“Aan het eind van de wereld is iedereen een vreemdeling”
Sommigen jagen geld of liefde achterna, anderen hun droom. Neerpeltenaar Olivier Van Herck leerde snel bij als manager voor de stad Rotterdam. “Veel oudere collega’s zeiden: ‘Eens met pensioen, doe ik nog dit of dat.’ Terwijl sommigen juist erg ziek werden. En weg was de droom. Onze droom was een trage wereldreis. Het was nu of nooit.” Die droom heeft Olivier met vriendin Zoë per fiets en zeilboot tot Ushuaia gebracht, helemaal op het puntje van ZuidAmerika, onderin het mythische Patagonië: “Hier geldt de uitdrukking: Wie zich haast in Patagonië, ziet niks.” Op 30 september 2016 vertrekken ze met de fiets vanuit Amsterdam waar Zoë, een Nederlandse, op dat moment woont. Een strak plan is er niet echt. Gewoon naar het zuiden fietsen en dan in Spanje of Portugal proberen aan boord van een zeilboot te raken, de Atlantische Oceaan over, richting Zuid-Amerika. “We laten bewust veel open”, vertelt Olivier. “Als we één ding geleerd hebben, dan wel dat we ons geen overdreven verwachtingen mogen stellen. Want anders valt het tegen.”
Zuidelijker kan niet
Zo bereiken ze via Brazilië op 21 juli 2017 Argentinië. Op 21 december arriveren ze per fiets in Ushuaia, de meest zuidelijke stad ter wereld. Verderop ligt enkel nog Antarctica. “Je verwacht het niet na al die verlaten landschappen aan het eind van de wereld. Plots was er die toegangspoort met daarachter een grote stad met een grote haven. En we waren toe aan rust.” Die batterijen zijn nu weer opgeladen. Als alles goed is, zijn Olivier en Zoë net weer begonnen aan hun tocht richting het noorden. Al liftend deze keer.
Waarom nu liften?
“Op onze heenreis zijn we langs de Andeskant van Patagonië gefietst. Met adembenemende landschappen. Nu nemen we nu de weg van de Atlantische kust. Met alleen eindeloze pampa’s waar niets groeit. En vooral, waar de wind vrij spel heeft. Dat is gevaarlijk om te fietsen. Voor je het weet, blaast de wind je naar het midden van de weg. Hebben we ook eens meegemaakt op de heenreis. Een brandweerman heeft ons toen van de weg geplukt. We mochten niet verder van hem. Te gevaarlijk. Hij heeft ons meegepakt en zijn kunnen blijven slapen in de brandweerkazerne. Nu hopen we dat een vrachtwagen ons meeneemt om in 5 à 6 dagen opnieuw Buenos Aires te bereiken. Dat ligt 3.000 km naar het noorden.”
Al een afspraak?
“Op z’n Argentijns.” (lacht) “Een afspraak waar je dus nooit helemaal zeker van kan zijn. Maar door het vele vrachtvervoer tus- het noorden en het zuiden zijn er wel veel vrachtwagens. Argentijnen zijn heel makkelijk. Als er plaats is, nemen ze je altijd mee.”
Wat is na Buenos Aires het plan?
“Terug op de fiets door Paraguay, Bolivia en Peru en verder naar het noorden om uiteindelijk naar Canada te trekken waar we heel graag een lange kanotocht willen ondernemen.”
Fietsen, zeilen, kano, liften… Wat is er mis met een vliegtuig?
“Dat is het net. Eén ding stond vast op voorhand. We wilden traag reizen. Wie langzaam reist, ontmoet mensen. Ziet ook de echte natuur. Al is het in mijn geval niet helemaal gelukt. De geplande oversteek van de Atlantische Oceaan per zeilboot heb ik uiteindelijk toch met een vliegtuig moeten doen.”
Hoezo?
“Zeeziek. Verschrikkelijk. Na veel moeite en onderhandelingen was een ouder Zwitsers koppel in Las Palmas bereid ons mee te nemen met hun zeilboot. Maar in Gambia, dat is het meest oostelijke punt van Afrika en dus de kortste zeilweg naar Zuid-Amerika, ben ik van de boot gestapt. Er was geen pret meer aan. Het risico was ook te groot. Het is twintig dagen zeilen tussen Gambia en Brazilië. Als je niets kan binnenhouden, verzwak je te zeer. En op de oceaan ben je alleen.”
