“Ik voel me comfortabeler dan vorig jaar”
Dit is hem dan, de McLaren MCL33, de bolide waarmee Stoffel Vandoorne dit seizoen aan de slag gaat in de F1. Wat het meest opvalt? Een andere tint van oranje: papaya. “Historisch gezien de kleur van stichter Bruce McLaren”, weet Vandoorne. De halo natuurlijk, de verguisde veiligheidskooi rond het hoofd van de rijder. “Ik hou er niet van.” Maar veel belangrijker nog: de Renaultmotor, in de plaats van de vervloekte Honda. “Nu hebben we geen excuses meer.”
Een kleine drie maanden is het stil geweest in de F1. In de fabrieken niet, natuurlijk, want daar werd een race tegen de klok gereden om de nieuwe auto’s klaar te krijgen. Maar de motoren zwegen en de heren piloten hielden eerst wat vakantie en gingen daarna op stage om de conditie bij te spijkeren. Maar dat is allemaal voorbij. Het ene na het andere team presenteerde deze week de wagens voor het nieuwe seizoen. Hier en daar werden al schuchter een paar rondjes gedraaid tijdens filmdagen, zoals dat officieel heet. Echt testen mag immers pas vanaf maandag.
Het McLaren van Stoffel Vandoorne (25) haalde gisteren het doek van de nieuwe MCL33, en op een kleiner circuit in het Spaanse Navarra zette teammaat Fernando Alonso de eerste kilometers op de teller. Tijd om even bij te praten met onze Vlaming in de F1. Over zijn frustrerende debuutjaar. Over alles dat beter moet in zijn tweede seizoen. Maar ook over de winter van een F1-piloot: van de feestjes in Miami en Indonesië tot de fietstrainingen met renners als Mark Cavendish.
Heeft ze deugd gedaan, die vakantie? En is ze voor jou ook altijd te kort?
Stoffel Vandoorne: “Het is goed om eens een break te nemen en je hoofd eens een tijdje af te sluiten van de F1. Maar dat lukt me nooit volledig. De F1 is uiteindelijk je passie en je bent er altijd wel mee bezig. Ik ben ook nooit gestopt met trainen. Op Twitter en Facebook zag je misschien alleen maar foto‘s van vakanties en feestelijkheden, maar dat betekent niet dat ik niets deed. Half januari had ik mijn laatste dag in België voor de start van het seizoen, op 25 maart in Melbourne. Eerst had ik een trainingskamp in Marbella, samen met mijn trainer en een paar triatleten die daar wonen en waarmee ik train. Daarna ging de voorbereiding voort in Monaco, afgewisseld met sessies in de simulator in Engeland.”
Hoe ziet zo’n trainingsdag eruit?
“Meestal drie trainingen per dag. Voor het ontbijt een lichte sessie met mobiliteit, stretching en activation. Daarna volgt een cardiosessie, in mijn geval meestal 100 kilometer met de fiets. En dan in de late namiddag nog een fitnesssessie met kracht- en core-training.”
Wat houdt je fietstraining in? Waar gaan de trips heen?
Col de Madone (de trainingsberg van Lance Armstrong, nvdr.) doe ik regelmatig, al is die nu in de winter te koud. We hebben ook al veel zwaardere gedaan, zoals de Colle Melosa, 1600m omhoog in één keer. Soms rij ik mee met de wielerprofs die in Monaco wonen. Soms naar Ventimiglia, maar dat is te kort. Dat is een coffee ride. Meestal gaat het naar Sanremo, dat is onze vlakke rit, heen en terug ongeveer 100 kilometer. Ik heb twee fietsen van Specialised, een Roubaix en een Tarmac.”
Bevalt dat leven in Monaco jou?
“Ik mag niet klagen, hè. Ik kijk er altijd naar uit om na een Grand Prix terug naar Monaco te gaan. Het is er heel relaxed. Het weer is altijd goed, de temperaturen zijn perfect om te trainen. Ik heb daar alles wat ik nodig heb.”
De uithuizigheid, de vele vluchten, weegt dat nog niet?
“Dat is het lastigste van alles. Vooral het laatste deel van het seizoen, als je van Azië naar Amerika moet en dan weer naar het Midden-Oosten. Non-stop onderweg, als je al vijftien Grand Prixs gereden hebt, dat kruipt in de kleren. Voor de moeilijk bereikbare circuits - Sochi, Bakoe, Spielberg leggen de Monegasken samen een privé-vlucht in. Vroeger regelde Nico Rosberg dat, nu Max Verstappen.”
Dat moet leuk zijn, samen naar huis vliegen als je net voordien elkaar van de baan hebt gereden.
“Dat is nog niet gebeurd. In die jet wordt meestal niet veel over de koers gepraat.”
Hoe heb je je eerste F1-seizoen beleefd, en wat heb je eruit geleerd?
