“Wil niet nieuwe Boonen zijn, maar wil wel zijn palmares”
Jasper Philipsen: 20 en gegeerd door alle grote wielerformaties
Of Jasper Philipsen het nu wil of niet, de parallellen met Tom Boonen zijn nooit veraf. Logisch, de 20-jarige student uit Ham zag net als het levenslicht in Mol, maakte zopas zijn profdebuut bij een Amerikaans team en paart in het zadel een flitsende eindspurt aan het betere flandrienwerk. “Uiteraard keek ik op naar Tom, maar ik zou liever mijn eigen naam ontwikkelen. Laat het me zo stellen: ik wil niet de nieuwe Boonen zijn, maar wil natuurlijk wèl zijn palmares.”
HAM - Tornado Tom
Philipsen stapte vorig jaar met enorm veel flair over van de juniorennaar de beloftencategorie. Winst in onder meer Parijs-Tours, ritzeges in de Baby Giro, de Ronde van de Elzas en Olympia’s Tour en een tweede plaats in de beloftenversie van de Ronde van Vlaanderen
Jasper PHILIPSEN deden de telefoon ten huize Philipsen roodgloeiend staan. Uiteindelijk ruilde Jasper de ter ziele gegane opleidingsploeg van BMC in voor het Amerikaanse Hagens Berman-Axeon van teammanager Axel Merckx.
“Ik koos voor Axels project omdat ik gedurende het voorbije seizoen gefascineerd raakte door hun teamgeest. Ze treden echt als een eenheid naar buiten. De wachtlijst van renners die deel willen uitmaken van het team is naar verluidt lang. Ik had geluk, want ik werd gevraagd (lacht).”
Door de zoon van de Allergrootste.
“Klopt, Axel is vooral bezig met de structuur en het imago van het team. En die staat er, zoveel is duidelijk. Tijdens de wedstrijden gaat hij er echter niet vaak bij zijn. Gedurende de ploegstage in het Californische Calabasas miste hij geen enkele match van Anderlecht. Volgens mij is hij beter op de hoogte van het reilen en zeilen binnen paars-wit dan dat hij de koersactualiteit volgt (knipoogt).”
Wat zou Jasper Philipsen momenteel doen, mocht hij niet hard op de trappers kunnen duwen?
“Dan zou ik een normaal studentenleven leiden. Via afstandsonderwijs tracht ik mijn bachelor Bedrijfsmanagement te halen. Een studiekeuze waarmee je veel kanten op kunt. De voorbije winter heb ik gelukkig veel kunnen doen, want nu het seizoen op gang geschoten is gaat alle focus naar het wielrennen.”
Kom je uit een wielernest?
“Allerminst. Als jongetje was het al voetbal wat de klok sloeg. Ik speelde van mijn zesde tot mijn twaalfde bij Gerhees. Na een accidentje met de BMX en de bijhorende spierblessure ben ik beginnen koersen. Aanvankelijk wist ik nergens van, bij gebrek aan koerscultuur in de familie. Bovendien was ik klein van lichaamsbouw. Ik was kortom geen geboren winnaar. Pas met het groter en sterker worden, volgden de successen.”
Jouw ploegleider bij BMC, Klaas Lodewyck, heeft in zijn leven weinig 19-jarigen met zoveel talent gezien.
“Het is
natuurlijk
flatterend dat Klaas zoiets zegt. Dat geeft vertrouwen. Ik weet echter dat ik er nog hard zal voor moeten werken en dat ik me moet blijven soigneren. Aan de top heeft iedereen talent. Er komt dus meer bij kijken dan dat. Op het vlakke kan ik al goed mijn mannetje staan. Bergop voel ik echter dat ik nog extra vermogen moet kweken wil ik de wat langere beklimmingen overleven, zodat ik alsnog om winst kan sprinten.”
Lodewyck looft vooral jouw omwentelingssnelheid.
“Ik ben de mensen van Balen BC eeuwig dankbaar dat ze me dat destijds hebben aangeleerd. Als ik in de toekomst mijn toegenomen kracht kan koppelen aan die cadans, zit ik gebeiteld. Dan is al die pijn aan mijn zitvlak toch niet voor niets geweest (lacht).”
Tot slot, hoe zag jouw jongenskamer eruit?
Aan de top heeft iedereen talent. Er komt dus meer bij kijken dan dat. Op het vlakke kan ik al goed mijn mannetje staan. Bergop voel ik echter dat ik nog extra vermogen moet kweken
“(Grinnikt) Dan komen we toch weer bij Tom Boonen uit. Ik had een foto van hem, samen met mijn broer en ik, in mijn kamer hangen. Het beeld is gemaakt na afloop van het BK van 2006 in Antwerpen. Wij droegen zijn regenboogtrui, Tom daarentegen had een glas Duvel in de hand (lacht). Ik heb ‘m daar nog op aangesproken tijdens een gezamenlijk trainingstochtje, maar hij herinnerde het zich niet meer.”