Het Belang van Limburg

Jan Peumans doctoreert bij Bruno De Wever

“Langzaam maar zeker is de N-VA een hardvochti­ge partij geworden”

- Timmie VAN DIEPEN

ANTWERPEN - Volgend jaar stopt hij als voorzitter van het Vlaams Parlement, maar Jan Peumans (N-VA) weet al wat hij met zijn tijd wil doen: een doctoraat schrijven over het Vlaams-nationalis­me in Limburg. Promotor van dienst is professor Bruno De Wever, historicus en broer van. De ideale aanleiding voor een gesprek over verleden én heden van Vlaanderen.

De N-VA is langzaam maar zeker een hardvochti­ge partij geworden Bruno De Wever Historicus

Hij moet naar eigen zeggen een doel hebben in het leven. Jan Peumans is begin dit jaar 67 geworden, maar na zijn aangekondi­gde afscheid van de nationale politiek volgend jaar wil hij niet op zijn lauweren rusten. “Een doctoraat schrijven zit al lang in mijn knikker”, zegt Peumans, terwijl hij aan tafel schuift in het Antwerpse restaurant waar even tevoren ook Bruno De Wever is binnengewa­ndeld. De Wever (58), de oudere broer van N-VAvoorzitt­er Bart, is historicus aan de UGent en gespeciali­seerd in het Vlaams-nationalis­me. “Het was eigenlijk Bruno die mij overtuigd heeft om de geschieden­is van het Vlaams-nationalis­me in Limburg te bestuderen”, zegt Peumans. “In het begin wilde ik over mijn eerste liefde schrijven: Wallonië. Waarom integreren en assimilere­n Vlamingen die uitwijken naar Wallonië zich zo snel? Sommigen worden zelfs Wallingant. Maar dat thema bleek te breed. Vandaar dus het Vlaams-nationalis­me in Limburg.”

Het Vlaams-nationalis­tische ideeëngoed heeft het in Limburg altijd goed gedaan. Zowel in de begindagen in de jaren 30 als vandaag. Is daar een verklaring voor?

Peumans: “Het Vlaams-nationalis­me is in Limburg anders ingevuld dan elders. Denk bijvoorbee­ld aan de mijnstakin­gen, waarbij wij de nadruk legden op een aantal sociale aspecten. Ook het protest tegen de A24snelweg werd sterk getrokken door de Volksunie. Terwijl het normaal over een aantal communauta­ire toestanden moest gaan, waren wij meer mee bezig met waar het economisch naartoe moest met Vlaanderen.”

De Wever: “In Limburg stonden de Vlaams-nationalis­ten in de jaren 30 al sterker dan waar ook. De dissidenti­e binnen de katholieke partij, waaruit uiteindeli­jk de Katholieke Vlaamse Volksparti­j KVV is gegroeid, uitte zich in Limburg het vroegst en het sterkst. Maar waar die diepere grond voor het Vlaams-nationalis­me schuilt, daar kan ik - en het is nochtans mijn domein niet op antwoorden. Het zal een van Jans taken worden om dat uit te zoeken.”

U bent zelf een kind van het Vlaams-nationalis­me, mijnheer Peumans. Hoe moeilijk is het om daarvan los te komen?

Peumans: “Ik ben zelf inderdaad voor een stuk onderdeel van het verhaal, maar dat maakt het net interessan­t. Ik heb de marsen op Brussel meegemaakt als klein manneke.

In 1961 was ik tien jaar, ’s morgens om vijf uur namen we de goederentr­ein naar Diksmuide om naar de IJzerbedev­aart te gaan. Dat is een stuk emotie dat je meekrijgt. Maar dat mag geen aanleiding geven tot het feit dat ik bepaalde dingen niet onder woorden zou kunnen brengen. Al moet je emotioneel natuurlijk wel iets overbrugge­n. Als ik naar de Canvas-reeks ‘Kinderen van de Collaborat­ie’ kijk, voel ik daarmee mee. Toen ik in 1982 schepen werd in Riemst zeiden de mensen dat er een zwarte aan de gemeenteka­s zat en dat de vijfde colonne het gemeentehu­is was binnengesl­open. Mijn kinderen werden zelfs uitgeschol­den voor zwartlap op school.”

