Kapel/kavel
BERINGEN -
Eerst dacht ik nog dat bijstaand koppel zich plots geconfronteerd zag met een onverwachte nieuwbouw op het stukje grond achter hun kapel, waar ze in woonden. Oké, klein behuisd en lichtjes bouwvallig, maar wel knus. Een authentiek minimonumentje waar nog wat renovatiewerk aan is. Maar toch; gezellig, zo voor een jong gezin met nog een heel leven voor de boeg. Jammer van de strak modernistische woning zo brutaal dichtbij achter hun altaar annex eettafel. Bleek het andersom te zijn. Op hun kavel staat een kapel, en het feit dat beide entiteiten slechts één letter verschillen maakt de zaken er niet makkelijker op. In feite zien we hier het Vlaamse woningprobleem samengevat in één oogopslag. De clash tussen traditioneel erfgoed (toegegeven, het is geen beschermd monument, maar het had wel gekund) en nieuwbouw die kampt met een nijpend plaatsgebrek. Dat beide werelden op twee meter van elkaar liggen, op eenzelfde lap grond dan nog, zegt iets over hoe benauwd de bouwbeluste Belg zich stilaan begint te voelen. D’r gaapt vrijwel exact honderd jaar tussen voor- en achtergrond, en die kloof zorgt voor wrevel. Dat de lap grond hen verkocht werd door een vorige eigenaar die min of meer speculeerde op het stilzwijgend in elkaar stuiken van het gebedshuisje, is ook veelzeggend. Als we lang genoeg niks doen, komt alles vanzelf goed. Het lijkt een gedachte die stilaan de infrastructuur van een hele natie heeft besmet.
De jongedame zegt dat de kapel wat hen betreft niet hoeft te verdwijnen, maar dat het misschien wel aardig zou zijn om het bouwsel in te kapselen in eenzelfde steen als die van hun huis. Iets zegt me dat het concept ‘kapel’ dan teniet gedaan wordt. Niks boven Boomse brik.
In het artikel wordt gesuggereerd dat de kapel er destijds gekomen is doordat precies op die plek vier jonge soldaten uit de Eerste Wereldoorlog begraven liggen. Dat gegeven doet ons toch anders tegen het probleem aankijken: in feite zien we hier een begraafplaats. Het bordje bovenaan geeft het ook al een beetje weg: ‘Bidt hier voor onze dierbare soldaten’, met een ‘a’ die nog wat twijfelde tussen sierlijk en leesbaar. Het is sierlijk geworden.
Niemand heeft er zich mee te moeien uiteraard, maar ik zou het zo laten. Een paar zonnepanelen op het zadeldak en aldus kunnen heden en verleden naadloos in elkaar overgaan.