Allerlaatste witte neushoornmannetje gestorven
Alleen ivf kan soort nog redden
Sudan is niet meer. ’s werelds laatste mannelijke noordelijke witte neushoorn is in Kenia van ouderdom gestorven. Zijn dochter en kleindochter zijn nu de allerlaatste hoop voor de ondersoort. Wetenschappers hopen hen via ivf nog van nakomelingen te voorzien. Al zijn zelfs conservatiebiologen niet overtuigd van het nut daarvan. “Een soort is meer dan alleen een hoopje genetisch materiaal.” 45 jaar was Sudan. Hoogbejaard in neushoorntermen. In het wild worden de dieren amper 35. Maar Sudan heeft het wild amper gekend. Op zijn derde werd hij in Zuid-Soedan gevangen en naar een Tsjechische zoo gebracht. Gered eigenlijk, van een gewisse dood. Bij zijn geboorte was er nog een duizendtal noordelijke witte neushoorns in Centraal-Afrika, enkele decennia later rustte het volledige lot van de soort op de schouders van één hoogbejaard exemplaar.
Ingeslapen
Sudan heeft het nochtans geprobeerd, om na zijn ene dochter nog mannelijke nakomelingen te produceren. Zeker nadat hij in 2009 samen met het voorlaatste mannetje – Suni – naar het Ol Pejeta reservaat in Kenia werd gebracht. Bedoeling was dat die omgeving, die meer lijkt op zijn natuurlijke habitat, hen zou stimuleren. Maar wellicht waren beide neushoorns toen al te oud om nog jongen te produceren. Suni stierf in 2014, Sudan genoot sindsdien van zijn pensioen. 24 uur per dag bewaakt door rangers en zijn hoorn gekortwiekt om hem minder interessant te maken voor stropers. Uiteindelijk kreeg het dier complicaties door zijn hoge leeftijd en verzwakte spieren en beenderen. De laatste 24 uur kon hij zelfs niet meer opstaan. Een veearts besloot hem uit zijn lijden te verlossen.
Te nauw verwant
Waardoor de hele soort ‘noordelijke witte neushoorn’ nu alleen nog twee vrouwtjes telt. De dochter van Sudan, Najin, en haar dochter Fatu, die ook in Ol Pejeta verblijven.
Van Sudan is maandag nog genetisch materiaal verzameld. Er bestaan ook nog enkele ingevroren spermastalen van vroegere mannetjes. Wetenschappers zetten hun hoop op ivf om de ondersoort toch niet te laten uitsterven. De bevruchte eitjes van de dames zouden dan ingeplant kunnen worden bij zuidelijke witte neushoorns – de andere ondersoort van witte neushoorns waarvan er nog meer dan 10.000 zouden bestaan – die dan als draagmoeder fungeren. Een dure onderneming, waar niet iedereen evenveel heil in ziet. “Technisch kan het, maar de dieren zijn té nauw met elkaar verwant”, zegt conservatiebioloog Hans Van Dyck (UCL). “Het sperma van de grootvader met het eitje van de kleindochter, dat is inteelt. Dan riskeer je genetische problemen.”
Los van die bezwaren is het ook een erg kunstmatige manier om een soort van uitsterven te vrijwaren. “Een soort is meer dan een hoopje DNA. Het is een levende entiteit, die leeft in een bepaalde omgeving en omgaat met andere soorten”, zegt Hans Van Dyck. “De ene zal zich beter kunnen aanpassen aan veranderingen in de omgeving dan de andere.” Nog 27 tot 34 exemplaren rond Vladivostok in Rusland, waarvan zes vrouwtjes.