Strijd tegen processierupsen valt niet te winnen
Eerste eikenprocessierupsen komen volgende week uit
HASSELT - Nu het kwik dit weekend richting twintig graden stijgt, worden eind volgende week de eerste processierupsen verwacht. Die eerste kleine rupsen hebben wel nog geen vervelende brandhaartjes. De provincie Limburg houdt zich klaar om te starten met de bestrijding. Daarvoor mag hetzelfde middel als de voorbije jaren worden gebruikt.
Het Provinciaal Natuurcentrum voorspelt dat de eerste kleine eikenprocessierupsen eind volgende week uitkomen. De provincie heeft alvast de goedkeuring gekregen van Europa om de rupsen over enkele weken te lijf te gaan met het bacteriepreparaat Foray 48B. “Omdat dit middel op basis van Bacillus thuringiensis (Bt) als biociden nog niet wettelijk erkend is, hebben de provincies de laatste drie jaar een tijdelijke erkenning aangevraagd voor het gebruik van het product bij de federale overheid. Maar bij een vierde aanvraag beslist Europa over de toelating”, zegt gedeputeerde voor Leefmilieu Ludwig Vandenhove (sp.a). De hinder begint meestal vanaf midden mei tot eind juni, omdat dan de brandhaartjes aanwezig zijn. De bestrijding met het bacteriepreparaat zal voor die periode gebeuren.
Uitgehongerd
Vorig jaar was een rustig rupsenjaar. De late vorst in april 2017 heeft de bestrijding een handje geholpen. “De processierupsen zijn letterlijk uitgehongerd. Door de koude en de vorst groeiden de bladeren van de zomereiken minder snel. De rupsen hadden dus te weinig voedsel om te overleven. De hinder bleef ook beperkt omdat het in juni veel heeft geregend. Mensen komen dan minder snel buiten of kleden zich dikker waardoor ze minder in contact komen met de brandhaartjes”, legt specialist Luc Crevecoeur van het Provinciaal Natuurcentrum uit. Geen toestanden meer zoals in 2007, toen wijlen gouverneur Steve Stevaert zelfs de hulp van het leger inriep in de strijd tegen de processierupsen. Tussen 2005 en 2017 is het kerngebied verkleind tot Lommel, Bocholt, Bree, Kinrooi en Maaseik. Mogen we dan stellen dat Limburg de strijd gewonnen heeft? “Zo mag je dat niet zien. In Noordoost Limburg blijft er een belangrijke kern aanwezig. Als de omstandigheden gunstig zijn, bestaat dus de kans dat de soort de regio gaat bevolken. De eikenprocessierups is een explosieve soort die zeer veel nakomelingen kan hebben en dus snel in aantal kan toenemen, maar ook even snel weer afnemen. We zullen met deze rups moeten leren leven. Verdwijnen zal ze nooit meer. De rups rukt vanuit Zuiden Midden-Europa op naar het noorden. Enkele jaren geleden was onze provincie de meest noordelijke grens, vandaag ligt die grens al in Noord-Nederland en Zweden.” Het Provinciaal Natuurcentrum bereidt zich ook al voor op de komst van een nieuwe soort: de dennenprocessierups. “Als deze rups de Ardennen over geraakt, dan vinden ze in onze Limburgse dennenbossen natuurlijk een uitstekend habitat. Eén geruststelling, de brandharen van deze rups zorgen voor iets minder jeuk.”
Vijanden
Samen met de provincies Antwerpen en Nederlands-Limburg en enkele universiteiten gaat onze provincie ook op zoek naar een duurzame oplossing voor de bestrijding. “Stel dat we op een dag geen toelating meer krijgen voor Foray 48B, dan zullen we op zoek moeten gaan naar een evenwaardig alternatief. Daarom willen we onderzoeken welke natuurlijke vijanden het beste werken. We denken dan aan de inzet van parasitaire vliegen, sluipwespen of aaltjes. Vandaag zorgen die vijanden al voor een vermindering van veertig procent van de rupsen. Daarnaast bekijken we of het landschap anders moet worden ingericht. Concreet: moeten we de bermen meer of minder maaien. Dat zal het onderzoek moeten uitwijzen.”
We zullen met de eikenprocessierups moeten leren leven. Verdwijnen zal ze nooit meer
Luc CREVECOEUR Provinciaal Natuurcentrum