“Ik ben vorig jaar nieuwe dingen tegengekomen die ik in de lagere klassen nog niet had meegemaakt. Het was de eerste keer dat ik echt met problemen moest omgaan. Vooral de start van het seizoen was lastig. Door alle technische problemen had ik niet veel track time. Daarna was er een heel goede progressie, met betere resultaten en een paar WK-punten. Ik merk wel dat ik veel heb bijgeleerd: ik ken nu alle circuits, de relatie met het team en de ingenieurs is veel beter. Mijn manier van werken met het team gaat een beetje veranderen. Ik weet beter waarop ik moet focussen en waarover ik me geen zorgen moet maken. Er zijn gebieden waarop ik het team moet pushen, en andere waarop ik het beter met rust laat. Een extra jaar bagage helpt enorm veel. Ik voel me com“De fortabeler dan twaalf maanden geleden. Ik weet wat ik kan doen in de auto, ik weet welke punten ik moet verbeteren. Het was voor mezelf dan ook een rustigere winter dan vorig jaar.”
Was het een jaar vol frustratie?
“Ja en nee. Ik wist dat ik niet op die problemen moest focussen, omdat ik er toch niets aan kon veranderen. Ik moest gewoon leren en er het maximale uithalen. In het begin van het seizoen was het zeker niet perfect, maar ik heb grote stappen vooruit gezet. Mijn target voor 2018 wordt om op die progressie verder te bouwen.”
Was het moeilijk om te leren verliezen?
(lacht) “Dat is misschien iets dat ik niet wíl leren. In het begin was het moeilijk om daarmee om te gaan. In de jaren voordien reden we allemaal met dezelfde auto, en daardoor wist ik dat ik, als ik mijn job deed zonder domme fouten, elk weekend voor een overwinning kon vechten. Maar de F1 werkt helemaal anders. Elk team heeft een andere auto, en vorig jaar ging ik voor het eerst een seizoen in zonder te weten wat er mogelijk was. Wij hadden problemen, en in het begin was dat moei-
lijk om te accepteren. Maar geleidelijk aan ga je voor jezelf andere targets stellen, om jezelf motivatie te geven. In het tweede deel van het seizoen ging ik elke keer honderd procent gemotiveerd naar een koers, ook al wist ik dat zelfs één puntje niet mogelijk was.”
Ook nieuw in je carrière: voor het eerst had je een waardige teammaat naast je. Was Fernando Alonso kloppen zo’n target?
“Geen target, maar het heeft wel geholpen om extra motivatie te vinden. Ik heb waarschijnlijk de beste waardemeter uit de hele paddock naast me, maar als je je kan meten met de beste, is dat altijd positief. Iedereen kent de kwaliteiten van Fernando. En hij is een expert in het omgaan met moeilijkheden en minder goede auto’s, want hij heeft het al veel meegemaakt in zijn carrière. Ik heb kunnen zien hoe hij ermee omging.”
Hoe is je relatie met hem geëvolueerd?
“Onze relatie is goed. We doen er altijd alles aan om elkaar te verslaan, dat is de natuur van onze sport. Iedereen wordt altijd eerst vergeleken met zijn teammaat, de enige die dezelfde auto heeft.”
Die keren dat je hem klopte, zoals in Silverstone, merkte je dat dan aan hem?
“Toch wel, ja, aan zijn manier van doen zag je dat hij er niet blij mee was. Maar eigenlijk zaten wij nog in een vriendschappelijke situatie, want waar waren we eigenlijk voor aan het vechten? Voor een zevende of een achtste plaats, die eigenlijk niets betekent. Ik verwacht dat onze relatie zal veranderen zodra het om een podium of een overwinning gaat. Nu hebben we het gezamenlijke doel om het team vooruit te pushen, maar bij elk team zie je dat de relatie verandert zodra het om de wereldtitel gaat.”
Houden jullie contact buiten de Grand Prixs?
“Heel weinig. In de F1 leef je eigenlijk op elkaars lip, en dan ben je content dat je elkaar soms eens even niet ziet.”
De grote nieuwigheid bij McLaren is de nieuwe motor. De Honda is vervangen door een Renault. Het grootste probleem is weg.
“Het is te vroeg om te weten hoe groot de stap is die we met deze motor kunnen zetten. Maar de wissel is sowieso heel positief. We hebben nu dezelfde motor als twee andere teams en die vormen heel mooie vergelijkingspunten: Red Bull haalde vorig jaar podia en overwinningen en ook het fabrieksteam van Renault boekt vooruitgang. Dat legt wat meer druk op ons team. Maar dat is positieve druk, die McLaren de voorbije drie jaar niet had, omdat we het enige Honda-team waren. Het was makkelijk om altijd te zeggen dat het aan Honda lag, maar we wisten het nooit honderd procent zeker.
Nu zijn er geen excuses meer.”
Zorgt dat voor nervositeit?
