“Heb je met Lance ‘gepraat’ dat jaar dat je de Amstel won?”
Na een dopingschorsing van twee jaar keert Michael Boogerd zondag als ploegleider terug in de Amstel Gold Race. Zeg maar gerust ‘zijn’ Gold Race. Want de Hagenees met de hagelwitte tanden wist maar liefst zevenmaal naar het podium van de te fietsen, inclusief één zege. In 1999 klopte Boogie met een banddikte. “Met dank aan Jan Raas, die mijn kop van mijn lijf had gerukt als ik in de laatste twintig kilometer nog eenmaal had overgepakt van Lance Armstrong.”
Op het afgesproken uur steekt Michael Boogerd zijn hoofd binnen in het cafeetje bij de ingang van een bekend bungalowpark op de top van de fameuze Cauberg in Valkenburg. Wanneer hij Vansummeren in de mot krijgt, trakteert hij zijn oud-collega op een ivoorwitte glimlach.
“Dag Summie, zullen we er meteen eentje op drinken”, geeft Boogerd een gemeten voorzet. “Doe mij maar een Kwaremont, Boogie”, kopt onze huisanalist de assist zonder verpinken binnen. “Een Kwaremont? Geen vals plat voor mij, hoor. Dan liever een Affligem. Tripel! Ik ben meer voor het steilere werk”, glimlacht de Hagenees. “Ik heb zonet een clinic gegeven aan enkele bedrijfsleiders. Vanochtend hadden ze nog een grote bek. We willen honderd kilometers rijden, met aardig wat klimwerk erin, luidde het. Maar toen we ’s middags een bakkie gingen drinken, was de stemming omgeslagen. (lacht) Kunnen we misschien de kortste weg naar huis nemen, was toen hun vraag. Uiteindelijk hadden we toch 70 kilometer op de teller staan.”
Na de Brabantse Pijl nam Boogerd met zijn gezin zijn intrek in een bungalow in Valkenburg. Nadat hij was gescheiden van ex-Miss Nederland Nerena Ruinemans, kreeg hij tijdens het SBS-programma ‘Sterren op het ijs’ een relatie met Darya Nucci, met wie hij een dochtertje Anais (5) heeft. Samen met zijn zoon Mikai (13), uit zijn eerste huwelijk, rijdt hij dezer dagen rondjes door het ZuidLimburgse heuvelland.
Lek net voor Bemelen
Vansummeren: “Was jouw zoon niet een voetbaldier?”
Boogerd: “Ik heb de indruk dat het wat aan het verwateren is. Woensdag tijdens de Brabantse Pijl zat hij mee in de ploegleiderswagen en hij vond het geweldig. Net als de zege van Niki Terpstra
bierklassieker The Boss
in de Ronde van Vlaanderen trouwens. Zaterdag rijden we samen de toerversie van de Gold Race, honderd kilometer. Mooi toch? Een van de voorbije dagen zei hij: Papa, ik denk dat ik er toch maar mee ophoud, met dat voetbal. Ik word wielrenner. Alsof je dat zomaar kunt worden, Johan? (lacht) Ik heb ‘m duidelijk gemaakt dat ie dan wel degelijk moet gaan trainen. Je wordt niet zomaar profrenner. Hij heeft wel discipline hoor, die kleine van mij. Dat heeft het Belgische onderwijssysteem hem bijgebracht. Mikai volgt Latijn. Hij zit namelijk op een Belgische school: als je Latijn niet haalt, moet je eraf. Ik ken heel wat Nederlanders bij ons in Essen en die sturen hun kinderen allemaal naar school in Roosendaal. Net omdat ze het daar makkelijker hebben. Mikai draait daarentegen gewoon mee in het Belgische systeem. Hij heeft ook nooit anders geweten. Dat scheelt.”
Vansummeren: “Zondag zit je als ploegleider in de wagen van Roompot. Bij de opstart van dat team in 2015 was het de bedoeling om uit te groeien tot de Nederlandse versie van Sport VlaanderenBaloise. Waar staan jullie vier jaar later?”
Boogerd: “Nog niet op dat niveau. Met Jelle Wallays hebben ze al Dwars door Vlaanderen en ParijsTours weten te winnen. Die adelbrieven kunnen wij niet voorleggen. Voorlopig moeten wij ons focussen op volgen. Op het meesturen van een mannetje in de vroege vlucht of door te anticiperen net voor de finale losbarst. Vandaar dat je Pieter Weening in de Ronde constant in de aanval zag trekken na de beklimming van de Muur van Geraardsbergen. Zondag zullen we het opnieuw op die manier moeten aanpakken. Qua doorgestroomde renners is Dylan Groenewegen vooralsnog onze grootste naam. We hebben dus nog een weg af te leggen.” Vansummeren: “Wat denk je? Hoe gaan de andere ploegen het zondag aanpakken?”
Boogerd: “Het kan alle kanten uit. Die hertekende finale is echt smal. De brede afdaling naar Maastricht is geschrapt. Net als die goedlopende aanloop naar Bemelerberg.”
Vansummeren: “Dat stuk waar jij lek reed in het WK van 1998.” Boogerd: “Precies.”
Michael BOOGERD Vansummeren: “Nooit gevloekt als je daar weer eens passeerde?” Boogerd: “Nee hoor. Ik was net blij dat ik lek reed. (lacht) Had ik die druk niet meer van te moeten. Ik denk dat Van Petegem wel gevloekt heb, die dag. Als ik niet lek rijd, wordt Van Petegem wereldkampioen. Dat durf ik wel te stellen. Hij was absoluut de sterkste man in koers. Ik was nogal een nerveus type en had die dag maar één doel voor ogen en dat was zo hard mogelijk die laatste keer Cauberg omhoog knallen. Hopende dat het uitzinnige publiek me buiten mezelf had laten uitstijgen. Maar de Peet er afrijden? Nee, dat was niet gebeurd. Hij had mij en Camenzind er in de sprint zeker opgelegd.” Vansummeren: “Had je meer koersen gewonnen als je niet zo’n nerveuze jongen was geweest?” Boogerd: “(Schudt het hoofd) Dat denk ik niet. Ik was vaak net niet krachtig genoeg om sterkere jongens te lossen. Weet je wat ik miste in koersen als Luik en Lombardije? Ik ontbeerde een sterke ploegmaat in de finale. Een bliksemafleider. Ik heb ooit de Brabantse Pijl gewonnen. Dat was misschien wel mijn makkelijkste zege ooit. Net omdat mijn ploegmaat Freire ook in die aanval zat. Omdat iedereen zijn eindschot vreesde, kon ik wegrijden.”
Gold Race van 1999
Vansummeren: “Michael, in al die jaren wist je de Gold Race eenmaal te winnen. In 1999. Neem ons eens mee naar dat jaar waarin je ene Lance Armstrong met een banddikte klopte in een sprint-à-deux.” Boogerd: “Ik weet nog dat ik toen van heel ver een aanval heb ingezet. Op de Eyserbosweg, destijds op 80 kilometer van de aankomst, omdat we nog een lus door België moesten maken, trok ik al in het offensief. Net voor de doortocht bij de aankomst werden we ingere-
Als ik niet lek rijd in dat WK van 1998, wordt Peter Van Petegem wereldkampioen. Hij was de sterkste man in koers