Meer dan 70 piepjonge diertjes binnengebracht
KRAAMAFDELING NATUURCENTRUM DRAAIT OVERUREN
OPGLABBEEK - In het Natuurhulpcentrum is het sinds enkele dagen alle hens aan dek. De jonge dieren worden er per half dozijn binnengebracht. Haasjes, eekhoorntjes en gisteren ook de eerste mereltjes. De teller in de kraamafdeling staat in enkele dagen tijd al op een kleine zeventig. En ze verwachten nog meer. “Door de late winterprik is het seizoen hier later gestart. Een dikke maand schat ik. Maar nu zal het snel gaan”, zegt Sil Janssen.
Uitstel betekent in het Natuurhulpcentrum zeker geen afstel. Veel later dan normaal gaat het aantal patiëntjes op de kraamafdeling de hoogte in. Maar de jongste dagen is het seizoen echt uit de startblokken geschoten. “Jonge haasjes, eekhoorntjes en zondag ook de eerste merels. Al deze dieren krijgen op tijd en stond de nodige babyvoeding. De zoogdieren met de fles, een spuitje of uit het bord. De vogels met een pincet. De kleine mereltjes krijgen elk uur wat eten toegestopt. Hele kleine vogels zelf om het half uur. En dat van 9 uur ’s morgens tot 22 uur ’s avonds. Dat betekent uiteraard veel meer werk voor de medewerkers. We zijn constant aan het eten geven.”
Weinig uilen
Of die late winterprik ook consequenties heeft voor onze inheemse dieren, is nog koffiedik kijken. “Wat wel al opvalt is dat er weinig jonge uilen binnenkomen. Vooral bosuilen. Het lijkt er een beetje op dat 2018 een minder goed uilenjaar gaat worden”, aldus nog Janssen. De late winter kan er volgens hem voor zorgen dat sommige soorten niet tot een tweede broedsel of worp gaan komen. “Alles is een maand opgeschoven. Het zit er dus dik in dat er minder jongen geboren gaan worden. Maar dat kunnen we pas na de zomer met zekerheid zeggen.”