Limburg tegen 2030
Jonger woningpark
Nochtans zijn de Limburgse woningen relatief jong. Het gemiddelde bouwjaar in Limburg is 1970, terwijl dat van de gemiddelde Vlaamse woning 1962 is. Meer dan een derde (37%) van de Limburgse woningen is na 1981 gebouwd. In Vlaanderen is dat 31 procent. “Dat neemt niet weg dat Limburg dringend werk moet maken van een verdichting en verkleining van het woningpark, wil het de demografische evolutie aankunnen en tegelijk zijn groene en open karakter bewaren”, zegt Helgers. “Dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen – de bewuste betonstop – in dezelfde richting wijst, is geen toeval.”
“Bij Matexi hebben we al jaren geleden die omslag gemaakt”, valt Tom Van Becelaere, manager van Matexi Limburg hem bij. “Wij mikken vooral op appartementen met één of twee slaapkamers.” Helgers vindt niet dat alle heil van de renovatie van bestaande woningen moet komen. Daarmee treedt hij de Confederatie Bouw bij. “We moeten af van de klassieke grote woning op een stuk grond van 10 are. De aankomende evoluties verklaren waarom er, in alle gemeenten, vooral appartementen worden opgetrokken. Kangoeroeen duowoningen zijn goede alternatieven maar zullen toch een niche blijven”, zegt de markteconoom.
Hasselt en Genk
Steden zoals Hasselt en Genk zullen werk moeten maken van het meer leefbaar maken van de binnenstad, om zo jonge gezinnen aan te trekken. “Hasselt blijkt nog gemakkelijk jongeren aan te trekken. Maar die verlaten later de stad, mogelijk omdat er kinderen zijn gekomen. Voor de 65-plussers is er dan weer een belangrijk aanzuigeffect, dat relatief gezien zelfs groter is dan dat van Oostende”, stelt Helgers vast. “Genk daarentegen kent een vlucht van jongeren maar weet wel 40-plussers aan te trekken. Ook hier is sprake van een aanzuigeffect door de centrumfunctie.”