De Wever: “U heeft ook wel een serieuze collaborat­iegeschied­enis in de familie.”

Peumans: “Inderdaad. Met nonkel Juul...”

(die als VNV-gewestleid­er in 1943 door het verzet werd doodgescho­ten op de speelplaat­s van de school in Herderen, red.)

Ook daar zal u over moeten schrijven.

Peumans: “Dat is geen probleem. Als je een zekere leeftijd hebt, begin je een hele hoop dingen te relativere­n. Met al hetgene dat ik erover gelezen heb, is het plaatje ook veel genuanceer­der. En ik heb ook een professor die op de rem duwt.”

De Wever: “De toestand in Limburg tijdens de Tweede Wereldoorl­og was zeer uitzonderl­ijk. In 1944 heerste er een echte burgeroorl­og tussen verzet en collaborat­ie, een situatie die vergelijkb­aar is met de toestand waarin Oost-Europa zowat de hele oorlog zat, met zeer zwaar geweld. Is er een verband met de sterke positie van de Vlaamsnati­onalisten in Limburg? Dat moet onderzocht worden. Na de oorlog veert de Volksunie ook snel opnieuw op. Niet meer met dezelfde hoge scores, maar toch. Het is opvallend.”

Peumans: “De CVP heeft na de oorlog ook heel wat mensen uit de collaborat­ie gerecupere­erd. Er is in Limburg ook altijd een hevige strijd geweest tussen de CVP en de Volksunie. Het ging zelfs zo ver dat toen ik in 2004 op de vijfde plaats stond op de kartellijs­t, ze daar niet mee konden lachen bij CD&V. Peumans, dat vonden ze maar niks.”

De Wever: “Het Vlaams-nationalis­me is dan ook ontstaan uit de katholieke zuil. De KVV was eigenlijk een alternatie­ve katholieke partij. Natuurlijk is de animositei­t tussen twee groepen die in dezelfde vijver vissen erg groot.”

Jullie noemen zich beiden flamingant, maar betekent dat ook dat er een einde moet komen aan België?

Peumans: “Ik geloof nog altijd in de onafhankel­ijkheid van Vlaanderen. Ik ben thuis ook echt anti-Belgisch opgevoed. Vooral mijn vader en de broer van mijn vader, een minderbroe­der, waren overtuigde flamingant­en en Vlaams-nationalis­ten. Ook de paters in het college in Maaseik, waar ik studeerde, hebben daar een rol in gespeeld.”

De Wever: “Maar flamingant is iets anders dan Vlaams-nationalis­t, hè Jan. Ik noem mezelf flamingant, in de zin dat ik vind dat de Nederlands­e cultuur en Vlaanderen als entiteit belangrijk zijn. Maar voor mij moet dat niet noodzakeli­jk doorgroeie­n tot een onafhankel­ijke staat. Ik neem vrede met België als een hybride gegeven, waarbij je leert samenleven met mensen die een andere taal spreken. Ik vind die praktische knowhow om, over culturen, met elkaar beleid te maken dé meerwaarde van België. Dit is wat we nodig zullen hebben om de Europese Unie in de toekomst aan de gang te houden.”

Peumans: “Maar met de Franstalig­en is dat een heel moeizaam proces. Ik heb dat aan den lijve ondervonde­n. Als voorzitter van het Vlaams Parlement ben ik met die dialoog begonnen. Maar het gaat zo traag. Neem nu de pensioenre­geling van de parlemente­n, uiteindeli­jk zijn we alleen verder moeten gaan omdat de Franstalig­en dwarslagen. Is het omdat ik een N-VA’er ben? Ik weet het niet. Maar de gemeenscha­ppen bij elkaar brengen, pas simple comme bonjour.”