En Zoë dan?
“Zoë heeft de overtocht wel gedaan. Dat hadden we ook op voorhand afgesproken. Als de ene iets anders wil dan de andere, dan respecteren we elkaars keuze. Het was zeker ook Zoë’s droom om traag rond de wereld te reizen. Op dat moment was ons afscheid ontzettend moeilijk, maar achteraf was het de beste keuze die we konden doen. Al was het zwaar om te wachten en nauwelijks te weten waar Zoë zich bevond. Op een bepaald moment verdwijnt zo’n boot van de radar en konden we elkaar maar één keer om de drie à vier dagen een ouderwets sms-bericht van 160 tekens sturen. Tweehonderd kilometer boven Recife, dat is de Braziliaanse kant van de Atlantische Oceaan, waren we uiteindelijk weer samen en konden we opnieuw de fiets op.”
Zo is een wereldreis een ultieme relatietest.
“Dat is zeker waar. In ons geval zijn we nog veel meer naar elkaar toegegroeid, maar we beseffen ook dat het heel erg mis had kunnen lopen.”
We komen stilaan tot de conclusie dat het in West-Europa zo slecht nog niet is
Olivier Van Herck
Toch geen wrijvingen onderweg?
“Soms wel natuurlijk. Ik plan iets meer. Ik wil bijvoorbeeld weten waar we de volgende avond onze tent kunnen opzetten. En terwijl Zoë meer van de mooie momenten wil genieten, wil ik alweer op de fiets.”
Hoe kijken Zuid-Amerikanen aan tegen fietsende Europeanen?
“Ze vinden onze manier van reizen fantastisch. Zuid-Amerikanen zijn gastvrij. Als we bijvoorsen
beeld vragen of we onze tent in hun tuin mogen zetten, zeggen ze:
Kom maar binnen slapen. Alle deuren gaan open. Ze vinden het alleen raar dat we nog geen kinderen hebben. Vaak zie je ze ook letterlijk speuren naar kinderen die er niet zijn. Hier worden vrouwen al heel jong moeder. Het verbaast hen oprecht dat kinderen bij ons nog niet aan de orde zijn.”
Iets anders: hoe zit het met de centen?
“Prima. Tijdens mijn jaren in Rotterdam heb ik bewust eenvoudig geleefd. Zo hebben we 50.000 euro kunnen sparen voor onze reis. Het idee was om met gemiddeld 30 euro per dag voor ons tweeën drie
à vier jaar te kunnen rondreizen.”
Wat zegt de boekhouding?
“Na een jaar en vier maanden zitten we aan een gemiddelde van 23 euro per dag. We zitten onder ons budget.”
Jullie kunnen langer reizen.
“Dat kan. We weten het niet. Het kan ook zijn dat we ergens permanent zullen blijven, mochten we op een plek komen waar we ons hart verliezen. Maar dan zal het toch eerder westers zijn.”
Hoe bedoel je?
“We hebben onze criteria: geweldige natuur, bergen om te skiën, de taal machtig zijn, veiligheid, gezondheidszorg, … We komen stilaan tot de conclusie dat het bij ons in West-Europa nog niet zo slecht is.” (lacht)
Onveilige situaties meegemaakt?
“Totaal niet. We voelen ons ook niet onveilig. Maar tegelijk zoeken we het gevaar ook niet op.”
Hoe valt Ushuaia mee?
“Patagonië is fantastisch. De naam alleen al. De natuur, de verlatenheid, de gletsjers, het gevoel ontdekkingsreiziger te zijn, ... Het is de moeite meer dan waard geweest. Ushuaia is dan weer die grote stad aan het einde van de wereld. Een stad die sterk groeit: 75.0000 tot 90.000 mensen, hoor ik zeggen. De ouders van de vrouw van wie we nu een kamer huren zijn dertig jaar geleden naar hier gekomen. Toen woonden er 3.000 mensen. Door spanningen met Chili wilde Argentinië de regio bevolken en heeft toen assemblagefabrieken laten zetten. Kortom, iedereen in Ushuaia is op een of andere manier een vreemdeling. Dat zorgt ervoor dat ze vriendelijk zijn. Tegelijk ligt hier de toeristische poort naar Antarctica. In de haven liggen permanent vier tot vijf cruise- en expeditieschepen. Het einde van de wereld is tegenwoordig heel populair.”