479 jaar alaafervaring
Zes ereprinsen leiden zondag Hasseltse carnavalsstoet
Tijdens de Hasseltse carnavalsstoet treedt de organiserende Koninklijke Orde van het Klaeverblât (KOVK) zondag aan met maar liefst 479 jaar prinsenervaring. “Op onze derde wagen verzamelen we zes ereprinsen, met als oudste de 90-jarige Dré Kenens, die in 1957 als stadsprins door Hasselt trok”, vertelt Peter Nulens, een van de initiatiefnemers. “Maar aan de kostuums is nog wel een pak verstelwerk”, lacht het carnavalssextet. Aan ervaring geen gebrek zondag. De huidige stadsprins Marc Wilms (52) zal met vragen terecht kunnen bij Dré Kenens (90), prins in 1957, Dré Donvil (71), prins in 1980, Roland Tresignies (77), prins in 1984, Jo Cupers (72), prins in 1985, Rudi Vandendijck (65), prins in 1987 én Dominique Sampermans (52), prins in 2000. Samen zijn de zeven prinsen goed voor 479 jaar alaafervaring. Al is er nog wel wat werk voor de zes zondag op hun wagen staan. “Onze broeken zijn te groot, te smal, te kort of te lang... Er scheelt met allemaal wel iets. Om van de jassen nog maar te zwijgen. Alleen aan onze ‘steken’, de prinsenhoeden, scheelt niks. Onze koppen zijn nog even dik.”
“Ik ben echt fier dat ze ons dit gevraagd hebben”, zegt André Donvil, bekend van de lingeriezaak in de binnenstad. “En ook supercontent over hoe goed ze nu voor ons zorgen”, zegt naamgenoot Dré Kenens, die tussen 1969 en 1998 30 jaar lang Opper was, zeg maar de baas van Hasselt carnaval. “Ze komen me zelfs thuis oppikken.”
Overal confetti
“Het is vandaag toch allemaal anders”, blikt de negentiger terug. “Neem nu de discussies over plastiek en confetti. Bij ons was dat geen punt. In 1957, toen ik prins was, waren er karamellen, confetti en slingers in overvloed. De mensen raapten de karamellen tot de allerlaatste van straat, en de confetti dwarrelde weken later nog rond. Zo wist iedereen tenminste dat het carnaval geweest was.”
Overal carnaval
“Pas toen er sponsors begonnen bij te komen, deden de eerste gadgets en het betere snoep hun intrede”, gaat Kenens verder. “Nog een groot verschil: alle cafés deden destijds mee, overal was het carnaval. En er stond veel meer volk langs de straten. Er is gewoon te veel te doen nu. Destijds keken de mensen uit naar carnaval, nu moeten ze elke zondag kiezen tussen twintig verschillende evenementen. Weet je wat wel hetzelfde is? Het internationale. Zelfs in 1957 wisselden we al groepen uit met Maastricht. Later zijn daar Aken, Keulen, Sittard en nog anderen bijgekomen. Dat maakte het extra plezant.”
Erkenning
“Ik ben fier dat ze in mijn stoet mee willen zondag”, lacht de huidige stadsprins Marc I. “Deze mannen liggen mee aan de basis van Hasselt carnaval. Ik hoop dat ze zondag overal het applaus krijgen dat ze verdienen.”
“Het wordt in elk geval een unieke ervaring”, kijken de ereprinsen al vooruit. “We hebben een wagen waar we kunnen zitten, maar ik denk dat de adrenaline door onze lijven gaat gieren en dat we niet veel op onze stoel gaan zitten. In 2003 deden we ook al eens mee toen KOVK koninklijk werd. Waarom we het vijftien jaar later nog eens herhalen? ‘Omda de aa noch ins joenk wille doên, tiens’”
Vroeger raapten ze het snoep tot de allerlaatste van straat, en de confetti dwarrelde weken later nog rond. Zo wist iedereen tenminste dat het carnaval geweest was
Dré KENENS (90)