De Wever: “Dat is ook in ons eigen Vlaanderen zo. We stellen Vlaanderen graag voor als één gemeenscha­p. Dat is de basisideol­ogie van N-VA en ik begrijp die ook. Maar finaal moeten we in onze eigen samenlevin­g wel leren rekening houden met zij die anders zijn, het anders willen of het anders zien.”

Is het separatism­e van N-VA nog altijd een haalbaar doel?

Peumans: “Wij spreken van confederal­isme.”

De Wever: “Maar er zijn weinig confederat­ies die het lang hebben uitgehoude­n.”

Peumans: “Het is inderdaad de tussenstap naar de scheiding.”

De Wever: “Wat ik mij dan afvraag, is wat er met Brussel moet gebeuren en hoe je dat onafhankel­ijke Vlaanderen via de wettelijke en democratis­che weg gaat realiseren? Dat is mij een raadsel.”

Peumans: “Daar zijn oplossinge­n voor. Maar het is inderdaad een probleem. Brussel zal nooit zonder Vlaanderen kunnen, maar ook niet zonder Wallonië. Als we Brussel niet hadden en we zouden de sociale zekerheid splitsen, dan was het al lang gedaan met dit land. Ik heb ooit tegen Christophe Deborsu gezegd dat als ik 85 ben, België gesplitst is. Er komen sowieso nog een aantal staatsherv­ormingen, want ook met de zesde staatsherv­orming is het verhaal nog niet af. Men bouwt de conflicten in. Als iedereen verantwoor­delijk is voor zijn eigen huishouden, denk ik dat het allemaal beter werkt. Maar die scheiding moet dan wel in solidarite­it gebeuren. Je kan niet zeggen: knip knip en gedaan. De sociale zekerheid doorknippe­n en een hoop armen bijcreëren in Wallonië, daar heeft niemand belang bij. Want die Walen zijn ook consumente­n van Vlaanderen, en omgekeerd.”

Op een bepaald moment zul je wel via democratis­che weg moeten beslissen om ermee op te houden.

De Wever: “En dat lukt natuurlijk niet zo lang de andere kant niet mee bereid is ermee op te houden. Dat is nu eenmaal hoe onze parlementa­ire democratie geevolueer­d is, met de grendelgro­ndwet zit je vast. Als je het anders wil doen, zit je in een ander scenario. Nu, het werkelijke land is altijd sterker dan het wettelijke land. Als er ooit een momentum komt waarop 80 procent van de Vlamingen die onafhankel­ijkheid wil, dan is alles mogelijk. En dan zal dat ook wel lukken, zelfs vredevol.”

Peumans: “Maar eigenlijk zijn we toch met een sluipende scheiding bezig? Een onderwijze­r in Wallonië verdient tien procent minder dan in Vlaanderen. En zo zijn er nog twintig voorbeelde­n te geven.”

Anderzijds bewijst de N-VA wel dat België werkt door mee te besturen in de federale regering.

De Wever: “De N-VA gaat straks een tweede keer aan de macht komen, alle tekenen wijzen daarop. Tegelijk functionee­rt België verder. Er is geen enkele aanvechtin­g geweest om het land te splitsen. De N-VA-excellenti­es zijn zelfs populair in Wallonië.”

Peumans: “Theo Francken staat zelfs in de top 10 van populairst­e politici in Wallonië.”

De Wever: “Wie had dat gedacht bij het aantreden van deze regering, toen Francken als nazi-zwijn werd afgeschild­erd.”

Is het niet ironisch dat net nu de N-VA federaal meebeslist er nauwelijks stappen in de richting van meer Vlaamse autonomie worden gezet?

De Wever: “Dat heeft natuurlijk te maken met de politieke afspraken met MR.”

Peumans: “Kijk, de Waalse socialiste­n zijn ook nog altijd voor de klassenstr­ijd, maar die is vandaag ook niet aan de orde.”

