Alles rustig op de oliemarkt, of niet?
Drie redenen waarom de olieprijzen kunnen stijgen
De prijs voor een vat ruwe olie is sinds juni vorig jaar met ruim 40 procent gestegen. Omdat de olieprijs slechts een klein deel uitmaakt van de totale prijs van diesel en benzine, gebeurde dat in alle stilte. Toch zijn er indicaties dat de olieprijs de komende maanden weer kan stijgen.
De voorbije maanden is de olieprijs aan een opmars bezig. De afgelopen dagen flirtte die met de kaap van 70 dollar per vat, maar de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs voorspelt dat de prijs de komende maanden naar 82,5 dollar per vat kan evolueren. In dat geval stijgen ook de brandstofprijzen.
Of het zover komt, valt nog af te wachten. “In het kielzog van de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China lijkt de olieprijs namelijk te temperen”, zegt Gauthier Van Assche van Comfort Energie. Toch zijn er verschillende risicofactoren die de komende maanden de olieprijs de hoogte in kunnen jagen.
1. Venezuela
Het land met een van de grootste oliereserves ter wereld is bijna failliet. De vrees dat de olieproductie in het noodlijdende land helemaal uitvalt, is niet onrealistisch. Venezuela zag de inkomsten uit olie tussen 2014 en 2016 dalen van 110 naar 30 dollar per vat en is daarmee virtueel bankroet. Vandaag is Venezuela amper in staat om de lonen van de oliearbeiders te betalen. “Geld voor het onderhoud van de olie-installaties is er evenmin, wat het risico op productie-uitval nog vergroot”, aldus Gauthier Van Assche. Uit recente cijfers van het financiële persagentschap Bloomberg bleek onlangs dat op een jaar tijd de dagelijkse productie met 800.000 vaten is gedaald tot 1,5 miljoen vaten. Het Internationaal Energie-agentschap bestempelde Venezuela als de grootste risicofactor binnen de Opec.
2. Iran
Dankzij het internationale akkoord over het Iraanse atoomprogramma maakte het islamitische land een comeback op het internationale podium. Vandaag exporteert Iran een groot deel van zijn olieproductie, maar liefst 2,1 miljoen vaten van in totaal 3,8 miljoen vaten ruwe olie per dag. De atoomdeal is broos. Sinds zijn verkiezing heeft de Amerikaanse president Donald Trump herhaaldelijk naar de ‘bad deal’ verwezen en is het niet onwaarschijn- lijk dat de VS de deal eenzijdig opzegt. Hoewel de impact daarvan onduidelijk is, blijft Iran een onzekere leverancier. Met het wegvallen van Rex Tillerson is er in het Witte Huis alvast niemand meer over om Trump inzake Iran wat in te tomen.
3. Vraag en aanbod
Op een totale wereldproductie van 97 miljoen vaten ruwe olie per dag zou het wegvallen van de Venezolaanse en Iraanse productie geen noemenswaardige impact mogen hebben, maar de oliemarkt heeft zich de voorbije jaren drastisch veranderd. In 2014 stortte de olieprijs in elkaar door een overaanbod dat werd veroorzaakt door Noord-Amerikaanse schalie-olie. Vandaag zijn vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd. Door de heropleving van de wereldwijde economie is de vraag naar olie fors gestegen, met 1,6 miljoen vaten per dag in 2017 en met 1,5 miljoen vaten per dag in 2018. “Bovendien zijn de voorraadvijvers in de Verenigde Staten veel minder gevuld dan anders”, weet Gauthier Van Assche. Toch hebben de olieproducerende landen geen belang bij een al te hoge olieprijs. De Saudi’s hebben een prijs van 75 dollar nodig om hun overheidsuitgaven te dekken. Wordt de olie duurder, dan is dat ten gunste van de Amerikaanse schalie-olieboeren. Iran is daarnaast tevreden met 55 à 60 euro, al was het maar om de Amerikanen te koeioneren. De dreigende handelsoorlog zet dan weer een rem op de prijsstijgingen. “Uiteindelijk weet je nooit wat de toekomst brengt”, aldus Gauthier Van Assche.