“Geen nervositeit, maar ik voel wel dat het team beseft dat het crunch time is, het moment van de waarheid. Er moét gepresteerd worden.”
Red Bull won vorig jaar drie races met die Renaultmotor. Kan jij dit jaar al winnen?
“Het is nog wat vroegjes. Maar ik hoop dat we in die positie geraken.”
Stel dat die Honda nu plots begint te marcheren in de Toro Rosso. Is dat jullie grootste nachtmerrie?
“Een nachtmerrie niet. Op korte termijn is dit zeker een stap vooruit. Of het voor de lange termijn ook de oplossing is, dat weet ik niet. Daarvoor is het nog veel te vroeg.”
Wat kan je al zeggen over de nieuwe wagen?
“Dat hij er mooi uitziet. Dit zijn de kleuren waarmee onze stichter, Bruce McLaren, indertijd begonnen is. De identiteit van McLaren is oranje. En verder kan ik zeggen dat het team de hele winter hard gewerkt heeft. Deze auto is niet dramatisch nieuw, eerder een evolutie op de wagen van vorig jaar. Een paar slechte eigenschappen zijn weggewerkt, hoop ik. In de simulator voelt het goed aan, maar dat is in ideale omstandigheden. Met conclusies wachten we beter tot de eerste test, komende maandag. Als je na je eerste rondje de pits binnenrijdt, weet je het. Je voelt heel rap of een auto goed is of niet. Vorig jaar konden we geen kilometers maken door de motorproblemen. Nu mikken we op
500 kilometer per dag.”
De motorwissel is heel
laat beslist. Zorgde dat voor problemen bij het ontwerp en de productie?
“Nee, de beslissing is laat gevallen, maar nog net op het goede moment. Het chassis moest ingrijpend aangepast worden om die Renault erin te krijgen, maar we hebben geen weken verloren.”
Is het makkelijker werken met Fransen dan met Japanners?
“De communicatie verloopt alvast een stuk gemakkelijker. Met de Japanners was er toch een taalbarrière. Dat alleen al is een stap vooruit. Van bij de eerste ontmoeting met de ingenieurs van Renault merkten we dat we hun uitleg een stuk beter begrepen.”
De grootste nieuwigheid visueel althans - is de halo. Hoor jij bij de voor- of tegenstanders?
“Esthetisch gezien vind ik het niet mooi. Niemand, denk ik. Hopelijk zijn we het na drie of vier wedstrijden gewoon, zoals met de vorige grote reglementswijzigingen. Het is geen verrassing dat het nu op de auto zit, maar voor mij hoefde het allemaal niet. De F1 heeft een enorme weg afgelegd op het gebied van veiligheid en ik had geen enkel probleem zoals het was. De halo helpt in bepaalde si- tuaties, we winnen een aantal percenten. Maar hij lost niet alle problemen op. De piloten hebben een hoop vragen gesteld. Wat als we over de kop gaan? Kunnen we niet vast geraken in de auto? Nu zal de realiteit het moeten uitwijzen. Eigenlijk vind ik dat de auto’s ofwel open moeten blijven, ofwel helemaal gesloten. Nu zitten we tussen de twee. Ik denk dat dit een tussenstap is en dat we evolueren naar iets anders, wellicht gesloten cockpits. ”
In de winter train ik drie keer per dag, met daarbij een fietsrit van honderd kilometer van Monaco naar Sanremo
Stoffel VANDOORNE Het was geen gemakkelijk debuutjaar. Tot dan had ik elk seizoen geweten dat ik meedeed voor de zege en de titel. In de F1 moest ik plots andere doelen zoeken
Stoffel VANDOORNE
Vorig jaar kreeg Alonso geregeld nieuwe onderdelen die jij niet had. Gaat hij opnieuw een voorkeursbehandeling krijgen?
“Dat denk ik niet. De aanpak van het team zal veranderen. Vorig jaar waren we niet competitief, en het doel was zo snel mogelijk zoveel mogelijk te leren. Om te weten of we in de goede richting evolueerden, reden we dikwijls met twee verschillende auto’s. Als we dit jaar wel competitief zijn, zal de benadering wijzigen. Als er van een nieuw onderdeel maar één exemplaar beschikbaar is, zal het de ene keer naar Fernando gaan, de andere keer naar mij.”
Lewis Hamilton heeft zich vorige maand teruggetrokken van de sociale media, nadat hij een hoop drek over zich heen had gekregen. Pas jij nu extra op?
“Nee. Je moet natuurlijk weten wat je erop zet en wat niet. Ik heb er nog nooit problemen mee gehad. Ik onderhoud mijn social media nog allemaal zelf, omdat ik denk dat je fans het veel meer appreciëren als je het zelf doet in je eigen woorden. Zodra een mediabedrijf je social media account overneemt, merken je volgers meteen dat het je eigen berichten niet meer zijn.”