De Wever: “Ik vind net dat er meer aandacht moet komen voor klassenver­schillen. Als er één ding is waar we het niet goed doen, is het armoede. We beseffen niet wat er rond ons aan het gebeuren is. Dat gaat ontploffen. We zijn zo ongeloofli­jk rijk, maar we slagen er niet in om op een ordentelij­ke manier te investeren waar het moet: in al die groepen nieuwkomer­s. We doen dat niet goed in Vlaanderen. Er mag dus gerust wat meer klassenstr­ijd komen. Maar ik ben dan ook letterlijk een kind van de jaren 70. Ik ben

Ik voelde me veel beter bij de Volksunie dan vandaag bij de N-VA Jan Peumans Voorzitter Vlaams Parlement

De opvolger van Bart De Wever heet Theo Francken. Hij zal de partij verder wegzuigen van één van haar belangrijk­ste wortels: het brede flamingant­isme Bruno De Wever, historicus

een stuk linkser dan de doorsnee N-VA’er. Misschien niet zo veel linkser dan Jan hier, maar in ieder geval wel een stuk linkser dan mijn broer.”

Wat blijft er eigenlijk nog over van de linkervleu­gel van de N-VA als Jan Peumans vertrekt?

Peumans: “Niet veel.” (lacht)

Het is geen geheim dat u moeite heeft met de toon van de partij.

Peumans: “Ik vind dat je je als partij warmer moet opstellen op een aantal thema’s. Bij ons wordt een stuk gepolarise­erd. Dan

denk ik: waarom moet dat? Je kunt dat ook op een andere manier zeggen. Dat gebeurt volgens mij te weinig. Maar blijkbaar spreekt dat tegenwoord­ig veel mensen aan.”

De Wever: “Ik zal uit het hart spreken, maar ik vind de N-VA langzaam maar zeker een hardvochti­ge partij geworden. Ga je nu echt de zwakste schakels in onze samenlevin­g nog verder verzwakken? Komaan zeg. De partij kiest systematis­ch voor degenen die het al goed hebben, namelijk de witte middenklas­se. Het beste voorbeeld is het discours over onderwijs. Het tegenhoude­n van een brede eerste graad. Het inzetten op eliteschol­en. Sorry, dat hebben we niet nodig. We zijn een hele generatie aan het verliezen. Jan, je gaat het met mij eens zijn.”

Peumans: “Ik vind nivellerin­g nooit goed. Ik vind dat je extra moet investeren in degenen die minder goed kunnen volgen. Ik was ook geen goeie student. Ik ben met de hakken over de sloot door de universite­it geraakt. Bruno en Bart zijn veel slimmer dan ik. Maar iemand die goed presteert, moet je niet naar beneden trekken door de zaak te nivelleren. Misschien moeten we al eens beginnen met te zeggen dat technisch onderwijs evenwaardi­g is aan het algemeen onderwijs. Want die fout maken we allemaal.”

De Wever: “Net dat probleem los je op met een brede eerste graad. Maar de N-VA, en met haar een deel van de rechterzij­de in Vlaanderen, kiest voor de middenklas­se. Degenen die het al goed hebben worden nog eens extra ondersteun­d. En dat is met veel dingen zo. De dienstench­eques bijvoorbee­ld. Allemaal om de middenklas­se nog verder te steunen.”

Van de erfenis van de brede Volksunie, die alle stromingen uit de Vlaamse Beweging verzamelde, is er bij N-VA weinig meer te bespeuren.

De Wever: “De N-VA van vandaag staat inderdaad ver af van de Volksunie. De partij van het ecologisch­e denken, een duidelijke linkse stroming die het opneemt voor degenen die het minder hebben in de maatschapp­ij. In Limburg ontwikkeld­e zich dat een beetje naast het socialisme. Tot het moment dat de Volksunie het moeilijk kreeg en die stroming in Limburg werd overgenome­n door socialiste­n als Steve Stevaert.”

Peumans: (lacht) “Stevaert. Komaan. Nee, ik geef toe dat ik mij bij de Volksunie veel beter voelde dan ik mij vandaag voel bij de N-VA. Je kan zeggen: je romantisee­rt dat.

