Het Belang van Limburg

“Hoog tijd voor iets anders”

- Opgetekend door Rob RODIERS in Tielt

“Ik heb een baas die nooit content is. Hoewel?”

De Roubaixsta­tistieken van Wilfried Peeters, bij de roedel jonge wolven van Quick Step Floors beter bekend als Fitte, zijn ronduit indrukwekk­end. In elf deelnames stond de Mollenaar tweemaal op het podium (tweede in 1999, derde het jaar voordien) en wist hij zich nog tweemaal in de toptien te plaatsen. Zowel met een krom als met een rond stuur in handen behoorde hij zesmaal tot het winnende kamp. Met andere woorden, sinds 1990 reeds Wilfried Peeters twaalf keer van de hel recht in de hemel. Cijfers die schreeuwen om een blik in de interne keuken van Patrick Lefeveres sous-chef.

De begroeting tussen Fitte en Summie in Hotel Shamrock in Tielt is hartelijk. De streekgeno­ten kennen elkaar dan ook al jaren. In 2002, nog voor Tom Boonen onder Peeters’ vleugels uitgroeide tot een wereldtopp­er, werkten de twee zowaar even samen. Peeters als eerstejaar­s ploegleide­r bij Domo-Farm Frites. Vansummere­n als stagiair die de overstap maakte naar de grote jongens. “Als groentje werd ik in de selectie voor de Ronde van Polen gedropt met namen als Vandenbrou­cke, Virenque en Vainsteins. He-le-maal kapot kwam ik thuis (lacht).”

Peeters: “Goh, da’s just. (Mijmerend) De tijd gaat snel, hè.”

Vansummere­n: “Wilfried, jouw statistiek­en spreken voor zich. Mogen we daaruit concludere­n dat jij de enige echte Mister ParisRouba­ix bent?”

Peeters: “(Begint hard te lachen en wijst in noordelijk­e richting) Rij naar Eeklo! Ga dat tegen Roger (De Vlaeminck, nvdr) zeggen! Nee serieus, ik zat inderdaad vaak in het winnende kamp. Bij mijn tweede deelname in 1991 wist ik al dat deze wedstrijd mij lag. Ik eindigde zesde. Winnaar Marc Madiot was leper en sterker dan ik. Ik zette mijn aanval, in de chicane van Carrefour de l’Arbre, te vroeg in. Maar ik wist die avond wel dat ik in de Hel kon meestrijde­n om de zege.”

Vansummere­n: “Roubaix is natuurlijk een koers waarvan velen in het peloton denken dat ze ‘m kunnen winnen.”

Peeters: “Omdat de koers gebaseerd is op uithouding. Johan, jij en ik hebben uren op kop gereden van het peloton. Daar krijg je als coureur een zware moteur van. Wij gingen niet kapot. Kijk, Roubaix is heel simpel: volgen, volgen en nog eens volgen. En doseren: als tweede de stenen opdraaien om er als vijfde van af te komen, als zevende erop en als de tiende er weer af. Dat is de kunst.”

Dominant Mapei

Vansummere­n: “In 1996 reed Mapei met drie renners gelijktijd­ig over de streep in Roubaix. Zit een gelijkaard­ig kunstje er zondag opnieuw in?”

Peeters: “(Haalt de schouders op) Ken je de voorgeschi­edenis van die editie, Johan? Op de tweede kasseistro­ok rijdt Zabel weg met Desbiens en ik. Musseuw dicht het gat op ons. Wij zijn met ons drieën blijven rijden met Johan in ons wiel. Drie ploegen gingen in de achtervolg­ing en wisten ons na een ziedende jacht weer in te rekenen bij het Bos van Wallers. In de daaropvolg­ende strook gaven de Mapei-jongens er een nieuwe snok aan en ze reden met vieren weg: Museeuw, Tafi, Bortolami én Ballerini, die achteraf is lek gereden. Zie je? Zo pak je Parijs-Roubaix het best aan.”

Vansummere­n: “Had je zelf ook een Roubaix-editie kunnen of moeten winnen?”

Peeters: “Het jaar dat Tafi won (1999, nvdr), ging hij achter mij aan. Waarna hij aan de rechterkan­t van de weg ging rijden. Van Bon bleef in mijn wiel zitten en Aneens drea pakt 10, 20, 50 meter. Hij was weg, zonder te demarreren. Mijn laatste Roubaix (in 2001, nvdr)een natte trouwens - had ik ook kunnen winnen. Ik reed in mijn eentje vooruit van het Bos van Wallers tot Gruson. In Avelin, viel een motard voor me op ocharme een strookje van 700 meter. De fotograaf die achterop zat viel even- en raakte met zijn lens de kasseien. Waarna ik lek reed op zijn glasscherv­en. Van iemand langs de kant van de weg kreeg ik een Spinergy-wiel toegestopt. Wist ik veel dat er 8,5 kilo druk in zat. Ik botste van de ene kassei naar de andere. Mijn armspieren ontploften haast. Nadat ik weer was ingelopen, eindigde ik nog zesde. Knaven won dat jaar. Daarop ben ik maar gestopt met koersen (knipoogt).”

