Tim Wellens is de snelste... maar pas na de
Tim Wellens kan deze week meespelen voor de hoofdprijzen. Dat is wat we onthouden van de openingsrit van Parijs-Nice, die zich aankondigt als een ‘Koers in de regen’ in de plaats van een ‘Koers naar de zon’. Gisteren in Meudon was de Truienaar de laatste honderd meter veruit de snelste, maar hij kwam met zijn eindjump net iets te laat. Tim Wellens was de allereerste om in de autocar de sprint te herbekijken, waarin Arnaud Démare en Gorka Izagirre met het blote oog niet te scheiden waren. Volgens de finishfoto was er een verschil van 5 millimeter. Al was ook Démare stomverbaasd, want hij dacht dat hij tweede was geworden. “Begin ik er iets vroeger aan, dan was ik er toch heel dichtbij geweest”, mijmerde de eeuwige winnaar in Wellens. “Ik werd door mijn ploegmaten het best van allemaal afgezet. Ik vind het mooi dat de ploeg zoveel vertrouwen in mij heeft. Gezien hoe zo’n André Greipel me de hele dag uit de wind zette? Hij moet maandag sprinten, hè. André is een fantastische kerel, maar ik moet iedereen vernoemen. Om het in zo’n sprint af te maken, moet alles goed zitten. Dat was vandaag niet het geval. Ja, ik ben ontgoocheld. Het was geen aankomst voor supersprinters.”
Dag per dag
“Kort en krachtig: zo was de eerste etappe. In het begin was het koud, ja, zelfs voor een Wellens die van de regen houdt”, sprak hij in de derde persoon. “Op het einde was het beter. De finale was super hectisch. De sprint op die helling van twee kilometer was een beetje raar. Niemand reed achter Alexis Vuillermoz aan, die uiteindelijk ver voorop lag. Ik dacht dat die AG2R-renner gemakkelijk zou winnen, maar hij viel even hard stil. En dan wachtten ze zo lang om te beginnen. Was ik maar als eerste begonnen. Ik koos met