Van Aert verbaast vriend en vijand
De winnaar? Tiesj Benoot. Maar er was nóg een 23-jarige Belg die de wereld zaterdag met verstomming sloeg: Wout van Aert. Derde in zijn allereerste Strade Bianche, na een dag vol lef. Wat nu?
Hoe uniek is dit?
Zéér uniek. Dit was pas zijn derde wedstrijd op WorldTour-niveau. Zoals Benoot vooraf opmerkte: de besten in het Vlaamse werk, de besten in het Waalse werk én enkelen van de beste ronderenners kwamen aan de start. Hij had het parcours niet kunnen verkennen. Met zijn 23 jaar en zes maanden was hij één van de jongste renners aan de start. En hij heeft er een zwaar veldritseizoen opzitten.
Maakt hij kans in de klassiekers?
Nick Nuyens, zijn
baas
in
het veldrijden, vindt dat we hem respijt moeten geven. “Ik weet best dat we niet kunnen blijven zeggen: we zien wel wat het wordt. Maar laten we niet vergeten dat Wout geen enkele van die voorjaarswedstrijden al gereden heeft. Dit jaar mag het dus nog zonder grote verwachtingen.” Eén ding is zeker: het peloton zal hem niet meer als een underdog beschouwen. Van Aert: “Koersen zal vanaf nu anders zijn.”
Moet hij het veld opgeven?
Johan Museeuw en Fabian Cancellara smeekten hem afgelopen weekend om te stoppen met veldrijden. In het verleden beweerde Van Aert altijd dat hij te veel van de cyclocross hield. En – ook niet onbelangrijk: kon hij op de weg wel verdienen wat hij in het veld krijgt? Dat laatste lijkt steeds minder een argument te worden. Moet hij er toch maar eens over nadenken? “Ik denk veel na, hoor”, grijnsde Van Aert. “Natuurlijk smaakt dit naar meer. Maar ik zie het vooral als een luxeprobleem.”
Kan zijn ploeg hem houden?
Vrijdag op de persconferentie was Van Aert nog de vreemde eend in de bijt tussen Kwiatkowski en Sagan. Dat is voltooid verleden tijd. Hij staat nu op de radar van elke topploeg. Van Aert ligt nog tot 2019 onder contract, maar kan een relatief bescheiden procontinentale ploeg als Veranda’s Willems-Crelan deze jongen uit de WorldTour houden? “Ik besef dat dit de wereld rondgaat”, zegt Nuyens. “Maar de vrijheid die Wout bij ons krijgt, zal niet overal evident zijn. Toch ook niet onbelangrijk.”