“Zondag doorbreekt Club de traditie”
De geschiedenis van de topper tussen Anderlecht en Club Brugge in het Astridpark spreekt duidelijk in het voordeel van paars-wit. Club Brugge kon in de competitie al twintig jaar niet meer winnen in Brussel. De laatste keer dat blauw-zwart dat flikte, was op 9 september 1998. Drie Limburgers hielpen op die dag mee aan de 2-3-zege en speelden dat seizoen ook kampioen: Vital Borkelmans, Gert Claessens en Gunter Verjans. Samen met hen blikken we terug naar 1998 en vooruit naar zondag. “Net als Eric Gerets toen, gaat Ivan Leko uit van de eigen sterkte.”
Het Anderlecht van Arie Haan begon het seizoen 1998-1999 memorabel slecht en stond op een bepaald moment zelfs allerlaatste na een 6-0-pandoering bij Westerlo. Een paar dagen later kwam kampioen Club Brugge op bezoek, geen beste timing dus. Aan de rust stond er al 0-1 op het bord en na de koffie liep Club zelfs uit tot 0-3. Anderlecht kon in de slotfase nog milderen tot 2-3, maar de derde thuisnederlaag op rij tegen Club kon niet meer vermeden worden. Niemand die toen kon vermoeden dat er in de komende twintig jaar niet meer gewonnen zou worden in het Astridpark. “Is het echt al twintig jaar geleden dat Club daar kon winnen? Verdorie, dan hebben we toen toch een straffe stoot uitgehaald”, lacht Gunter Verjans. De middenvelder kwam in die historische match Franky van der Elst in het slotkwartier aflossen. “Ik herinner me vooral de vijandige sfeer die toen rond de topper hing”, aldus Verjans. “Een match tussen Club en Anderlecht is altijd beladen, maar toen was de rivaliteit veel groter dan nu. De pers zat er de hele week kort op en in die tijd vierde het hooliganisme hoogtij. Het was geen cadeau om voor de hevige Anderlecht-aanhang op te warmen, dat kan ik je verzekeren. Gelukkig is dat geëvolueerd en gaat het er allemaal veel braver aan toe.”
Nederlandstalige band
Na de match braken er zware rellen uit in Brussel omdat Club aan het langste eind had getrokken dankzij goals van Anic, Deflandre en Lesnjak. “Maar meer nog dankzij de over-mijn-lijkmentaliteit”, weet Gert Claessens. “Die werd er toen ingepeperd door Eric Gerets. Onze coach was ‘De Leeuw’ hé. Die uitstraling had hij ook op ons en zo dwong hij respect af. Plus: we vormden een hecht blok, terwijl Anderlecht meer teerde op individuele klasse. Dat groepsgevoel kwam volgens mij omdat we veel Nederlandstaligen in het team hadden. Met jongens die dezelfde taal spreken is de band altijd sterker. Ook dat is tegenwoordig helemaal anders. Nu is Engels de voertaal geworden op de Belgische velden.”
Over de reden waarom Club al twee decennia wacht op een nieuwe zege in het Constant Vanden Stockstadion, lopen de meningen uiteen. “Anderlecht heeft altijd kunnen teren op sterke persoonlijkheden en individuele klasse”, opent Verjans. “Mannen als Zetterberg, Baseggio, Koller, … die vedetten hebben hun status waargemaakt. Zij lieten het team draaien. Je wist dat je een moeilijke avond tegemoet ging als je tegenover hen kwam te staan. In het huidige elftal lopen er veel jongens die dénken dat ze een vedette zijn, zoals Dendoncker en Kums. Maar die moeten in mijn ogen nog bevestigen. De huidige ploeg van Anderlecht is gebouwd op losse fundamenten, terwijl er bij Club wel een echt team staat.”
“Bij Club hadden we die vedetten ook, hoor”, pikt Claessens in. “Spehar, Anic en Fadiga zorgden voor de flitsen, de rest van het team knapte het fysieke werk op. Die fysiek was onze grote sterkte, we wonnen in die periode ook veel wedstrijden met powerplay”. “Het grote verschil tussen het Club van toen en nu is dat wij spitsen van wereldniveau hadden”, gaat Vital Borkelmans verder. “Jankauskas in 1998 en in de jaren voordien Amokachi, Farina, Stanic, Spehar, … die kan je niet vergelijken met Dennis en Wesley. Die jonge mannen zijn te impulsief en slagen er vaak niet in de rust te bewaren voor doel. Jelle Vossen zou dat wel kunnen, maar die is helaas nog niet blessure.”
topfit na
Leko versus Gerets
zijn
De gelijkenissen tussen het Anderlecht en Club van toen en nu zijn met andere woorden ver te zoeken. “Ik zie wel overeenkomsten tussen Ivan Leko en Eric Gerets”, vindt Borkelmans. “Zij gaan allebei uit van eigen sterkte en passen zich niet aan aan de tegenstander. Terecht overigens. Club wint zondag probleemloos als het haar dominante en aanvallende spel kan opleggen. Maar gaan ze op de eigen backlijn kamperen, dan zal het voor Anderlecht zijn. Hoe dan ook is nu het moment aangebroken om de traditie te doorbreken. Dat gaat volgens mij ook gebeuren.”
De reden daarvoor is volgens het icoon van Club Brugge het kwakkelseizoen dat Anderlecht meemaakt. Brommerke somt op: “Nieuwe trainer, nieuwe bestuurskamer, geen leiders op het veld, Deschacht die naar de B-kern wordt gestuurd en weer teruggehaald, … het is allemaal on-Anderlechts. Paars-wit zit in een neerwaartse spiraal en ik hoop dat het einde bijna bereikt is, want ik vind dit jammer. Anderlecht is de grootste club van België die ons land jarenlang een goede ranking heeft bezorgd op Europees niveau, maar ze zijn onherkenbaar geworden. Als er één ploeg dit seizoen verdient om kampioen te worden, dan is het Brugge wel.”