers van de Vlaamse Confederatie Bouw. “Flats zijn de oplossing voor de groeiende bevolking”, zegt directeur-generaal Marc Dillen. “Ook in landelijke gemeenten.” Appartementen worden massaal gebouwd in Vlaanderen. Hasselt-Genk is één van de sterkst groeiende regio’s. “Limburg maakt een inhaalbeweging”, zegt Dillen. In Hasselt kwamen er tussen 2005 en 2017 meer dan 4.000 appartementen bij, in Genk 2.000. De appartementisering van landelijke gemeenten is een recent fenomeen, volgens de Vlaamse Confederatie Bouw. In de kleinste gemeenten van Limburg is er een stijging van 94%. In de middelgrote kwamen er zelfs 97% meer flats. Bree, Overpelt, Heusden-Zolder en Halen zijn de sterkste groeiers als je het aantal nieuwe flats vergelijkt met het aantal nieuwe huizen. “Appartementen moeten in de dorpskernen gebouwd worden. In kleinere gemeenten is het daardoor visueel heel duidelijk dat er veel flats bij komen.”
Het aantal appartementen groeit gigantisch. Niet enkel in de steden is het aantal flats sinds 2005 sterk toegenomen. In de kleine Limburgse gemeenten is er zelfs een stijging van 94 tot 98 procent. “De appartemenisering van landelijke gemeenten is een nieuw fenomeen”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw. “Ook daar raken de bouwgronden stilaan op. De oplossing voor de groeiende bevolking zijn appartementen.” Appartementen schieten als paddenstoelen uit de grond. Dat blijkt nog maar eens uit de cijfers van de Vlaamse Confederatie Bouw, die de groei van het aantal huizen en appartementen tussen 2005 en 2017 in kaart brachten. In absolute cijfers is de regio Hasselt-Genk is een van de snelst groeiende regio’s in Vlaanderen. In Hasselt zijn er maar liefst 4201 flats bijgekomen, tegenover 1807 nieuwe huizen. Daarmee vervolledigt Hasselt de Vlaamse top vijf, na Antwerpen, Gent, Leuven en Oostende. Ook in Genk kwamen meer dan tweeduizend appartementen bij, ten opzichte van duizend huizen (zie tabel 1).
“In Limburg is er een kleiner aandeel appartementen dan in Vlaanderen, maar Limburg is wel een inhaalbeweging aan het maken”, zegt directeur-generaal Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw.
Bouwgronden
Volgens hem zijn er verschillende verklaringen voor de sterke groei. “Er zijn twee belangrijke tendensen”, zegt Dillen. “Ten eerste is de voorraad bouwgronden opgebruikt. De bevolking groeit, maar het aantal bouwgronden blijft gelijk. Daar- door worden de resterende percelen duurder. Zeker voor jongeren wordt een appartement financieel gemakkelijker bereikbaar. Anderzijds zijn er ook maatschappelijk trends die zorgen voor de appartementisering. Zowel bij jongeren als bij ouderen stijgt de behoefte aan appartementen. Er is gezinsverdunning: er zijn meer alleenstaanden. Door de vergrijzing zijn er veel meer ouderen. Ze verkiezen om kleiner te wonen, in de dorpskern dichtbij diensten en openbaar vervoer. Ze verhuizen van hun huis naar een appartement. Jonge gezinnen dromen nog wel van een vrijstaande woning met tuin, maar kunnen dat niet betalen. Daarom kopen ze maar een appartement. Soms is dat voorlopig, tot er kinderen zijn.”
Landelijk
Nog opvallender is de gigantische stijging van appartementen in de kleinere gemeenten. In de 25 procent kleinste gemeenten van Limburg is er maar liefst een stijging van 94 procent. In de middelgrote gemeenten van onze provincie, zijn er zelfs 97 procent meer flats dan in 2005 (zie tabel 2).
“Dat er zoveel appartementen bijkomen in de kleinere gemeenten, is een nieuw fenomeen”, zegt Marc Dillen. “In het verleden waren er in de landelijke gemeenten geen of weinig appartementen. Landelijke gemeenten zijn een inhaalbeweging aan het maken. Ook daar is de bouwgrond schaars geworden. Binnen het afgebakende woongebied, moeten meer mensen wonen. En appartementen zijn hiervoor de oplossing. Zo kan een gemeente binnen dezelfde oppervlakte meer gezinnen huisvesten.”
Appartementen worden in de dorpskern gezet. Zeker in kleinere gemeenten is het visueel heel duidelijk dat er veel appartementen bijkomen Marc DILLEN Vlaamse Confederatie Bouw
Dorpskern
Bree, Overpelt, Heusden-Zolder en Halen zijn in onze provincie de sterkste groeiers wat het aandeel flats ten opzichte van huizen betreft. Zo zijn er in Bree 858 nieuwe flats tegenover 506 nieuwe huizen
(zie tabel 3). “Als het aandeel van appartementen ten opzichte van huizen met 8 of 10 procent toeneemt, is dat een enorme evolutie”, benadrukt Dillen. “Appartementen moeten in dorpskernen gezet worden. Niet te ver buiten het centrum, dicht bij alles, in de buurt van een busstation. Zeker in kleinere gemeenten is het visueel heel duidelijk dat er veel appartementen bijkomen. In de jaren negentig was 65 procent van de bouwvergunningen voor huizen en 35 procent voor appartementen. Nu, twintig jaar later, is dat omgekeerd. Het is een uitdaging voor de politici om na de verkiezingen in oktober, werk te maken van een kwalitatieve verdichting. Door de bevolkingsgroei en de bouw van appartementen is er een verdichting van de huisvesting, maar de gemeente moet zorgen voor de aanleg van infrastructuur. Ze moeten investeren op het vlak van mobiliteit, parkeerplaatsen en openbaar vervoer.”