“SAMEN OP RESTAURANT IN HET BUITENLAND”
DIMITRI DE CONDÉ en OLIVIER RENARD, vrienden en TD’s onder mekaar
Ze speelden samen bij Charleroi, stonden beiden al in de bekerfinale en hebben nu een topfunctie bij de twee bekerfinalisten. Bovendien hebben ex-Standardspeler Dimitri de Condé en de naar Limburg begroeting is bijzonder hartelijk, maar het is even zoeken naar de periode waarin ze precies de kleedkamer van Charleroi deelden. Trainersnamen als Waseige, Peruzovic en Scifo passeren de revue. Gelukkig biedt de smartphone uitkomst: 1999-2000. “Juist. Standard kreeg Van Buyten en Wuillot voor mij. Een topdeal hé”, lacht de Condé.
Hoeveel Standard zit er nog in jou, Dimi?
de Condé: “Ik voel nog altijd een zekere waardering. Als ik in Wallonië ben, word ik nog steeds aangesproken als speler van Standard. De mensen zijn vurig en kennen hun geschiedenis toch heel goed.”
Renard: “Ik heb een speciale relatie met Limburg. Mijn vrouw is van Houthalen en we wonen al jaren in Zolder. Daarnaast is mijn schoonbroer een groot supporter van Racing en speelt mijn zoontje voor Genk.” (zie rand rechts) de Condé: “Goede keuze.” (lacht)
Bijna twintig jaar geleden waren jullie teamgenoten, maar hadden jullie toen gedacht dat jullie nu technisch directeur bij twee topclubs zouden zijn?
Renard: “Ik was pas 21, dan denk je daar nog niet aan. Dan ben je alleen met voetbal bezig of toch ongeveer.” (lacht) de Condé: “Omdat Oli en ik generatiegenoten zijn, hebben we een hechtere band dan met de andere TD’s. Wij zijn ongeveer de jongsten in ons vak en je komt elkaar uitgeweken Olivier Renard allebei iets met de tegenstander van zaterdagavond. “Wat de uitslag ook wordt, we blijven vrienden.”
Dimitri DE CONDÉ Technisch directeur KRC Genk vaak tegen op buitenlandse scoutingstrips.”
Renard: “Dan gaan we na de match samen op restaurant. We praten dan ook over spelers en onze manier van werken, die naar mijn mening veel op elkaar lijkt.”
Praten jullie dan vrijuit? We kunnen ons voorstellen dat jullie vaak in dezelfde vijver vissen.
Renard: “We hebben al vaak over spelers gesproken. Iedereen kent toch iedereen.” de Condé: “Het is ook vaak een kwestie van timing. Je bekijkt veel spelers. Marin vonden wij een hele goeie speler, maar hij moet net in je puzzel passen.”
Renard: “Ik kan hetzelfde zeggen over Ingvartsen. Ik kwam Dimi tegen op het EK U21 in Polen. Omdat we Orlando Sa nog hadden, zochten we geen spits maar voor mij is Ingvartsen een kwaliteitsspeler. De investering was hoog, maar Genk heeft een goede zaak gedaan. Ik ben er zeker van dat hij nog gaat ontploffen.” de Condé: “En dan zijn er nog dossiers waarvan je zelf weet dat je het gaat afleggen. Carcela is bijvoorbeeld fantastisch, maar door zijn Standard-verleden zal zo iemand gemakkelijker voor hen kiezen. Ik heb niet het gevoel dat we vaak achter dezelfde spelers aanzitten. Standard heeft een ander DNA. De focus ligt meer op het fysieke, wij rekruteren meer technische spelers.”
Hoe verklaren jullie het mysterie Ndongala?
Renard: “Het verrast me niet wat hij laat zien. Ik heb Dieumerci vorig jaar niet voor niets naar Standard gehaald. Het bewijst dat je een speler niet meteen moet afschrijven. Waarom we hem dan lieten gaan? Wij waren op de laatste dag van de wintermercato akkoord met Carcela en we wisten dat Dieumerci het moeilijk had bij ons. Op de korte termijn was het de beste oplossing voor iedereen.” de Condé: “Hij had ook stevige concurrentie bij Standard: Edmilson, Mpoku en je zat met het dossier Carcela. Wij hadden op die positie een acuut probleem. Ik vind hem bij Genk passen. De flanken van Standard moeten fysiek sterk zijn en veel op en af gaan, wij spelen meer vanuit de korte combinatie. Op de komst van Ndongala kwam veel comDe mentaar, maar we wisten dat het een goeie speler was die met zijn techniek en snelheid bij ons zou passen.”
Jullie seizoen verliep gelijkaardig: slecht begonnen en toch PO1 en de bekerfinale gehaald. Alleen wisselde Standard tussentijds niet van trainer.
de Condé: “Laat duidelijk zijn dat dit een zwaar seizoen voor ons is geweest. We waren erin geslaagd om onze kern samen te houden en spraken hoge ambities uit. Die zijn niet meteen gelukt. Dan krijg je al die blessures, er kwam een andere trainer, een andere CEO en we hebben bij de jeugd trouwe werknemers verloren. Het was extreem. Kijk maar naar onze bekercampagne. Twee keer gingen we door met penalty’s. Allemaal schoten we ze binnen, terwijl we in de competitie er vier van de zes hebben gemist.”
Renard: “Details zijn beslissend. Een voorbeeld: iedereen lachte met Sa Pinto na de match tegen Lokeren. Mpoku had ons in de extra tijd de drie punten opgeleverd en als een echte Usain Bolt rende Ricardo het veld op. Mensen vonden het belachelijk. De realiteit is
Bij Standard ligt de focus meer op het fysieke, wij rekruteren meer technische spelers