Citroen
Zalm, citroen, koper en aardewerk. De achttiende-eeuwse meester Luis Meléndez schildert het intense leven van gewone Spaanse dingen.
Bodegon
Het lijkt of ze nog aan elkaars gezelschap moeten wennen. De moot zalm, de citroen, de drie potten: een geelkoperen, een roodkoperen en een aardewerkkruik uit Alcorcon bij Madrid. Uitgestald op een houten tafelblad vormen ze wat in het Spaans een ‘bodegon’ heet. Het woord betekent ‘stilleven’ maar het komt van ‘bodega’: wijnkelder, voorraadkamer. Van links valt licht de Spaanse schapraai binnen. Het koestert het werk van de koperslager en de pottenmaker maar ook de nietige scherf die als deksel voor het kruikje dient. De roodkoperen pot met zijn zwarte hengsel en handvat is zo goed als een personage: beetje bazig in zijn bolheid.
Citroen
Tegen de bruine achtergrond (het lange handvat van een lepel of roerstok accentueert de overgang van tafelblad naar wand) licht de schil van de citroen op - zuidvrucht en vooral perfecte vorm. Daarom legt de kunstenaar hem alleen, eenzaat in het gezelschap. Vandaag zouden we de manier van schilderen van Luis Egidio Meléndez de Rivera Durazo y Santo Padre (17161780) als hyperrealisme omschrijven. De kunstenaar is een virtuoos in het beschrijven van de stoffelijke verschijning van doodgewone dingen. Hoe mals en sappig toont de zalm zijn rauwe vlees: de gelaagde textuur, het bot in het midden, het grijze vel. Simpele contrasten: ronde vormen, rechte lijnen, warme bruinen, het koele geel van de citroen. De weelde van bijna niks.
Genre
Op de Spaanse stillevententoonstelling in Bozar is niet één maar een heel wandje Melendez te zien. De schilderijen komen oorspronkelijk uit het Gabinete de Historia Natural del Principe de Asturias, sinds 1778 onderdeel van de Spaanse koninklijke collectie, nu in het Prado. Ze maken deel uit van een reeks van zo’n honderd stillevens waarmee Meléndez alle voortbrengselen van de Spaanse bodem wilde documenteren. De patriottische onderneming genoot een tijdlang de bescherming van de latere koning Karel IV tot die de geldkraan dichtdraaide. Melendez vulde er de laatste decennia van zijn leven mee, nadat hij samen met zijn vader wegens een ruzie uit de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten was gezet. Einde veelbelovende carrière. Opdrachten voor historieschilderijen en portretten droogden op, Meléndez bleef enkel de optie van het nederige stilleven. Zijn verlies, onze winst.