“Tuurlijk! Maar we kwamen er niet uit”
kend. Ternauwernood kon ik aanpikken bij die groep, waardoor we met vijf Raborenners in de kop van de wedstrijd zaten. Uiteraard beval Jan Raas ons om slag om slinger te demarreren. Bij een van die uitbraakpogingen geraakte ik voorop, samen met mijn ploegmaat Beat Zberg. Ook van de partij vooraan was Lance Armstrong. Dus kwam Raas weer naast me rijden en zei: Michael, jij moet het groepje trachten samen te houden zodat Zberg het in de sprint kan afmaken. Ja, Beat was normaal de rapste van ons allen. Maar toen ik het plan tegenover hem ontvouwde, begon hij plots te pruttelen. (Imiteert een zangerig Zwitsers dialect) Ich bin nicht mehr gut. (Slaat op zijn knie) Ken je dat, Johan? Van die types die een heel jaar lopen te zeuren dat ze geen kopman mogen zijn, en als ze dan de kans krijgen koudwatervrees krijgen? Dus… Ik naar Raas. Ik zeg: Zberg ist nicht gut (lacht). Hoor ik vanuit die wagen: Gotver, de gotver, de gotver… Kutzwitser!Dan moet jij demarreren, Boogie! Waarop ik: Ja maar, ik ben al helemaal choco. Goed, we komen bij de voet van de Hallembaye. Ik denk: demarreren. Krijg ik gelijk Armstrong mee. Die Amerikaan neemt over en ik begin sterretjes te zien, joh. Ik dacht: Vastbijten! Raas vermoordt me als ik zijn wiel niet houdt. Dus plooi ik me daar dubbel. Na de afdaling neem ik over en zie ik Raas zich over ploegleider Theo de Rooij heen buigen en waarna hij krijst: Als je nu nog eenmaal overneemt, trek ik je kop eraf! Dat is mijn redding geweest. Want anders had ik die koers nooit gewonnen.”
Vansummeren: “Heb je onderweg naar de finish niet met Armstrong ‘gepraat’?
Boogerd: “Tuurlijk. Maar we kwamen er niet uit. Ik stelde voor: we rijden ervoor en de winnaar betaalt. Lance wilde echter maar één ding: winnen. Hij heeft er achteraf ook nooit moeilijk over gedaan, of zo. Hij wist dat ik tegen mijn natuur diende te koersen van Raas. I know Boogie, you are not a flikker, zei hij achteraf (lacht). Dat zijn zo van die momenten die je leven lang zullen bijblijven. You pay me back in July. Dat zei ie ook nog. Nou, dat is er nooit van gekomen, want ik was die Tour geen stuiver waard.”
Michael BOOGERD
Naam geschrapt
Vansummeren: “Behalve die zege wist je nóg zesmaal het podium te bereiken.”
Boogerd: “Ik weet niet of je er twee van af hebt gehaald? Want nadat ik in 2013 dopinggebruik heb toegegeven, heb ik twee podiumplaatsen weer moeten inleveren.” Vansummeren: “Nee, daar heb ik geen rekening mee gehouden.” Boogerd: “De maker van het Gold Race-roadbook ook niet, want mijn naam hebben ze daarin niet geschrapt. Als je die erelijst hier bekijkt… Het gros van de namen heeft wel eens een probleempje gehad.”
Vansummeren: “Je woont intussen al een hele poos in Vlaanderen. Merk je een cultuurverschil met Nederland? Gaan Vlamingen anders met het onderwerp doping om dan jouw landgenoten? Boogerd: “In zijn geheel genomen, wel ja. Er zijn ook heel wat Belgen die anti-Nederlands zijn. Zo van: Die Hollander ‘heb’ dat gedaan, maar ons Belgen doen dat niet. Na mijn bekentenis heb ik Michel Wuyts ooit horen roepen dat figuren als Boogerd en Armstrong nooit meer welkom zijn in de wielersport. Tja, dan draait mijn maag heel even om. Al denk ik dat ze daar een beetje van teruggekomen zijn. In Vlaanderen zie je dan weer wél dat iemand als Johan Musseuw - die toch ook bekend heeft - nog steeds zijn naam verleent aan een voorjaarskoers. Dus ja, Vlamingen zijn veel meer vergevingsgezind dan Nederlanders.” Vansummeren: “In Nederland werd je aan de hoogste boom opgeknoopt en kreeg je allerlei bagger via de sociale media over je heen.” Boogerd: “Zo gaat dat als je eenmaal bekend hebt. Dan ontstaat er zo een dynamiek. Als ik alles zou zeggen wat ik weet, dan zouden de mensen heel anders twitteren.”