Vansummere­n: “Ik heb me laten vertellen dat je achteraf je streekgeno­ot Ludo Dierckxsen­s niet meer hebt opgezocht om samen te trainen. Hoewel jouw voorsprong groot was, bleef Ludo lustig verder kachelen op kop van het achtervolg­ende groepje.”

Peeters: “Ik heb achteraf woorden gehad met Ludo, ja. Maar dat is gepasseerd. Mijn eerste gedacht na die editie was: volgend jaar kom ik terug en probeer ik het opnieuw.” Vansummere­n: “Maar dat was buiten Patrick Lefevere gerekend. Hij zag in jou een ploegleide­r en wilde dat je de volgende Roubaix vanuit de volgwagen meemaakte.” Peeters: “(Knikt) Patrick weet zijn momenten wel te kiezen (lacht). Na een rit in de Ronde van Zwitserlan­d over de Gotthardpa­s – ik was compleet choco gereden - stelde hij mij voor een ultimatum. Hij zei: ‘Wilfried, als ik een jonge ploegleide­r vind en die doet het goed, dan ga ik die niet zomaar buiten smijten. Denk goed na’. Na twee uurtjes pro’s en contra’s afwegen, zei ik ja. Het is de beste beslissing in mijn leven gebleken.”

Je moet de jongens altijd bij de les houden. Bij verlies en al zeker als de zeges zich opstapelen Wilfried PEETERS Quick Step Floors

“Net door Lefevere zijn gedrevenhe­id staat de ploeg nu waar ze staat”

Philippe Gilbert

Vansummere­n: “Bondscoach Kevin De Weert zei voor aanvang van het klassieke voorjaar in Het Belang van Limburg: ‘Ik geef Phil zeker een kans in de Hel want hij beschikt over de meest ervaren gidsen om hem erdoor te leiden’.” Peeters: “Ik denk dat Tom (Steels, nvdr) en ik de perfecte combinatie vormen. Parcourske­nnis is erg belangrijk in deze koers. Een roadbook van Parijs-Roubaix hoef je mij niet meer in mijn handen te duwen. Vanuit het Bos van Wallers rij ik blind naar de velodroom. Wout van Aert gaat erg sterk voor de dag komen maar hij gaat van zijn krachten verliezen bij gebrek aan ervaring. Philippe Gilbert zal het zondag niet aan parcourske­nnis ontbreken. Die gaat die beelden van de voorgaande edities al honderden keren gezien hebben. Bovendien, Phil kan een koers lezen. Nu, Tom en ik zullen hem sowieso moeten gidsen. Als we hem tot aan kilometerp­aal 230 kunnen krijgen, gaat het een kwaaie klant worden. Maar je moet ‘m daar kunnen krijgen natuurlijk.”

Vansummere­n: Dan had je met Boonen minder werk.”

Peeters: “Ook pas de laatste jaren. Er bestaan beelden van Eurosport waarin je Steels en mij Tom ziet sturen door de Hel. De hele tijd waren we in de weer in zijn oortje. ‘Hier rustig houden’, ‘Laat ze maar passeren’, ‘Probeer op dit stuk maar eens iets’… Het leek wel alsof we een Playstatio­nconsole bedienden.”

Vansummere­n: “Hoe ga je zondag al die favorieten binnen jouw ploeg op één lijn krijgen?” Peeters: “Na Kuurne-BrusselKuu­rne was ik vies. Ik zei: als we zo blijven fietsen, winnen we geen enkele koers. Collectief waren we nergens. Een ander gevaar is euforie. Je moet de jongens altijd bij de les houden. Bij verlies en al zeker als de zeges zich opstapelen. Zonons dag zullen ze opnieuw alert moeten zijn want de andere teams zitten klaar om ons in het verlies te rijden.”

Vansummere­n: “Zal het kwestie zijn van vroeg te vertrekken zodat je niet achter je eigen ploegmaat gevangen zit?” Peeters: “(Kordaat) Steels en ik zullen zondag in de volgwagen bepalen hoe er moet gereden worden. Uiteraard na eerder overleg met de jongens. Als wij nee zeggen, is het nee.”

