“Iedereen vraagt wat mijn geheim is”
Lummenaar Wesley Theunis, kine van Benoot én Van Aert
Herinnert u zich nog de krachtige lendenrukken waarmee Wout van Aert het WK in Valkenburg op zijn naam schreef? En heeft u gezien hoe Tiesj Benoot met magistraal vertoon de Strade Bianche naar zijn hand zette? Wel, beide heren werden de dagen en weken ervoor door dezelfde Limburgse handen gekneed. Hallo, Wesley Theunis? Lummenaar Wesley Theunis is sinds enkele weken verzorger bij Lotto Soudal, nadat hij jaren Wout van Aert had bijgestaan in het veld. Begin februari masseerde hij nog de benen van de latere wereldkampioen, begin maart kneep hij het onderstel van Benoot tot winst in Toscane. Wesley Theunis: “Fantastisch hè. De telefoon heeft niet stilgestaan. Hela, wat doe jij eigenlijk met die mannen? Wat is je geheim? Het antwoord is simpel: niets speciaals. Ik ben maar een radertje in een groot geheel. Het zijn de renners zelf die het doen, niet ik. Maar ik kan niet ontkennen dat het deugd doet, zo twee knalprestaties op een rij. Ik heb Tiesj en Wout driemaal gezien tijdens de koers. En hoewel ik nu bij Lotto Soudal zit, heb ik Wout ook een drinkbus aangereikt op 40 kilometer van de meet. Zijn bidon was uit de houder geschud.”
Twee toptalenten
Dat de twee 23-jarigen superkanonnen zijn is Theunis al lang duidelijk. “Het zat eraan te komen dat Tiesj naar een knalprestatie toe fietste. De Strade Bianche was een doel voor hem. Als de rest klaarstaat om te gaan eten, kruipt hij nog op de rollen. Dat is het verschil. En hij kan op alle terreinen mee, of het nu kasseien, heuvels of bergen zijn. Talent zat. Hij is met zijn 70kg iets makkelijker te masseren dan Van Aert, die er 75 weegt. Dat merk je meteen ook aan de dikte van de benen en het werk dat je daar aan hebt. Ach ja… Dat ik de ploeg van Van Aert heb verlaten was wel even moeilijk, maar uiteindelijk moet ik mijn carrière uittekenen zoals die bij mij past. Van Aert scoort in ieder geval fantastisch en ik zie hem mits een goed trainings- en rustritme zijn vormpeil wel aanhouden tot Roubaix. We blijven in ieder geval contact houden. Zo zal ik hem geregeld nog wel eens masseren, wanneer het uitkomt.”