“Zaterdag overleven en zondag aanvallen”

Aan de vooravond van een megazwaar slotweekend sluit Halenaar Dylan Teuns (26) als elfde de rij met renners die nog binnen de minuut staan. “Vraag me alstublieft niet waar ik uitkom. Het is voor mij evenveel koffiedik kijken als woensdag voor de tijdrit.” De gelegenheidskopman van BMC had net als Wellens zijn zinnen gezet op de rit van vrijdag. Hij reed een op zijn zachtst uitgedrukt erg merkwaardige etappe waarin hij zesde eindigde, maar ook per abuis in de vlucht van de dag zat, die hem helaas niets opleverde. “Ik sloeg als eerste van het peloton de juiste weg in toen we naar links moesten. De rest ging blijkbaar rechts. Ik reed amper 15 per uur en wachtte de groep op, tot er ineens een aantal naar me toe gevlamd kwamen gevlamd. Ik heb mijn wagonnetje aangehaakt. En dan vroeg Thomas De Gendt me in opdracht van de andere tien of ik me wou laten afzakken omdat de vlucht anders geen lang leven beschoren was. Ik wou eerst niet en mocht ook niet van de ploegleiding. Uiteindelijk heb ik zelf beslist om dan maar langs de kant van de weg te gaan plassen en de rest op te wachten.”

Kopman

Teuns hield diep in de finale makkelijk stand op de stekelige colletjes en hij zag leider Luis León Sánchez dikwijls in de problemen komen. Toch vraagt ook hij zich af wat het zaterdag wordt. “Op zo’n lange klim zal ik gedwongen worden om defensief te rijden. Het wordt hopen dat ik overleef. Ik verwacht op die Valdeblore Sergio Henao, Simon Yates en toch ook Tim Wellens die goed in vorm is. Het blijft de eerste keer dat ik sinds de Ronde van Polen - zij het weliswaar toevallig door de val van Van Garderen - de kopman ben van BMC. Ik probeer er het maximum uit te halen. Overleef ik zaterdag, dan kan ik zondag misschien in het offensief gaan, hoewel het ook nog een best pittige rit is. Ze geven regen. Ik vind dat helemaal niet erg hoor. We zullen zien wat het wordt”, besloot Teuns met de oneliner die wereldkampioen Peter Sagan voor elke koers gebruikt.