Vansummere­n: “Ik ken nochtans weinig renners die opstandig zijn. De meesten luisteren braafjes naar wat hun team hen brieft.”

Peeters: “Anders rijden ze zondag niet mee, Johan. Zo simpel is ‘t. Wij moeten zorgen dat de ploeg wint. Wie er zondag als eerste over de streep rijdt van de ploeg, interessee­rt mij geen bal. Rik Verbrugghe zocht me na de E3 Harelbeke op en zei: ‘Wat er bij BMC gebeurd is, gaat jullie niet overkomen’. Fabio Baldato heeft achteraf toegegeven dat ze geen orders hadden gegeven vanuit de wagen. Je ziet wat ervan komt. Hetzelfde overkwam ons in die bewuste Omloop Het Nieuwsblad waarbij Stannard met drie van onze renners naar Gent reed. We hadden geen radioverbi­nding, dus moesten de jongens zelf het commando nemen. Je hebt gezien wat ervan kwam! Achteraf bekeken kwam dat pijnlijke verlies ons, ploegleide­rs, niet slecht uit want zo konden wij hen er fijntjes op wijzen dat als zíj de beslissing­en nemen, het gegarandee­rd fout loopt. Vanaf dat moment heeft Boonen gezegd: nu moet er duidelijkh­eid komen.”

Boordcamer­a’s

Vansummere­n: “Om de attractivi­teit van de sport te vergroten krijg je sinds enkele jaren te maken met camera’s aan boord van de ploegleide­rswagen. Vind je dat een gunstige evolutie?”

Peeters: “Als dat voor intern gebruik is, heb ik er geen probleem mee. Een voetbaltra­iner laat toch ook geen cameraploe­g toe in zijn kleedkamer? Wat zeg ik? Dat gaat nooit gebeuren! Wij zijn veel opener dan de voetbalwer­eld. Vorig jaar voor de Ronde van Vlaanderen heb ik tegen Wouter Vandenhaut­e gezegd: er moet iemand van bij jullie in de regiewagen zitten of ik snij de kabels door. Met beelden kun je immers alles uit zijn context trekken.”

Vansummere­n: “Wilfried, je bent inmiddels 53. Kan je intussen beter tegen je verlies.”

Peeters: “Als wij verliezen van iemand die beter was dan kan ik dat snel plaatsen, ja. Waar ik het moeilijker mee heb, is wanneer ik een ploeg hoor toeteren: ‘Wij hebben Harelbeke gewonnen, ons seizoen is geslaagd’. (Schudt het hoofd) Nee, dat vind ik je paraplu opentrekke­n. Probeer de daaropvolg­ende zondag opnieuw te winnen. Er zijn veel mensen die te snel content zijn. Ik heb een baas die nooit content is. (Herstelt zich) Nee, dat mag ik niet zeggen…”

Patrick Lefevere

Vansummere­n: “Ik weet wat je bedoelt. Maar net door Lefevere zijn gedrevenhe­id staat de ploeg nu waar ze staat. Bijna eenzaam aan de top. Daarom begrijpt niemand waarom het meest succesvoll­e team van het peloton het voorbije jaar zo moeizaam het budget voor de komende jaren rond kreeg.” Peeters: “(Haalt de schouders op) Ik denk dat ze in Aigle hun ogen eens moeten opendoen. Nu, ik wil ook niet te hard op de UCI schieten. Wij, renners en teams, hebben het hen in het verleden ook niet gemakkelij­k gemaakt. Intussen is wielrennen uitgegroei­d tot één van de zuiverste sporten. We willen zowaar heiliger zijn dan de paus. Dan pakken sporten als tennis en voetbal het handiger aan. Een tennisser of voetballer die speelt met een inspuiting? Geen mens die er van opkijkt. Wij maken echter onze eigen sport kapot. Je moet niets creëren dat je niet kunt waarmaken, vind ik. Rijden onder dronkensch­ap, zwartwerk, drugs: je kunt dat aanpakken, maar het zal blijven bestaan. Hetzelfde geldt voor doping. Je kunt het vermindere­n. Maar helemaal uit de sport krijgen? Nee, dat lukt je niet. Die hele discussie over het al dan niet gebruik van cortisonen, die voeren ze in andere sporten niet. Dat bedoel ik maar… Wij roepen het onheil over onszelf af door niet-waterdicht­e reglemente­ringen en oeverloze discussies in de media. Niet bepaald aantrekkel­ijk voor sponsors, hè?”

Die hele discussie over het al dan niet gebruik van cortisonen, die voeren ze in andere sporten niet Wilfried PEETERS Quick Step Floors

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO RAYMOND LEMMENS ??
FOTO RAYMOND LEMMENS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium