“De pensioenen zijn wél betaalbaar”
Kim De Witte, pensioenspecialist van de PVDA:
In Canada en Polen hebben mensen zich verzet, waardoor de pensioenleeftijd er van 67 naar 65 jaar is gebracht
Kim DE WITTE
De regering is nog altijd aan het zwoegen op het kluwen aan pensioenregels voor zware beroepen. Pensioenen zijn wel vaker een splijtzwam voor regeringen, zeker in een land vol uitzonderingsregels als België. Intussen heeft Kim De Witte, pensioenspecialist van PVDA en docent aan de leergang Pensioenen van de KU Leuven, 300 pagina’s volgeschreven over onze pensioenproblemen en hoe ze op te lossen.
De titel van je boek is: ‘De Grote Pensioenroof’. Wie is wie aan het beroven?
“Privépensioenen zijn een groeiende markt. Grote verzekeringsmaatschappijen willen daar geld uitslaan met hun tweede en derde pensioenpijlers, maar steken het grootste deel van de beleggingsopbrengsten in hun eigen zakken. Intussen wordt de sociale zekerheid leeggeroofd en verliezen mensen het recht op rust en vrijheid aan het einde van hun leven. Ook dat is roof.”
“Het boek legt uit dat het anders kan. We kunnen ons recht op pensioen terugwinnen. In Canada en Polen hebben mensen zich verzet, waardoor de pensioenleeftijd van 67 jaar weer op 65 jaar is gebracht.”
De regering heeft maatregelen genomen om iedereen langer te doen werken, is dat dan zo fout? Want uiteindelijk kan je met 42 gewerkte jaren ook vanaf je 63ste met vervroegd pensioen.
“Ja, maar drie op de vier vrouwen geraken niet aan 42 gewerkte jaren. Zij moeten dus verder werken tot 64, 65, 66 of zelfs 67 jaar. Het brugpensioen (SWT) is ook de facto afgeschaft omdat je beschikbaar moet blijven voor de arbeidsmarkt. Ik heb nog maar net zo’n verhaal op mijn Facebook gezet van iemand die op zijn 58ste met SWT ging bij Volvo, omdat hij moe en opgewerkt was. Hij werd meteen weer opgeroepen door de VDAB. Nu werkt hij in een ander bedrijf, in wisselende ploegen. Zijn lichaam kan dat niet meer aan.”
Maar als de regering alles bij het oude laat, worden de pensioenen toch onbetaalbaar. We leven toch ook langer.
“Kijk, als we het huidige systeem willen behouden waarbij we op 65 jaar met pensioen kunnen, dan zal ons dat tegen 2060 14,7 procent van ons bbp kosten. Dat heeft de commissie vergrijzing berekend. Die 14,7 procent is niet onhaalbaar, want Oostenrijk, Frankrijk, Italië en Portugal, betalen nu al 14 à 15 procent aan hun pensioenen. Het is een kwestie van keuzes. Door de maatregelen van de regering zakken die kosten tegen 2060 met 2 procent. Daardoor gaan wij nog minder geven aan de pensioenen dan tal van andere Europese landen.”
Nu betalen we 10 procent. Nog 2 procent erbij is al 8 miljard. Dat krijgen we toch niet betaald?
“Jawel, want de uitgaven van onze sociale zekerheid verschuiven de komende jaren. De gezondheidskosten zullen stijgen, maar de uitgaven voor de werkloosheid dalen. Net als die voor kinderbijslag, omdat er minder werklozen en minder kinderen zijn. Ook voor arbeidsongeschiktheid zullen we vanaf 2030 minder uitgeven. Dat geld kan je dan in de pensioenen stoppen. Vandaag geven we ook al 8 miljard euro uit aan salariswagens. De grote fiscale fraude en ontwijking loopt volgens een studie van de KU Leuven op tot 30 miljard. Het is een kwestie van keuzes.”
Wat willen jullie eigenlijk: een ambtenarenpensioen voor iedereen?
“Dat is niet aan de orde. Er zijn ook veel ambtenaren die geen hoog pensioen hebben hoor, zoals postbodes of cipiers. Maar top- ambtenaren, ministers, parlementairen en diplomaten hebben pensioenen van 3.500 à 4.000 euro. Wat wij zeggen is: geef alle mensen een pensioen dat overeenkomt met drie vierde van hun loon, met een minimum van 1.500 en een maximum van 3.000 euro. Iedereen betaalt nu elke maand een sociale bijdrage van 17 procent van zijn loon voor de pensioenen. Daar mogen toch fatsoenlijke pensioenen tegenover staan.”
Je bent gaan kijken hoe ze de pensioenen in het buitenland aanpakken. Doen ze het daar beter?
“In België hebben de mensen met een gemiddeld inkomen een pensioen dat goed is voor 66 procent van hun loon, dat is een van de laagste percentages van Europa. In Frankrijk is dat 74 procent, in Nederland 100. In Denemarken krijgen de mensen met een laag inkomen een pensioen dat 10 procent hoger ligt dan hun loon.”
Maar de Duitsers krijgen maar de helft van hun loon.
“In Duitsland hebben ze 15 jaar geleden gekozen voor private verzekeringen. De wettelijke pensioenen zaten aan 70 procent van het loon en zijn afgebouwd naar amper 46 procent, want zolang er sterke pensioenen zijn, koopt natuurlijk niemand private verzekeringen. De privéverzekeringen hebben het gat niet gedicht. Gevolg is dat in het rijkste land van Europa miljoenen ouderen vandaag in armoede leven. In Oostenrijk wilde de regering in 2003 dezelfde weg opgaan, maar hebben ze na heftig protest de plannen herzien. Het resultaat mag er zijn: mannen hebben er een pensioen van gemiddeld 1.820 euro per maand tegenover 1.050 euro in Duitsland. Vrouwen komen in Duitsland op 590 euro, in Oostenrijk is dat met 1.220 meer dan het dubbele.”
‘De grote pensioenroof’, Kim De Witte, 300 blz. Epo, 19,90 euro