Genk krijgt eerste zonnespiegelpark van Vlaanderen
Baanbrekende technologie wekt groene warmte op
GENK - Tegen de herfst moeten in Genk, Antwerpen en Oostende de eerste drie zonnespiegelparken van Vlaanderen operationeel zijn. Die produceren geen stroom zoals gewone zonnepanelen maar groene warmte die kan gebruikt worden door de industrie. De parken worden gebouwd door het Genkse bedrijf Azteq dat spreekt van een baanbrekende technologie.
Eind vorige week kende de Vlaamse regering een subsidie toe van 819.000 euro aan Azteq, een nieuw groen energiebedrijf met zetel in Energy Ville in Genk. De drie parken zullen samen 1,4 miljoen euro kosten. In Genk komen de zonnespiegels op het Thorpark, de oude mijnsite van Waterschei.
Kari Ven van Azteq: “We werken met parabolische spiegels van vijf meter lang en met onze technologie kunnen we temperaturen tot 650 graden Celsius opwekken.”
GENK - Tegen de herfst moeten in Genk, Antwerpen en Oostende de eerste drie zonnespiegelparken van Vlaanderen operationeel worden. Die produceren geen stroom zoals gewone zonnepanelen, maar groene warmte die gebruikt kan worden door grote bedrijven. En dat is erg belangrijk in de energiewende.
“Dit is baanbrekende technologie”, zegt een enthousiaste Kari Ven. De 57-jarige Antwerpse ondernemer stond een kwarteeuw geleden al aan de wieg van de groene energie in Vlaanderen, maar nu pas ligt de weg helemaal open.
Tegen de herfst van dit jaar moeten in de havens van Oostende en Antwerpen en op ThorPark in Genk, de oude site van de mijn van Waterschei, de eerste drie zonnespiegelparken van Vlaanderen operationeel worden.
EnergyVille
De Vlaamse regering kende eind vorige week in haar Paasakkoord een subsidie van 819.000 euro toe aan Azteq. Het splinternieuwe groene energiebedrijfje van Kari Ven heeft zijn zetel in EnergyVille, het Genkse onderzoekscentrum voor hernieuwbare energie. Azteq zal instaan voor de bouw van de drie zonnespiegelparken die samen 1,4 miljoen euro zullen kosten, waarvan 60 procent dus gesubsidieerd wordt.
Tot 650 graden
“We werken met parabolische spiegels van elk vijf meter lang, die in lijnen van 120 meter worden opgesteld”, zegt Ven. “Elke parabool heeft een brandpunt en door die brandpunten op een lijn op te vangen, kunnen we temperaturen van 400 tot 650 graden Celsius bereiken. Dat is voldoende om industriële warmte te produceren, voor bijvoorbeeld brouwerijen of de chemische industrie.” “Net die industrieën hebben veel warmte nodig, legt de Antwerpse ondernemer uit. “Vandaag halen ze die uit de verbranding van gas of olie, terwijl ons proces volledig groen is. Net die industriële toepassing is enorm belangrijk, omdat alles wat de Vlaamse overheid tot nu toe geïnvesteerd heeft in zonnepanelen en windparken alleen maar dient voor de energiebehoefte van de gezinnen. Terwijl net de energie-intensieve bedrijven goed zijn voor twee derde van het totale energieverbruik. Het is daar dat we actie moeten ondernemen.”
Dichtbij afnemers
“Net daarom willen we de zonnespiegelparken ook dichtbij de afnemers bouwen. In eerste instantie gaat het wel om kleine projecten van elk zo’n 1.100 m2 groot. We willen vooral de betrouwbaarheid van de technologie aantonen. Met de geproduceerde warmte kunnen we een beperkt aantal dingen doen. In Genk kan bijvoorbeeld het laboratorium van EnergyVille van warmte worden voorzien, maar we willen ook
een deel van de warmte opslaan in een grote thermosfles zodat we ook ’s nachts energie kunnen leveren. Een deel kan ook omgezet worden in stroom. In dat opzicht is Genk het meest toekomstgerichte project.”
Technologie exporteren
Ven experimenteerde eerder al met zonnethermie, maar volgens hem is de tijd voor een doorbraak in ons land nu pas rijp. “In de Sahara en bijvoorbeeld Marokko zijn al gelijkaardige projecten gerealiseerd, maar de componenten zijn nu pas goedkoop genoeg om ook in West-Europa concurrentieel te kunnen zijn.”
Azteq hoopt met de drie zonnespiegelparken Vlaanderen aan de spits van het onderzoek naar en het gebruik van zonnethermie te brengen. Vandaag is Denemarken koploper en zijn er ook in ZuidFrankrijk enkele proefprojecten. Azteq wil vooral werken met Vlaamse technologie, ook al wor- den de onderdelen vooral in China gefabriceerd.
“Vanuit de rest van Europa wordt met veel interesse naar onze projecten gekeken. Niet alleen de Deense overheid, maar ook de Franse en Duitse volgen dit van nabij. Het is nu aan ons om te bewijzen dat dit ook in West-Europa kan, zodat we onze technologie vervolgens vanuit Genk kunnen exporteren naar de rest van Europa en bij uitbreiding de hele wereld.”
Alle investeringen in groene energie van de Vlaamse overheid dienen voor de energiebehoefte van de gezinnen. Terwijl net energie-intensieve bedrijven goed zijn voor twee derde van het totale energieverbruik
Kari VEN
Azteq