Steven Spielberg mixt verleden en toekomst in ‘Ready Player One’
Steven Spielberg is op zijn 71ste nog steeds niet aan stoppen toe.
De topregisseur komt op de proppen met de verfilming van het sciencefictionboek ‘Ready Player One’,
Hoe was het om aan het roer te staan van zo’n verbluffend visueel spektakel als ‘Ready Player One’?
“Op fysiek vlak is het de moeilijkste film die ik al heb gemaakt. De opnames waren enorm intens door de technologische uitdagingen om alles visueel perfect in elkaar te laten overvloeien. Een beetje alsof je een cake met zestien lagen probeerde te bakken. (lacht) Veel ingewikkelder dan eender wat ik voordien ooit heb gedaan.”
De personages in de film gebruiken software om in hun virtuele wereld te leven. Bent u zelf een fan van videogames?
“Ik speel al heel lang computerspellen. Mijn favoriet, ‘Missile Command’, dateert zelfs al van de jaren 80. Nochtans wilde ik deze film vooral toegankelijk maken voor kijkers die nog nooit een videogame hebben gespeeld, zodat ze er zonder voorkennis van kunnen genieten. Ik denk trouwens dat virtual reality, zoals je in de film ziet, in de toekomst een essentiële rol zal spelen in de geneeskunde, wetenschap en het onderwijs. Mensen zijn vaak nogal achterdochtig over dat soort technologie, maar er zijn volgens mij veel meer voordelen dan gevaren aan verbonden.”
U hebt een enorm gevarieerde reeks films op uw palmares, van sciencefiction en historische drama’s tot avonturenfilms. Wat beïnvloedt die keuzes?
“Ik vertrouw op mijn instinct en dat is me nog nooit slecht bevallen. (lacht) Nu ik wat ouder ben, verkies ik vaker verhalen die in de geschiedenis geworteld zijn, dus ‘Ready Player One’ is een beetje een uitzondering. Ik vind dat we de verantwoordelijkheid hebben om jonge mensen te doen terugblikken op ons verleden, om hen te doen te beseffen dat het niet enkel om dit moment draait. Door sociale media wil iedereen elke seconde gevalideerd worden en die erkenning is het enige wat nog telt. Maar de verwezenlijkingen in onze geschiedenis zijn de reden waarom we op dit punt beland zijn. Door films als ‘Schindler’s List’, ‘The Post’, en ‘Lincoln’ probeer ik dat mee te geven. Anderzijds vind ik sciencefiction de moeite, omdat al die verhalen op een bepaald moment in de toekomst realiteit zullen worden.”
Wat waren uw eerste stappen als filmmaker?
“Op mijn twaalfde was ik er al rotsvast van overtuigd dat ik regisseur wilde worden. In die tijd maakte ik al kortfilms op 8mm. Ik was ook enorm nieuwsgierig naar hoe het er op een filmset aan toe ging, want in die tijd was het leven achter de schermen nog een romantisch mysterie. Als tiener ben ik er eens in geslaagd om een zomer lang elke dag binnen te geraken bij Universal Studios, waar ik filmsets bezocht en immens veel heb geleerd. En toen ik vijftien was maakte ik mijn eerste langspeelfilm, ‘Firelight’. Ik had een klein ideetje en schreef op één nacht tijd een scenario van 40 pagina’s. Langzaamaan, door wat klusjeswerk hier en daar, zamelde ik het geld bijeen om de film te maken. Ik herinner me nog goed dat in één scène een snelkookpan moest ontploffen, dus hadden mijn zus en ik de hele keuken volgesmeerd met eten. We waren van plan alles schoon te maken achteraf, maar de plekken kwamen niet meer van het behang. Alles zag rood! Mijn moeder heeft me dat nooit vergeven.” (lacht)
U bent zowat de bekendste regisseur ter wereld. Heeft u ooit aan uzelf getwijfeld?
“Natuurlijk. Toen ik ‘Jaws’ maakte, had ik heel wat twijfels over mijn carrière, omdat veel mensen rondom me dachten dat ik de film nooit afgewerkt zou krijgen. De oceaan was verschrikkelijk om in te werken en kostte ons massa’s geld. Mijn vrienden dachten dat het mijn laatste prent zou zijn, omdat men vond dat ik financieel onverantwoordelijk was. Gelukkig werd ik