Het geluk van de Fin
Geluk is als gezondheid en jeugd. Op het moment dat je het niet hebt, dat je ongelukkig bent, ziek of oud, begrijp je wat het is. Vorige week bevond ik me even tussen de gelukkigste mensen ter wereld. Van het 127ste gelukkigste land (Ethiopië) was ik via een korte tussenstop in België (nummer 16) naar Finland gereisd. Ter voorbereiding van mijn tentoonstelling ‘It’s about Time’, die in mei in het Serlachiusmuseum opent, bracht ik drie sneeuwdagen door in Mänttä en Helsinki. Volgens het World Happiness Report 2018 liggen die steden dit jaar in het gelukkigste land ter wereld. Op de voet gevold door de andere Scandinavische landen, Nederland en Zwitserland.
Zoveel geluk in Finland, nog niet zo bijster lang geleden de zelfmoordkampioen van Europa, betekende dat de media prompt over het Finse geluk ging speculeren. Over hun sociale democratie, kinderopvang, goede scholen en gratis gezondheidszorg. En over de rol van de natuur. Dat snijdt hout. Geen Fin die immers ver van een woud, meer of uitgestrekt moerasland leeft. Finland, dat is gigantisch veel ruimte en een diverse brok natuur. De tegenstelling tot streken met een rampzalige ruimtelijke ordening, waar bossen en open ruimte de afgelopen decennia sneuvelden voor wegen, industrieterreinen en gebouwen, kan niet groter zijn.
Mensen, zo weten de Finnen, hebben ruimte nodig om te leven en te overleven. Om elkaar niet voor de voet te lopen. Donkere gedachten, troebele geest, moeilijk te kraken noten, zij kennen de beste remedie. Wandelen, lopen, fietsen, zwemmen, Moeder Natuur lost veel op. Ze herstelt de verstoorde balans, ze keert de ontworteling.
Ook wie Leonardo DiCaprio’s documentaire ‘Before the Flood’ niet heeft gezien, weet intussen dat we onze planeet naar de vaantjes helpen. De fossiele brandstofindustrie en de voedselindustrie vernietigen onze biodiversiteit, vertrappelen de natuur, vergiftigen de planeet. Geen goed uitgebouwde sociale zekerheid, geen sociale democratie die dat kan compenseren. De fake news-industrie zorgt ervoor dat we hierover blijven bakkeleien tot de Titanic kapseist. De Finnen, onder hun noorderlicht, zijn een baken van hoop. Hun land is voor 70 procent bebost, bestaat uit een zesde moerasland. Finland heeft tienduizenden meren, een kustlijn zo lang als de omtrek van de aarde, en is een van de minst verstedelijkte landen. Enkel al de wetenschap dat in zijn wouden beren leven, wolven, lynxen en veelvraten, dat er zeearenden over zijn wateren scheren, maakt de Finnen gelukkig. En maakt mij vrolijk.
Into the wild, daar ligt onze toekomst.