“240.000 Limburgers dupe van betonstop”
Landing van Ruimteplan Vlaanderen is ingezet
BRUSSEL - Zelfs als de Vlaamse regering het ontwerp van Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) fors zou bijsturen, zullen 240.000 Limburgers daar de dupe van worden omdat hun streek geen ontwikkelingskansen zal krijgen. Vandaag zet de Vlaamse regering de landing in van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), ook wel de ‘betonstop’ genoemd. Omdat Limburg nauwelijks openbare vervoersknooppunten en minder voorzieningen (scholen, rusthuizen, winkels…) heeft, zal het in dat BRV minder ontwikkelingskansen krijgen.
Zelfs als de drie Spartacustrams, de 150 B-bushaltes en de grensoverschrijdende treinverbindingen zouden meetellen, zullen nog altijd minstens 240.000 inwoners uit Noordoost- en Zuidwest-Limburg de dupe worden. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). “Naast een ontsluitingsprobleem dreigt Limburg ook een ontwikkelingsprobleem te krijgen”, waarschuwt gedeputeerde Inge Moors (CD&V).
Het groot paasakkoord waar de Vlaamse regering van droomde, komt er vandaag wellicht niet. De drie coalitiepartners hebben het Energiepact (Open Vld), het BRV of Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (CD&V) en het statiegeld (N-VA) aan elkaar gekoppeld. In alle drie dossiers lijkt het water vooralsnog te diep. Ondertussen blijven politiek en economisch Limburg vrezen dat deze groene provincie de dupe wordt van het nieuwe BRV. “De nieuwe studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek VITO bevestigt dit”, zegt gedeputeerde Inge Moors (CD&V). Bart Tommelein (Open Vld) wil dat de Vlaamse regering het licht op groen zet voor het interfederale Energiepact. Door tegenstrijdige verklaringen van de regeringspartijen over de kernuitstap in 2025 gebeurde dat nog altijd niet. Met name N-VA wil een aantal kerncentrales langer openhouden. Die partij wil ook niet weten niet weten van de invoering van statiegeld op petflessen en blikjes. Ondertussen is de nieuwe studie hierover klaar. Die zou volgens insiders “te explosief” zijn om nu al op de regeringstafel te brengen.
Ruimteplan Vlaanderen
Met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) wil de Vlaamse regering een situatie die al decennialang scheef is getrokken, in één generatie corrigeren. Minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) beoogt een betonstop tegen 2040.
Twee weken geleden trok Voka Limburg in deze krant al aan de alarmbel. “Het plan focust op de Vlaamse Ruit, dat meer middelen en ontwikkelingskansen krijgt. kan niet dat Limburg het label van ‘hinterland’ krijgt, met minder ontwikkelingsmogelijkheden maar met groen en open ruimte voor bezoekers uit het centrum”, zei Johann Leten toen.
Het probleem zijn de twee grote criteria waar BRV van uit gaat: de openbare vervoersknooppunten en het aantal voorzieningen (scholen, zorginstellingen, winkels, enz.). Als spoor- en tramwoestijn en bij gebrek aan grootsteden wordt Limburg op beide criteria gestraft.
Nieuwe VITO-studie
In opdracht van het provinciebestuur heeft het VITO een bijsturing gedaan van het ontwerpBRV. “Daarbij werden het Sparcatusplan met haar drie sneltramlijnen, de suboptimale bus- en treinverbindingen (de 150 B-haltes met een halfuurfrequentie) en de grensoverschrijdende openbaar vervoersfaciliteiten mee in rekening gebracht”, zegt gedeputeerde van Ruimtelijke Ordening Inge Moors (CD&V).
Dit bijgestuurde model geeft Limburg al iets meer ontwikkelingsEnergieminister kansen: waar in het huidige ontwerp-BRV 15 procent van de Limburgers in een gebied met goede openbare ontsluiting en goede voorzieningen woont, wordt dat in het bijgestuurde model 29 procent. Qua oppervlakte wordt dat dan 8 procent van het Limburgse grondgebied in plaats van de initiele 4 procent.
Blinde vlekken blijven
Als de Vlaamse regering die bijsturing zou aanvaarden, zullen er vooral in het Maasland, op de as Hasselt-Lommel en het gebied rond Overpelt-Neerpelt meer ontwikkelingskansen komen. Toch zullen ook in dit alternatieve model heel wat gemeenten buiten de boot vallen. Deze blinde vlekken blijven zich vooral situeren in het noordoosten en zuidwesten van Limburg. “Wat wil je als 72 procent van ons grondgebied nauwelijks via openbaar vervoer ontsloten is en weinig voorzieningen telt”, merkt Moors op.
Nefaste gevolgen
De gedeputeerde vreest voor de gevolgen: “Of nu het huidige Vlaamse of het bijgestuurde Limburgse model van openbare vervoersknooppunten wordt gehanteerd, 240.000 Limburgers zullen in een gebied wonen dat nauwelijks ontwikkelingsperspectief krijgt. Dat is 28 procent van onze bevolking. Net door het uitblijven van die bijkomende ontwikkelingen zullen deze gebieden ook nooit hoeven te rekenen op een volwaardig openbaar verHet voer. Ze zitten dus in een vicieuze cirkel.”
Extra criteria
Inge Moors wil dat de Vlaamse regering in haar definitieve BRV rekening houdt met het feit dat:
➜ 72 procent van het Limburgse grondgebied nauwelijks openbaar vervoer heeft en dus noodgedwongen auto-afhankelijk is.
➜ de ligging van Limburg in het centrum van de Euregio met zijn luchthavens (Eindhoven, Luik, Aken en Maastricht) en HST-stations (Luik en Aken) wordt meegerekend.
➜ Spartacus mee in rekening wordt gebracht als openbaar vervoersknooppunt.
“De conclusie is glashelder: het nieuwe knooppuntenmodel uit BRV werkt niet voor Limburg. Als deze provincie geen volwaardig en gebiedsdekkend openbaar vervoer krijgt, heeft ze binnenkort naast een ontsluitings- ook een groot ontwikkelingsprobleem”, besluit Inge Moors.
Nog dit: minister Schauvliege lijkt zich bewust van de situatie, maar politiek en economisch Limburg vreest dat de Limburgse N-VA te weinig gewicht in de schaal kan leggen om de partijtop in Antwerpen te overhalen om de door Limburg gevraagde aanpassingen door te voeren.