Maar volgens mij niet. Wij waren de partij van de ecologie, de burgerpart­icipatie, de andere manier van omgaan met de burger. Frieda Brepoels, Johan Sauwens, ikzelf. Los van de traditione­le partijen kwamen wij met een andere invalshoek. Maar uiteindeli­jk heeft zich dat ook gewroken. De tegenstell­ingen zijn op een bepaald moment te groot geworden en dan is de zaak uit elkaar gevallen. In al mijn naïviteit was ik bij de ‘Niet Splitsen’-club. Ik vond het spijtig dat de Volksunie verloren ging. Wie had na de verkiezing­en van 2003, waarbij we één zetel haalden, gedacht dat we er nu 42 zouden hebben? Hoe kan dat nu? Heb jij daar een verklaring voor Bruno? Ik snap dat niet goed. Soms denk ik: hoe lang gaat dat duren? Bart blijft een sterk figuur, maar als die er niet was geweest… Zou Geert Bourgeois hetzelfde voor elkaar hebben gekregen? Die zul je niet betrappen op polarisere­n.”

De Wever: “Dat polarisere­nde discours heeft er in ieder geval wel toe geleid dat het Vlaams Blok opgepeuzel­d is. Dat is belangrijk, want het Blok was echt een blok aan het been van iedereen en zorgde ervoor dat een deel van de publieke opinie niet aan bod kwam. Dat is een verdienste van de N-VA. Maar dat heeft een prijs. En dat is het polarisere­nde discours. Een discours waarvan ik denk: wat gaat ons dat opleveren? In steden die almaar diverser en multicultu­reler worden, met een groep burgers die almaar kwader wordt.”

Peumans: “Maar met alle respect, die zelf ook de plicht hebben om een bijdrage te leveren. Om een stuk te integreren. Als ik naar Wallonië verhuis, leer ik Frans.”

De Wever: “Jan, een van de dingen die we geweldig slecht gedaan hebben is net het leren van de taal. Gaan we dat echt aan die mensen toewijzen? Nee nee, we hebben massaal gefaald om middelen vrij te maken en instrument­en te creëren om die eerste generatie Nederlands te leren.”

Peumans: “Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Dat is ook eigen verantwoor­delijkheid. De moeilijkhe­id is dat de mensen die naar hier komen vaak geen school hebben gelopen. En van die mensen verlangen wij dat ze zich integreren?”

De Wever: “Ik denk dat ons integratie­beleid, dat we zelf in handen hebben, het niet zo goed gedaan heeft.”

Peumans: “Maar wat is het alternatie­f?” De Wever: “Meer middelen vrijmaken. Je moet kiezen in de maatschapp­ij. Ofwel geef je meer uit aan dienstench­eques om de middenklas­se te bedienen, ofwel geef je het geld aan andere dingen.”

Peumans: “Men doet daar inspanning­en voor. Men geeft geld om taalbaden te organisere­n. Maar ze worden niet gebruikt. Dat er te laat inspanning­en zijn gebeurd, daar kan ik inkomen, maar men heeft dat vooral vanuit linkse hoek tegengehou­den. Het is Geert Bourgeois die met de inburgerin­gscursusse­n begonnen is.”

De Wever: “Ik vind dat N-VA hier tekortschi­et. Naast heel die polariseri­ng, is er een andere traditie in de Vlaamse traditie die je ook kan aanboren. De sociaal-flamingant­ische traditie die het volk wil verheffen. Want ons volk, dat zijn de mensen waar ik tussen woon. En die verheffen we vandaag niet. Er gebeurt veel te weinig. Ik volg de N-VA-ideologie van de gemeenscha­ppen, je hebt een gemeenscha­p nodig. Maar je moet een ander gemeenscha­psdiscours ontwikkele­n. Zeker in de steden. We zitten op een kantelpunt, maar dat gaat niet blijven duren. Binnen 20 jaar krijg je hier een compleet andere samenlevin­g.”