Nederlandse successen
Vansummeren: “Laat ons het eens over de Nederlandse successen van de laatste jaren buigen. Jullie hebben renners waar wij Vlamingen jaloers op zijn.”
Boogerd: “Snap ik. Maar jullie Belgen hebben ook enkele steengoede renners. Ik vind net dat tal van hedendaagse Nederlandse renners de teugels te snel laten vieren. Dat heeft ook met ons onderwijs te maken, vind ik.”
Vansummeren: “Meen je dat? Een sprinter als Groenewegen? Hebben we niet! Een klassementsrenner als Dumoulin? Hebben we eveneens niet!”
Boogerd: “Klopt. Maar voorts?” Vansummeren: “Dylan van Baarle. Kan een hele grote worden.” Boogerd: “Ik vind net dat Dylan een stap terug gezet heeft door voor Team Sky te kiezen. Hij heeft voor het geld gekozen en rijdt daardoor niet meer als kopman rond in het voorjaar.” Vansummeren: “Andere dan: Wout Poels.”
Boogerd: “Zonder afbreuk te willen doen van Poels’ capaciteiten want ik had maar wat graag LuikBastenaken-Luik op mijn naam geschreven - is Wout in zijn hoofd geen kopman. Toen hij als kopman van Vacansoleil de Amstel Gold Race moest rijden, deed hij dat verdienstelijk. Maar ook niet meer dan dat. Draagt hij in een rittenkoers de leiderstrui? Dan gaat hij - letterlijk of figuurlijk - onderuit. Denk maar aan Parijs-Nice onlangs nog. Ik vind Poels een steengoed renner, maar het gebeurt mij teveel. Oomen, Kelderman… Allemaal goeie renners. Maar ze moeten uitslagen beginnen rijden.”
Vansummeren: “De sport is momenteel erg populair hier. Ook mede dankzij de successen in het dameswielrennen. Onderweg naar hier moesten we voorbij hordes recreanten die de benen aan het losrijden zijn voor zaterdag.” Boogerd: “Jaaa, hier rijdt 15.000 man rond. Dat doet er mij aan denken, Summie. Weet je nog dat stukje dat je ooit hebt geschreven over de Gold Race? Het koersen in Vlaanderen zit erop, nu moeten we naar Nederland waar geen kip langs de kant staat, schreef je.” Vansummeren: (Knikt glimlachend)
Boogerd: “Nou, op de Gulperberg kwam ik naast je rijden om met je kloten te spelen. We hadden zo een paadje waar we door moesten (houdt de handen vijftig centimeter van elkaar) en ik zei: Geen kip langs de kant.”
Vansummeren: “(lacht) Ja, hier een daar is het knap druk. Maar niet zoals in Vlaanderen, waar het op iedere helling volgepakt staat.” Boogerd: “Ik vind: je moet als wielrenner twee koersen gereden hebben. De Tour en de Ronde van Vlaanderen. Daarom dat ik aan het eind van mijn carrière ook enkele keren in Vlaanderens Mooiste ben gestart. Weet je waarmee ik een finisher in de Ronde altijd vergeleek? Met een ballonnetje dat helemaal is afgelaten. Zo leeg ben je. En dan vooral mentaal. Is me dat een nerveuze koers, zeg. Vanaf kilometer nul. Ze zeggen altijd dat de Amstel Gold Race zo’n nerveuze koers is. Maar die is klein bier in vergelijking met de Ronde.” Vansummeren: “Hoe zou je de Gold Race dan omschrijven?” Boogerd: “Als een Ronde van Vlaanderen, zonder kasseien. En dus minder stresserend.”
naam
De Amstel Gold Race is een Ronde van Vlaanderen, zonder kasseien. En dus minder stresserend