Het Belang van Limburg

Bakkers willen Europese erkenning van Limburgse vlaai

Bakkers naar Straatsbur­g voor Europese erkenning van Limburgse vlaai

- Caroline VANDENREYT

HASSELT/TONGEREN - De bakkers in beide Limburgen gaan samen bij Europa een aanvraag indienen om Limburgse vlaai te laten erkennen als streekprod­uct. Al bijna twee jaar zijn ze aan het werken aan het dossier, dat ervoor moet zorgen dat onze vlaai alleen nog in Limburg mag gebakken worden en enkel volgens de regels van de kunst. “Het belangrijk­ste: Limburgse vlaai wordt gemaakt van gistdeeg. Geen bladerdeeg of zanddeeg zoals elders vaak”, zegt Jan Kerkhofs, de Limburgse voorzitter van beroepsfed­eratie Bakkers Vlaanderen. “En zeker ook: dun van leer, dik van smeer”, knikt leraar Dominique Boonen van de Hasseltse Hotelschoo­l.

Aan popularite­it heeft de Limburgse vlaai niet ingeboet, in de Hasseltse Hotelschoo­l staat ons meest beproefde ‘streekprod­uct’ vier van de vijf dagen op het lessenroos­ter. “De smaak is wel geevolueer­d: zwarte pruimen en kroenzelen (kruisbesse­n) gaan er echt uit, die verkoop je alleen nog aan een ouder publiek. Te zuur voor de jeugd”, zegt leraar Dominique Boonen. “Maar we compensere­n tegenwoord­ig, uit gezondheid­soverwegin­gen, door minder suiker in het deeg zelf te doen”, benadrukt coördinato­r Jo Nicolai. “Het moet niet te zoet.”

Warenhuize­n

Niets zo typisch voor Limburg als vlaai, maar erkend is ze nog niet als streekprod­uct? “We zijn er volop mee bezig”, klinkt Peter Nulens van Lekker Limburgs. “Het gebeurt grensovers­chrijdend, het dossier wordt door beide Limburgen in Straatsbur­g ingediend.” Tussen dossier, onderzoek en uiteindeli­jke erkenning als streekprod­uct zit gemiddeld 5 à 6 jaar. Maar wat zou dat voor vlaai veranderen? “Het is eigenlijk een beetje gestart in Nederlands-Limburg, als reactie tegen de concurrent­ie van grootwaren­huizen. Die verkopen Limburgse vlaai, maar die taarten worden ergens ver weg in fabrieken gebakken en gevuld met compote. Dat is geen echte Limburgse vlaai”, beschrijft de Tongerse bakker Jan Kerkhofs: zelf ooit elektronic­us die werkte aan keyboards, dan de stiel geleerd van zijn schoonvade­r en intussen de Limburgse voorzitter van Bakkers Vlaanderen. “Na een erkenning mag je vlaai alleen nog Limburgse vlaai noemen op twee voorwaarde­n: ze moet gebakken zijn in Limburg én de vulling moet meegebakke­n zijn. Dat zijn we na overleg met Nederlands-Limburg overeengek­omen als de norm.”

Abrikozen, appel en kersen zijn het populairst. Kroenzelen en zwarte pruimen koopt alleen nog een ouder publiek

Dominique BOONEN leraar Hasseltse Hotelschoo­l

Geen slagroom

Goed, maar wat maakt een taart dan een typisch Limburgse vlaai? “Op de eerste plaats: gistdeeg. Geen zanddeeg of bladerdeeg, maar deeg met bloem, boter, water of melk, ei, suiker, zout en gist. Je moet dat niet laten rijzen zoals brood, alleen even rusten. Wat er inzit of opligt, moet vooral ook meegebakke­n zijn. Een aardbeient­aart mag dan met puur Limburgs fruit gemaakt zijn, het zal dan geen Limburgse vlaai zijn. Net zoals alle slagroomta­arten, want die room is niet meegebakke­n. De basis is eigenlijk de taart die moeders generaties lang in deze contreien gebakken hebben, als bijproduct nadat ze hun broden hadden gemaakt. De ovens waren dan warmgestoo­kt en fruit hadden ze toch genoeg over uit de boomgaard. Of ze maakten er rijst-, crème- of knobbelkes­vlaai van.”

Die taarten deden het dus goed bij onze grootouder­s, wat scoort vandaag vooral? “Eigenlijk is dat niet zo veel veranderd. Kersenvlaa­i is een van de beste verkopers. Hier in Tongeren willen ze dat nog echt met de pit erin om te laten zien dat het verse kersen zijn. Rijsttaart en knobbelkes­vlaai worden dan weer meer gekocht in de winter. Wel een groot verschil is de omvang van de taart: vroeger waren ze veel groter. Een vlaai moest zeker 30 centimeter zijn, nu zit je gemiddeld aan 24 centimeter doorsnee. Wel grappig: in Nederlands-Limburg zijn ze groot gebleven. Ondanks wat ze zeggen van de Hollanders”, lacht Kerkhofs. “Abrikozen, krieken en appel doen het hier het best. We maken onze vlaaien ook met echte boter: dat is beter voor de smaak én zo bewaart de vlaai langer. De vulling moet ook rijkelijk zijn voor een goede Limburgse vlaai: dun van leer, dik van smeer. En een goede tip voor de thuisbakke­r: gebruik een zwarte bakplaat, daarin kleurt uw deeg mooier dan in een lichte”, tipt Dominique Boonen.

Inspecteur­s op pad

Betekent de erkenning overigens dat een bakker buiten Limburg nooit meer een Limburgse vlaai mag verkopen? Kerkhofs: “Neen, ze moet alleen in Limburg gebakken zijn. Hij mag ze wel in de winkel aanbieden. Maar er wordt zeker op gecontrole­erd, de VLAM stuurt daarvoor inspecteur­s uit.”

 ??  ??
 ?? FOTO SERGE MINTEN ?? In de Hasseltse Hotelschoo­l komen deze pareltjes vier van de vijf dagen uit de lesovens.
FOTO SERGE MINTEN In de Hasseltse Hotelschoo­l komen deze pareltjes vier van de vijf dagen uit de lesovens.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium