“Eerste beker blijft mooiste”
Domenico Olivieri is best trots op zijn palmares. “Eén landstitel en drie bekers, voor een beperkte voetballer is dat niet slecht”, glimlacht hij. “De mooiste? Dat was de eerste beker, twintig jaar geleden. Die was voor deze club het begin van alles. De beleving rond die match was fenomenaal, met vlaggen en spandoeken op alle bruggen op weg naar Brussel. Niemand van ons had al ooit op de Heizel gevoetbald, alleen al die kleedkamer binnenstappen was een belevenis. Bovendien waren we de absolute underdog, Club Brugge was met achttien punten verschil kampioen geworden. Als je dan met zes Limburgers in de ploeg met 4-0 wint, dan kan je je wel inbeelden wat voor feest het achteraf geworden is.”
Harelbeke
“De titelmatch in Harelbeke beleefde ik geschorst in de tribune. Bij de tweede bekerzege tegen Standard (4-1) zat ik op de bank. Ik had het voelen aankomen dat Johan Boskamp voor Marc Vangronsveld zou kiezen. Ik was nog maar net uit blessure, het zou ook mijn laatste seizoen worden in Genk. Ik mocht in de slotfase nog invallen voor Hasi.”
De derde beker tilde Olivieri in de lucht in het shirt van La Louvière (foto). “We wonnen in 2003 de finale tegen STVV met 3-1. Opnieuw als underdog. In SintTruiden hebben ze toen de fout gemaakt om zich vooraf al rijk te rekenen. Ik herinner me een krantenartikel, waarin iemand zei dat ze de beker zouden uitstallen in verschillende handelszaken. Natuurlijk heb ik dat uitgeknipt en in de kleedkamer gehangen. Er liepen genoeg Nederlandstaligen rond in de ploeg. En voor de rest hebben we het graag vertaald.”