Vandeurzen wil dat rusthuizen meer buurthuizen worden
HASSELT - De cafetaria openstellen, banden aanhalen met de buren, activiteiten organiseren, … De 800 Vlaamse woon-zorgcentra krijgen van minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V, foto) de opdracht om “de spil” van hun buurt of hun gemeente te worden. “Een mooi initiatief, maar we hopen dat daar middelen tegenoverstaan”, klinkt het in de sector.
In het onderwijs zijn er al ‘brede scholen’ die zich actief inzetten voor hun buurt of gemeente. Vandeurzen wil dat de woonzorgcentra ook die weg opgaan. In zijn conceptnota geeft hij hen de opdracht te “integreren in de samenleving”. Dat kan bijvoorgen beeld door het gebouw te delen met kinderopvang of een bibliotheek, tentoonstellingen te organiseren of de kineruimte als fitnesslokaal open te stellen. “We willen dat alle woon-zorgcentra initiatieven nemen om de sociale cohesie te versterken, dat ze vra- naar zorg en ondersteuning uit de buurt opvangen en de buurt betrekken bij hun werking.”
Sociaal weefsel
Daarmee speelt Vandeurzen in op een trend. Het Antwerpse woonzorgcentrum Nottebohm laat nu al buurtkinderen in de tuin spelen en de buren mee de moestuin beheren. “Het brengt een aangename dynamiek”, zegt directeur Geert Deschacht. “Maar de inspraak van de rusthuisbewoners is wel cruciaal. In het begin zetten we in al ons enthousiasme de deuren open, maar niet elke bewoner was daar even blij mee. We hebben dan bijgestuurd. Het is een zeer positieve ervaring. We herstellen een beetje het sociale weefsel zoals dat vroeger in een dorp bestond.”
Dat Vandeurzen mee op die kar springt, vindt Deschacht dan ook een goede zaak. “Ik hoop alleen dat daar ook centen tegenoverstaan. De woon-zorgcentra krijgen steeds meer taken, maar moeten wel de ene besparing na de andere slikken.”