“Toen Frank naar Co
Mama Chantal Vandenbroucke doet
In Hostellerie de la Place in Ploegsteert heeft uitgeverij Kannibaal ‘VDB De Biografie’ voorgesteld, een nieuw boek over Frank Vandenbroucke. Een leven op te groot verzet, neergeschreven in 297 pagina’s. Mama Chantal Vanruymbeke doet voor het eerst uitgebreid haar verhaal. “We hadden ons werk met Frank, maar nooit was hij gemeen. Jamais, jamais, jamais.” De voorstelling van VDB - De Biografie kon nergens anders plaatsvinden dan in Hostellerie De La Place in Ploegsteert, maar dat had veel voeten in de aarde. De zaak ging onlangs failliet en advocaten moesten het pand vrijgeven. “Gelukkig hebben ze dat gedaan”, zegt moeder Chantal. “Ik had nooit gewild dat de presentatie ergens anders doorging. Mijn hart ligt hier. In de Hostellerie hangt de geest van Frank. Officieel heet het Grand Café de la Place. Maar in Ploegsteert zegt iedereen Chez VDB.”
Wannes Cappelle zong op het podium zijn hit Ploegsteert, vertaald naar het Frans. Chantal legt uit waarom de tekst het leven van haar zoon zo goed verwoordt.
’t Was voe de koers da j’ gie dien dag in Ploegsteert wier geboren lange voor da j’ haar kreeg ip uw benen a j’t al afgeschoren
Chantal Vandenbroucke-Vanruymbeke: “Bij de geboorte van Frank zei de verlosarts meteen: Het wordt een kampioen, madame. Zoals Eddy Merckx. Frank is geboren met de navelstreng rond zijn nek en naar het schijnt zou dat bij Eddy Merckx ook zo zijn geweest. Vandaar.” “Frank was een heel actief kind. Op een keer kwam vaste klant Raphaël Duhayon het café binnen en vertelde: Bonjour, ton ketje est dans la corniche, uw ketje staat in de dakgoot. Eén van Franks voetbalvriendjes had de bal in de dakgoot geschopt. Hij had er niet beter op gevonden dan die er zelf uit te halen.”
“We hadden ons werk met hem, maar hij deed nooit gemene dingen. Jamais, jamais, jamais. Wielrennen was zijn grote passie. School interesseerde hem niet. Frank was nochtans superintelligent. Hij studeerde nooit en was er altijd door. Als de lerares vroeg waarom hij niet harder werkte, antwoordde hij: Niet nodig, ik word wielrenner, mevrouw.”
En voor da ‘j ‘t wist wa’ j’ wereldnieuws de ploegen zwaaiden met contracten
’t een al vaster dan het ander en in Ploegsteert zei de paster: ’k wiste van niets, maar God is van ons p’rochie en riedt met de fiets
“Na zijn eerste nationale titel bij de nieuwelingen hadden fans de Hostellerie versierd met fietsen en een grote Belgische vlag. Eén groot feest. Dat zijn de momenten die ik wil onthouden. Ik vergeet alle ellende die nadien is gekomen. Kranten schreven over een nieuwe Messias. We lieten ze doen. Voor ons was het gewoon Frank, onze zoon. Wij hebben nooit een dikke nek gekregen. Frank ook niet.” “Peter Post en Panasonic waren de eersten die hem een profcontract aanboden. Maar oom Jean-Luc was dat ter ore gekomen en hij heeft hem naar de Lotto-ploeg gebracht. Hij is heel jong prof geworden. Frank was pas negentien toen hij zijn eerste profcontract ondertekende.”