Te weinig volk om een moord te behandelen
Justitie heeft niet genoeg middelen om moordzaak uit 2009 op agenda te zetten
Justitie beschikt over te weinig middelen om een bijna negen jaar oude moordzaak op de agenda te zetten. Dat blijkt uit een brief van de eerste voorzitter van het hof van beroep in Antwerpen die gericht is aan de nabestaanden van slachtoffer Josée Widdershoven uit Vucht bij Maasmechelen. “Totaal onaanvaardbaar”, reageert Bert Partoens, advocaat van de dochter van de vermoorde vrouw. Eerst terug naar 13 december 2009. In een huis aan de Brugstraat in Maasmechelen wacht Celine al uren op haar moeder Josée Widdershoven bij wie ze inwoont. De vrouw had die zondagnamiddag doorgebracht bij een andere dochter en had om 19 uur afgesproken met een vriendin. Rond 20 uur zou ze terug thuis zijn.
Drie uur later is dat nog altijd niet het geval. Dochter Celine maakt zich zorgen en gaat buiten kijken. Daar ziet ze tot haar verbazing dat de VW Golf van haar moeder in de vrijstaande garage staat. Het portier aan de bestuurderskant staat open en Celine ziet dat haar moeder dood in de auto ligt. Haar geschreeuw snijdt door merg en been. Omwonenden lopen naar buiten en zien hun buurvrouw in de wagen liggen, haar benen half buiten, haar rug over de versnellingspook en het hoofd tegen de passagierszetel. Uit het onderzoek blijkt dat de vrouw gedood is met kogels die van heel dichtbij zijn afgevuurd.
Vechtscheiding
De ex-man van kleuterjuf Josée komt snel in beeld als verdachte. Ze leefde al sinds 1994 gescheiden van Lei B. Pas in 2006, na een jarenlang juridisch gevecht, was de scheiding officieel. Maar de financiële afwikkeling bleef problematisch. Lei B. had wat onroerend goed en wilde de opbrengst niet volledig delen met zijn ex. Op 16 december 2010 wordt hij opgepakt en aangehouden, maar 14 dagen later alweer vrijgelaten. Op 17 mei 2010 belandt hij opnieuw achter de tralies tot 9 juni 2011. Toch is het parket van Limburg van oordeel dat er voldoende bewijzen zijn om Lei B. te vervolgen. In haar vordering van 17 maart vorig jaar vraagt het parket aan de raadkamer om hem voor assisen te brengen. Op 12 mei verwijst de raadkamer Lei B. echter door naar de correctionele rechtbank.
“Te weinig magistraten”
Het parket gaat in beroep tegen die beslissing omdat zij de zaak door een hof van assisen behandeld wil zien. “En vanaf dan wordt het erg stil rond het dossier”, zegt advocaat Bert Partoens. “Ik heb herhaaldelijk aangedrongen op een behandeling van de zaak, zij het nu door een hof van assisen of door een correctionele rechtbank. Op 15 februari zou dat uiteindelijk plaatsvinden, maar die datum werd dan weer ingetrokken door het secretariaat van het hof van beroep. Een week later vernemen we in een brief van de eerste voorzitter dat er te weinig magistraten zijn om het gewone werk te doen, laat staan om kamervoorzitters of raadsheren wekenlang vrij te stellen om assisenzaken te behandelen.”
Onaanvaardbaar
Bert Partoens hekelt de hele gang van zaken. “Mijn cliënte voelt zich als slachtoffer in de kou gelaten. Het is anno 2018 totaal onaanvaardbaar dat een zaak die zich in 2009 afspeelt bijna 9 jaar later nog altijd niet is behandeld. Uit de brief van de eerste voorzitter kan ik afleiden dat dit te wijten is aan justitieminister Geens die te weinig middelen ter beschikking stelt: de kaders van magistraten en personeel zijn slechts tot 90 procent ingevuld. In plaats van steeds maar nieuwe wetten in te voeren, is het beter de nodige middelen te investeren in de bestaande procedures om die tot een goed einde te brengen.”
Partoens hoopt dat de zaak alsnog als prioriteit wordt behandeld. “Waarom kunnen andere assisenzaken wel behandeld worden en deze zaak niet, terwijl dit dossier de hoogste prioriteit zou moeten krijgen gelet op de verlopen tijdsduur?”
advocaat Bert PARTOENS