Casagrande&van Diepen
ligheid, het OCAD,...?
“Het is goed dat Geens alle federale diensten op elkaar afstemt, maar de erkenningen zijn mijn bevoegdheid. En als ik een moskee wil erkennen, moet ik weten wat daar gebeurt. Ik heb niet alleen vragen over de veiligheid, maar ook over het importeren van buitenlandse conflicten. Neem nu de moskee van Beringen: burgemeester Maurice Webers (sp.a) mag dan al zeggen dat er in Beringen geen problemen zijn, maar ik heb die beelden toch gezien op tv? Relletjes, winkelruiten die aan diggelen werden geslagen. Je kan toch niet zeggen dat alles peis en vree is tussen de aanhangers van Erdogan en Gülen? Ik wil trouwens ook dat de moskeeën ook na hun erkenning gecontroleerd worden. De Staatsveiligheid heeft de laatste jaren al haar mankracht op terrorisme en radicalisering ingezet. En maar goed ook. Maar het kan niet dat eenmaal erkend zomaar alles kan. Er moet handhaving zijn.”
Wat hebt u eigenlijk gewonnen met de intrekking van de erkenning van de Beringse moskee? Ze financieren nu gewoon zichzelf.
“Het gaat om het signaal. Trouwens, ik heb die erkenning ingetrokken op basis van een officiële brief die ze me gestuurd hebben en waarin stond dat ze niet openstaan voor de aanhangers van Gülen. Kon het duidelijker?”
Veli Yüksel (CD&V) zei vorige week dat u met die niet-erkenningen een bewust verrottingsstrategie voert ten opzichte van de modale moslim.
“Wil hij dan zo veel mogelijk erkenningen zonder enige controle? Ik sluit geen compromis over veiligheid. Neem nu de moskee in Diegem, dat is ook een van de 43 dossiers waarbij mijn pennenvriend Koen Geens in 2017 geen probleem had gezien. Maar bij de aanslag op de Ramblas bleek de spilfiguur daar wel drie maanden gepredikt te hebben in de zomer van 2016. Gelukkig heeft de moskee het zelf gemeld. Maar stel dat ik die moskee had erkend? Wat mij opvalt bij Yüksel en bij andere - niet bij alle CD&V’ers, is dat ze zelf nooit met ideeen komen op de problemen aan te pakken. Ach ja, campagnemodus zeker?”
U bent als minister ook gestart met de aanmoediging van gemeentefusies, maar de operatie verloopt traag. Vindt u dat Vlaanderen na 2019 fusies moet verplichten?
“Ik vind niet dat het traag gaat. Niet zo heel lang nadat ik in juli 2014 ben begonnen zat ik in Terzake. Ze hebben mij toen gezegd: als u één fusie kan realiseren deze legislatuur, krijgt u een boeket bloemen. Ik heb nu zeven fusies gerealiseerd, maar dat boeket (wijst naar de vaas op tafel) heb ik zelf moeten kopen. (lacht)”
Zeven fusies op 308 gemeenten is nu ook niet echt een cijfer om over naar huis te schrijven.
“Het gaat samen wel om 15 gemeenten. We hebben in het regeerakkoord heel duidelijk geschreven dat de gemeentelijke fusies op vrijwillige basis zouden gebeuren. We hebben de gemeenten een mooie wortel voorgehouden, met een schuldovername van 500 euro per inwoner. Vergeet ook niet dat de gemeenten tot december 2017 de tijd hadden om de fusies in gang te zetten. Daarna hebben er nog een tiental ons gevraagd of ze konden instappen, maar toen was het te laat om het ingewikkelde proces nog in gang te zetten.”
Dat zijn samen nog maar 25 gemeenten. Hoe denkt u de rest te overtuigen?
“Laat mij eerst een compliment geven aan Lode Ceyssens en Benny Spreeuwers. Die hebben echt wel een voortrekkersrol gespeeld. Ze hebben de fusie van MeeuwenGruitrode en Opglabbeek heel verstandig aangepakt door de burgers erbij te betrekken. Toen ik bij de aankondiging van de naam Oudsbergen was, heb ik met de schepencolleges gepraat. Die schuldovername door Vlaanderen is niet de doorslaggevende factor, ze beseffen zelf ook dat ze naar schaalvergroting moeten. Al die kleine gemeenten, en we hebben er nogal wat in Vlaanderen, dat is niet meer van deze tijd.”
Dus zegt u: verplichte fusies?
“Misschien moeten we het debat over de herverdeling van het gemeentefonds (de dotatie van bijna 2,5 miljard die de gemeenten krijgen vanuit Vlaanderen, nvdr.) koppelen aan de fusies. Wat mij betreft zijn de middelen voor Antwerpen en Gent onaantastbaar. Die steden zitten met grote uitdagingen. Maar over de rest van het bedrag kan gesproken worden. Maar dan moet je het ook over schaalgrootte hebben, met het gemeentefonds als hefboom.”
Grotere gemeentes, geen provincies meer. Dan is uw doel bereikt.
“Ons standpunt is heel duidelijk: wij willen de afschaffing van de provincies en naar twee sterke beleidsniveaus: de Vlaamse overheid en de lokale besturen. Net daarom hebben we de lokale besturen deze legislatuur ook hard versterkt. De afschaffing van de provincies is de volgende logische stap. Ik zie wel dat de gedeputeerden hun werk met hart en ziel doen. Ik wil daar ook geen afbreuk aan doen. Maar alles wat daar wordt beslist, kan evengoed door een lokaal bestuur of door de Vlaamse overheid gebeuren. In 2019 zou ik in het regeerakkoord graag de afschaffing van de provincies zien staan. We hadden dat graag al in 2014 gedaan, maar toen was het twee tegen één. Open Vld is voorstander, wie blijft dan over? (lachje)”
Over 2019 gesproken. Wat is uw eigen ambitie?
“De provincies afschaffen staat met stip op één (lacht).”
U wil graag opnieuw minister worden.
“Als we weer aan zet komen, zet ik graag mijn werk verder. De thema’s die mij het meest interesseren liggen ook op Vlaams niveau en minder op federaal vlak.”
Denkt u dat de partij tevreden is over uw superministerschap?
“Uiteraard. Ik heb alles wat het in het regeerakkoord staat geregeld.”
En hoe is uw relatie met Bart De Wever?
“Ik ga niet meer op die vraag antwoorden. Ik ben ze kotsbeu, omdat ze elke keer opnieuw terugkomt en ze alleen aan een vrouw wordt gesteld. Het is gewoon een belachelijke vraag. Bart trekt de lijst in Antwerpen, ik duw. Moesten wij in onvrede leven, zou dat toch niet zo zijn?”