“Limburg heeft landschap zoals landschap moet zijn”
Wiskundige van wereldformaat vergeet Limburgse roots niet
SINT-STEVENS-WOLUWE/DURHAM - Kinderjaren in Meulenberg, vader bij de mijn. Limburgser kan niet. Nu is Ingrid Daubechies al jaren internationaal zeer gerespecteerd als wiskundige. Ze doceert aan Duke University, een Amerikaanse topuniversiteit. Ze heeft de wiskundige formule bedacht waarmee de meest zware beelden gecomprimeerd worden tot veel kleinere bestanden. Sinds vorig jaar is Daubechies ook een Belgische barones. Toch doet de moeder van de jpeg2000standaard op huiselijke sloffen open. Die eerdere “Zeg maar Ingrid” tijdens de afspraak matcht helemaal met haar eenvoud tijdens het interview. Daubechies houdt enkele sabbatsmaanden in België omdat haar man, ook al een topwetenschapper, hier enkele maanden gastdocent is. “Natuurlijk staat Limburg nog op mijn agenda.”
Zou ik het inlijsten? Op een blanco vel legt ze haar theorie uit die ze in 1988 publiceerde in het toonaangevende vakblad ‘Communications of Pure and Applied Mathematics’. Ze kribbelt golflengtes, pacmannetjes en pixels en dropt daarbij namen van voorgangers. Met haar wavelet-theorie, vrij vertaald haar theorie van golfjes, kan je onregelmatige patronen toch voorspellen. Wat leidt tot duizelingwekkend veel toepassingen. Het internet kan zware beelden via lichtere bestanden toch transporteren. Sportzenders geven voetballers scherp weer. Maar niet elke grasspriet hoeft daarbij scherp te staan, zolang die maar groen blijft.
Zelfs van Eyck
Haar jpeg2000-standaard helpt bij medische beeldvorming, maar is ook nuttig voor archeologen, kunsthistorici of speurders bij het verwerken van veel data. Zo weten specialisten nu dat het detail van een openliggend boek op het Lam Gods-paneel van de Aankondiging geen door barsten onleesbaar geworden koeterwaals is, maar een door Jan van Eyck geschilderde tekst van de middeleeuwse filosoof en theoloog Thomas van Aquino. Een tekst die bij het luik past: over het moment dat de engel Gabriel aan Maria verkondigt dat ze de zoon van God zal baren. Daubechies’ aanpak is anders bijzonder aards: pragmatisch, nuchter, vrouwelijk. “Ik ben begonnen bij de toepassing, in mijn geval bij de beeldverwerking, en heb zo terug geredeneerd naar het algemene, naar de pure wiskunde.”
Heeft u een patent genomen op uw jpeg2000-standaard?
“Neen. Een patent heeft maar zin als je een bedrijf opricht om met je dan beschermde idee kapitaal te riskeren. Dat zie ik niet zitten. Ik zou bijvoorbeeld geen mensen kunnen ontslaan. Daarvan zou ik een maagzweer krijgen. Wie een patent heeft, moet ook uitkijken naar inbreuken daartegen. Zo zit ik niet in elkaar. Ik wil juist kennis delen. Dat er nu zoveel toepassingen zijn in zoveel verschillende domeinen, is fijn om te weten.” (glimlacht)
Waarom bent u nu even in België?
“Ik ben er even tussenuit om mijn ouders te helpen. Mijn man bekleedt hier dit semester een Francqui-leerstoel. Vandaar. Tot eind juni blijven we dus in België. Dan gaan we weer terug. Ik mis toch ook mijn kinderen. En ook wel mijn doctoraatstudenten. Al skype ik geregeld met hen. Maar dat is toch niet hetzelfde.”
U verblijft nu in het Brusselse, in een flat vlakbij uw ouders. Staat Limburg nog op de agenda?
“O ja! We gaan er bijvoorbeeld dit jaar mijn 64ste verjaardag vieren. Voor wiskundigen is dat een bijzondere leeftijd …”
Wat is daar bijzonder aan?
“Vierenzestig is gelijk aan twee tot de zesde macht. Voor wiskundigen is dat mooier dan zestig jaar.” (lacht) “In Houthalen beginnen we aan het feest op zondag 24 juni. In het NAC, in het nieuwe, prachtige gemeentehuis van Houthalen, zit zonder dat velen het beseffen veel wiskunde. Het is intussen besproken met de burgemeester en de schepenen: we gaan dingen ontwerpen die passen bij dat interieur. Die ontwerpen vormen dan een zoektocht voor de kinderen. Bij die ontwerpen verschijnt ook een boekje: iets decoratief en tegelijk wiskundig. De maandag daarna volgt er een driedaags congres. Ik heb intussen een dertigjarige carrière. Met oud-studenten die nu ook hoogleraar zijn en anderen die nog maar pas beginnen. Op de eerste dag in de Universiteit Hasselt krijgt elke deelnemer drie minuten om te vertellen wat hij of zij doet. Dan volgen twee dagen in Molenheide in Helchteren om te netwerken. Het mag ook nog gezellig zijn. Het is een beetje een grote familie, al die oud-studenten en oud-medewerkers van mij samen.” (glimlacht)
Komt u anders ook nog in Limburg?
“Zeker. Als mijn ouders er bijvoorbeeld oude vrienden bezoeken. Limburg zal altijd speciaal blijven voor mij. Het heeft het landschap van mijn jeugd, dat van mijn kinderjaren. Limburg heeft een landschap zoals een land- schap moet zijn: iets met veel zand, berken en dennen. In mijn herinnering had Meulenberg straten die enorm breed waren. Achteraf, zoveel jaren later, bleken dat gewone straatjes te zijn. Vreemd. Als je ergens weggaat, groeien herinneringen niet mee. Maar de Limburgse tongval herken ik bijvoorbeeld nog altijd met veel plezier. Zelf heb ik het nooit gesproken, mijn ouders spraken het niet. Maar ik spreek wél met de Limburgse r.” (glimlacht)
Neen, ik heb geen patent genomen op mijn formule. Een patent heeft maar zin als je een bedrijf opricht. Dat zie ik niet zitten. Ik zou geen mensen kunnen ontslaan. Daarvan zou ik een maagzweer krijgen.
Ingrid DAUBECHIES