Geen nieuwe EU-sancties tegen Rusland en Iran
EU-landen hebben enkel “begrip” voor luchtaanvallen
LUXEMBURG - De Europese Unie komt niet met nieuwe economische sancties tegen Rusland en Iran, de twee bondgenoten/broodheren van de Syrische president Assad. Dat hebben de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU gisteren in Luxemburg beslist. De ministers konden ook niet meer dan “begrip” opbrengen voor de militaire actie van de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk van zaterdagnacht – een opvallend lauwe vorm van steun.
De Amerikaanse VN-ambassadeur Nikki Haley zei zaterdag dat Washington nieuwe sancties plant tegen Russische bedrijven die materieel geleverd hebben waardoor het Syrische regime chemische wapens kon produceren en tegen Russische militairen die daarbij een rol gespeeld hebben. Gisteren stelde het Witte Huis in een verklaring dat er nog geen knopen doorgehakt zijn. De EU-buitenlandministers lieten weten dat er geen nieuwe strafmaatregelen tegen Rusland komen, bovenop de sancties die vier jaar geleden na de annexatie van de Krim uitgevaardigd werden. En ook tegen Iran komen er geen nieuwe maatregelen.
Nut
De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders had al duidelijk gemaakt niet te geloven in het nut van nieuwe sancties tegen Rusland om een oplossing te zoeken voor het Syrische drama. Reynders wil een “echte dialoog” met Syriës bond- genoten, Rusland en Iran.
Hij volgt in de voetsporen van premier Charles Michel die in januari nog op bezoek was bij president Poetin met als doel de dialoog in stand te houden en bruggen te repareren. Hij stelde toen al het effect van de sancties aan de orde. Duidelijk is dat ze de Russische president niet merkbaar tot andere inzichten gebracht hebben. Al zijn er ook waarnemers die menen dat ze mogelijk erger voorkwamen – nog agressievere steun aan de separatisten in de Donbass (Oost-Oekraïne) of nog offensievere cyberaanvallen op Westerse doelen.
Swift
Vanuit zijn omgeving krijgt Poetin zonder twijfel te horen dat sancties zoals de recent uitgebreide Amerikaanse strafmaatregelen tegen Russische oligarchen en ondernemingen wel degelijk pijn doen. En er wordt erger gevreesd. Zo bereiden Russische banken zich voor op een mogelijke uitsluiting uit het internationale betaalsysteem Swift. Die uitsluiting, die eerder al Iran te beurt viel, zou het Russische banksysteem isoleren, met zulke ingrijpende gevolgen dat die maatregel nog niet van stal is gehaald.
Bovendien is en blijft Europa voor zijn energietoevoer sterk afhankelijk van Rusland – dat zelf dankzij recente energieprijsstijgingen juist wat meer financiële armslag heeft. En dus zetten de EU-ministers van Buitenlandse Zaken gisteren hun hoop op overleg (zoals de donorconferentie voor Syrië die de EU volgende week houdt). Ze hebben “begrip” – maar meer ook niet – voor de luchtaanvallen van de VS, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk als vergelding voor de aanval met chemische wapens van 7 januari op Douma bij Damascus.
Tegelijk roepen de EU-landen Rusland en Iran op om hun invloed aan te wenden “om herhaling te voorkomen”. De Russische buitenlandminister Lavrov ontkende gisteren voor de BBC dat zijn land de afgelopen dagen had “geknoeid” met de sites die doelwit van de zaterdagse aanvallen waren. Internationale waarnemers van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens wachtten toen nog op toegang tot het gebied in Douma waar de aanval met chemische wapens plaatsvond.