Rusland beschuldigt Britten van ensceneren gifgasaanval Syrië
Amerikaanse defensieminister wil meer tijd voor bewijs
De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov heeft vrijdag gezegd dat “speciale diensten van een ander land” de vermoedelijke gifgasaanval in het Syrische Douma in scène hebben gezet. Volgens het Russisch ministerie van Defensie is dat ander land Groot-Brittannië.
Volgens Lavrov heeft Moskou “onweerlegbare gegevens” dat de Syrische hulporganisatie ‘Witte Helmen’ de “mise en scène” in Douma heeft uitgevoerd, en dat “speciale diensten van een Russofoob land” betrokken waren.
Later zei de woordvoerder van het Russische ministerie van Defensie bewijzen te hebben dat Groot-Brittannië betrokken was en “tussen 3 en 6 april sterke druk heeft uitgeoefend op de Witte Helmen om de implementatie van de geplande provocatie te versnellen.”
Mattis op de rem
Maar ondertussen zeggen nu ook Amerikaanse functionarissen te beschikken over bloed- en urinestalen van slachtoffers die wijzen op een chemische aanval. Eerder had de Franse president Macron al gezegd dat Frankrijk bewijzen heeft. Toch hadden de Verenigde Staten vrijdagavond nog geen beslissing genomen over represailles tegen het Syrische regime van Bashar al-Assad. Ook president Donald Trump heeft enige afstand genomen van zijn oorlogszuchtige tweets van begin deze week.
Vooral de Amerikaanse minister van Defensie James Mattis lijkt op de rem te staan. Ook hij is ervan overtuigd dat er chemische wapens zijn gebruikt, maar hij wacht nog op sluitend bewijs over wie verantwoordelijk was voor de aanval. Hij wil meer tijd nemen om bewijsmateriaal te verzamelen. Mattis zegt ook dat het risico dat een militaire reactie van het Westen zou kunnen leiden tot een “oncontroleerbare escalatie” hem zorgen baart. Dat is precies wat de Russische ambassa- deur bij de Verenigde Naties Vassily Nebenzia vrijdag ook zei: “Onze eerste prioriteit is het oorlogsgevaar afwenden. De situatie gaat niet alleen over Syrië omdat onze troepen daar zijn.”
De Russische president Vladimir Poetin heeft vrijdag ook zijn Franse collega Emmanuel Macron gewaarschuwd voor “onbedachtzame en gevaarlijke acties” in Syrië, die “onvoorziene gevolgen” zouden kunnen hebben. Poetin belde vrijdag persoonlijk naar de Franse president Macron in een poging om de situatie te ontmijnen.
“Druk op Rusland verhogen”
Voor België en Duitsland is enkel een politieke oplossing mogelijk voor het conflict in Syrië en moet een militaire escalatie worden vermeden. Dat hebben minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) en zijn Duitse collega Heiko Maas vrijdag gezegd in Brussel, waar Maas op bezoek was. Reynders wilde zich niet uitspreken over een militaire interventie. Zijn Duitse collega was het met hem eens, maar wees er toch op dat het gebruik van chemische wapens “de internationale gemeenschap niet onverschillig kan laten.” “Dit mag niet zonder gevolg blijven.” Volgens Heiko Maas streeft de internationale gemeenschap naar een consensus, maar blijft Rusland dwarsliggen. “Daarom moeten we de druk op Rusland verhogen.” Na de Duitse kanselier Merkel heeft ook de Nederlandse premier Mark Rutte vrijdag laten weten dat Nederland niet zal meedoen aan een eventuele militaire actie in Syrië. Tijdens de persconferentie na de wekelijkse kabinetsraad zei Rutte desgevraagd: “Daar is op dit moment geen sprake van.” In Groot-Brittannië, dat vrijwel zeker wél wil meedoen aan een Westerse vergeldingsactie tegen Syrië, waarschuwden politici van oppositie en meerderheid premier Theresa May dat niet te doen zonder voorafgaande goedkeuring van het parlement. Uit een peiling blijkt immers dat maar 22 procent van de Britten achter eventuele luchtaanvallen op Syrië zou staan.