Portretten in Villa Verbeelding
Tot 12 januari loopt in Villa Verbeelding een expo met zelfportretten van 35 bekende illustratoren uit binnen- en buitenland. Er is ook een parallelle tentoonstelling met werk van gevestigde waarde Ingrid Godon en aanstormend talent Fatinha Ramos, een Portugese die na haar studies grafisch ontwerp naar Antwerpen verhuisde.
De expo ‘De Mooisten Van Het Land’ in Villa Verbeelding biedt een scala van portretten die onttrokken zijn aan de louter visuele waarneming van de auteurs. Dat blijkt onder meer uit het oeuvre van de Antwerpse Ingrid Godon (59). Meer dan twintig jaar geleden stond ze mee aan de wieg van het kleutertijdschrift Dopido. Haar figuurtjes Nellie en Cezar werden bijzonder populair.
Tristesse
In 2011 tekende Godon een serie kinderportretten. Die vormde samen met teksten van de Nederlandse schrijver Toon Tellegen een geheel in het filosofische prentenboek ‘Ik Wou’. Daarna volgden ‘Ik Denk’ en ‘Ik Moet’. De expo in Villa Verbeelding combineert portretten uit het eerste en het derde boek. “Ik heb altijd iets gehad met portretten, maar ik heb het lange tijd niet geweten”, lacht ze. “Mensen observeren doe ik onbewust, het is mijn tweede natuur. Na al die jaren blijf ik het een onwaarschijnlijk boeiende bezigheid vinden. Ik word vooral geraakt door tristesse en kijk met een soort van mededogen. Mijn figuren lachen nooit echt. In het begin tekende ik alleen voor kinderen, nu ook voor volwassenen. In de boeken van Paul Verrept, bijvoorbeeld. Hoe dat komt? Ik ben enorm geëvolueerd, het is alsof ik meer durf dan vroeger. Ik doe dit vooral voor mezelf, ik ben pas tevreden als ik het zelf oké vind.”
Moma
Fatinha Ramos (40) kwam zeventien jaar geleden naar Antwerpen, de liefde achterna. Ze ging in ons land aan de slag als grafisch designer. Pas enkele jaren geleden werd zij professioneel illustrator. Kleur en beweging lopen als een rode draad door haar werk, maar het zijn vooral de fysieke proporties van de personages die in het oog springen. Ze hebben meestal lange nekken en armen. Onlangs gooide ze hoge ogen met haar illustraties in het kinderboek ‘A Life Of Color’ van Cara Manes. Zij is als curator verbonden aan het New Yorkse MoMA, dat het boek uitgaf. Het gaat over de Frans-Oekraïense kunstenares Sonia Delaunay, die haar zoontje meeneemt op een kleurrijke, abstracte reis door haar eigen werk. Ze overleed in 1979. Rijst de vraag hoe een Belgisch-Portugese in één van de bekendste musea ter wereld terechtkomt.
“In Portugal is er een spreekwoord: Als de berg niet naar José komt, dan gaat José naar de berg”, zegt ze met een knipoog. “Ik heb gewoon mijn stoute schoenen aangetrokken en ben naar de Big Apple gereisd. Ik vond het een bijzonder leuke opdracht. Dat Cara en ik een review kregen in The New York Times, was de kers op de taart.”
Mensen observeren doe ik onbewust, het is mijn tweede natuur. Na al die jaren blijf ik het een boeiende bezigheid vinden
Ingrid GODON