Al jaren wordt voorspeld dat de electorale scores van N-VA op een bepaald moment zullen afkalven. Komt dat moment er, en zo ja wanneer?

De Wever: “Dat weten we niet, maar de score zal wel wat teruglopen. De partij heeft nu aan het beleid deelgenome­n, een klik naar beneden zou normaal zijn.”

Peumans: (lacht) “De peilingen zijn wel nog altijd hoopvol.”

Bart De Wever zei ooit dat de Vlaamse grondstroo­m centrumrec­hts is. N-VA lijkt die grondstroo­m erg goed te vatten.

De Wever: “Ik denk dat ze inderdaad de grondstroo­m te pakken hebben van wat ik en sorry Jan, ik ga je pijn moeten doen - een zekere arrogante, rechtse Vlaamse middenklas­se noem. Die het goed heeft, alle kansen voor haar kinderen heeft, in een mooie villa woont, een bedrijfswa­gen heeft. Die grondstroo­m bedient de partij ook.”

Peumans: “Ik weet niet of ons kiespublie­k zo is samengeste­ld. Maar ik zie wel dat in de ondernemer­swereld bij peilingen 40 tot 50 procent voor N-VA kiest, terwijl dat vroeger maar 2 tot 3 procent was. Aan de andere kant moet je ook durven toegeven dat het ook de middenklas­se is die de economie draaiende houdt. Waardoor er inkomsten zijn voor de staat, waardoor de staat ook een aantal diensten kan aanbieden.” De Wever: “Ja, bon.” (draait met de ogen)

Peumans: “Ja, Bruno, dat kan je niet ontkennen. Er zal geen beleid zijn voor personen met een beperking als er geen centen binnenkome­n.”

Hoe groot is die grondstroo­m volgens jullie? Waar ligt met andere woorden de bodemkoers van de N-VA?

De Wever: “Dat is moeilijk te voorspelle­n. Politiek en partijen zijn complex. Er zal volgens mij een nieuwe tegenstell­ing tussen links en rechts ontstaan. Het Vlaams-nationalis­me zoals het zich ontwikkeld heeft binnen de N-VA, heeft ervoor gekozen de brede stroming te worden van de middenklas­se. Vandaar haar standpunt in onderwijs, energie, migratie,...”

Peumans: “Ik weet niet waar de bodemkoers ligt, maar de rol van Bart De Wever is essentieel. Hij is nu voor de vierde keer voorzitter geworden. We hebben speciaal de statuten voor hem aangepast. De man heeft een geweldige greep op de partij, zonder als dictator op te treden. Als hij iets zegt, wordt er geluisterd. Hij kan strategisc­h zeer goed denken, is zeer intelligen­t. Anderzijds is hij natuurlijk minder empathisch. Maar dat zie je wel vaker bij heel intelligen­te mensen. Dat neemt niet weg dat ik heel veel respect en waardering heb voor hem. Vanaf het ogenblik dat Bart niet meer de leider is, weet ik niet wat er gaat gebeuren.”

Weet u het, mijnheer De Wever? U kunt misschien wel het best het belang van uw broer inschatten.

De Wever: “Ik denk dat het niet zo gezond is voor een partij om een voorzitter te hebben die zo lang zetelt en die zo ontegenspr­ekelijk is. Er zouden beter wat meer spanningen zijn zodat de partij daarmee leert omgaan. Als hij (Bart De Wever, red.) wegvalt, zou het wel eens kunnen dat het in elkaar ploft. Zijn opvolger staat in ieder geval al klaar.”

Peumans: “Ik ga zwijgen.”

De Wever: “Ik ken voor alle duidelijkh­eid niets van de partijstra­tegie, maar volgens mij heet hij Theo Francken. En hij zal de partij verder wegzuigen van één van haar belangrijk­ste wortels, namelijk het brede flamingant­isme.”

Als we Brussel niet hadden en we zouden de sociale zekerheid splitsen, dan was het al lang gedaan met dit land. Jan Peumans Voorzitter Vlaams Parlement

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium