Frans Snijders
Snijders ziet zijn stad herleven en etaleert die heropbloei in zijn schilderijen van uitpuilende voorraadkamers. Ook dit schilderijtje zingt de lof van de vrede en haar rijke vruchten. Snijders’ fruit barst van sap - zie de opengesneden meloen. Maar: geen (stil)leven zonder dood. Met het kleine vogelkerkhof rechts geeft de schilder haar een plaats tussen het goede leven. (De vogels zijn overigens ook eetbaar.)
Beweging
De stilte is schijn. Takken breken eigengereid uit de mand met haar tralieachtige wilgentenen. Een diagonaal loopt van de twijg linksboven tussen de fazant en de patrijs rechtsonder door. Tegen de grijze achtergrond strijkt koel licht over de rondingen in de mand: de donzige druiven, de geaderde meloenschil, de harde peertjes. De artisjok met haar scherp belichte blaadjes vormt met het meloenenvlees een stilleven in het stilleven (dat even de precieze schilderijen van de latere Spaanse meester Luis Meléndez oproept).
Dans
Door vruchten en vogels af te snijden, suggereert de schilder dat de uitstalling aan weerszijden verdergaat. Ook de takken en ranken aan de bovenkant steken het schilderij uit. Kijk naar de arabesk van de druivenrank rechts en de hyperrealistisch geschilderde abrikozentak met zijn verdorde blaadjes en de bijna oplichtende, gevlekte vruchten. Ze lijken te dansen op een onhoorbare muziek. Barokke kamermuziek die in het vernieuwde Snijders-Rockoxhuis als bij wonderlijk toeval uit een belendende kamer klinkt.