Zo klop je Quick-Step
Het is niet D-day, maar wel B-day. De Vlaamse regering buigt zich vandaag over de veel besproken betonstop en het overkoepelende Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Aan dat plan wordt nu al sinds 2011 gewerkt en het belang ervan is nauwelijks te overschatten. Na onze decennialange kampioenstitels in de ruimtelijke verrommeling, ligt er eindelijk een langetermijnvisie op tafel waar het de komende 25 jaar met het Vlaamse landschap naartoe moet. In een regio waar ruimtelijke ordening in het verleden als een vervelende bijkomstigheid werd beschouwd, komt dat plan geen moment te vroeg. In Vlaanderen wordt nog altijd zes hectare open ruimte per dag aangesneden. Dat is een onhoudbare situatie, zo beseffen de regeringspartijen maar al te goed. De grote lijnen zijn dan ook duidelijk: in 2025 moet de inname van open ruimte terugvallen tot drie hectare per dag om uiteindelijk in 2040 te landen op een volledige betonstop.
Maar of er vandaag ook een beslissing valt in dit zo belangrijke dossier is ondanks de hoogdringendheid nog maar de vraag. Zoals zo vaak in de Belgische en Vlaamse politiek - in dat opzicht verschillen ze weinig van elkaar wordt alles aan elkaar gekoppeld. Het Energiepact, het statiegeld: het is politieke pasmunt voor een akkoord over ons zo dierbare en door Jacques Brel ooit bejubelde Vlakke Land.
Dat is niet alleen cynisch, het doet ons ook vrezen voor een Vlaams compromis à la belge, zonder rekening te houden met de echte gevoeligheden in dit dossier. De vraag is namelijk niet of, maar hoe we die betonstop uiteindelijk willen bereiken. Waar willen we dat Vlaanderen zich in de toekomst nog kan ontwikkelen en waar niet? Het antwoord in de regeringsgebouwen aan het Brusselse Martelarenplein is simpel: dichtbij de centra, waar vandaag de knooppunten en voorzieningen liggen. Dat betekent: binnen de Vlaamse Ruit, ook wel bekend als het centrum van het heelal.
Rond dat middelpunt zweven de dunner bevolkte planeten Limburg en West-Vlaanderen. Als de huidige criteria gehandhaafd blijven, zullen die twee provincies - die net door hun gebrekkige ontsluiting vandaag achterophinken - nog minder ontwikkelingskansen krijgen dan ze nu al hebben. Dat vanuit Brussel wordt geredeneerd dat we met de 3,5 miljard euro aan reconversiemiddelen al genoeg hebben gekregen, helpt niet. De Limburgse werkloosheid mag dan wel onder het Vlaamse gemiddelde zijn gedoken, het mag de toekomstige uitdagingen niet vertroebelen.
Net daarom is het belangrijk dat ook de provincie een eigen stem krijgt in dit debat. Zonder afbreuk te doen aan de overkoepelende ruimtelijke visie, maar wel met voldoende mogelijkheden om zelf keuzes te maken. Of willen we de Vlaamse centralisatie zo ver doordrijven dat de parking straks echt een lege betonvlakte wordt, omdat de bewoners van de andere planeten noodgedwongen moeten samenhokken in woontorens in het centrum van het land?
Willen we de Vlaamse centralisatie zo ver doordrijven dat “de parking” straks echt een lege betonvlakte wordt?