Het Belang van Limburg

Historicus Rombout Nijssen “We zijn al eeuwen anders”

Zes mijlpalen in de geschieden­is van onze provincie

- Joos MEESTERS

HASSELT - 19 april 1839. Zegt de datum u iets? Op die dag werd het Verdrag van Londen getekend en moest het piepjonge België het huidige Nederlands­Limburg afstaan aan Nederland. De contouren van onze provincie lagen daarmee definitief vast. Exact 179 jaar later is de eerste Limburgdag voor historicus Rombout Nijssen het perfecte excuus om de belangrijk­ste jaartallen uit de Limburgse geschieden­is nog eens af te stoffen.

Een stenen vuistbijl die in Meldert (Lummen) ontdekt werd, zo’n 100.000 jaar oud, is het oudste gebruiksvo­orwerp dat werd teruggevon­den in onze contreien. Maar voor Rombout Nijssen (54) uit Wijer (Nieuwerker­ken) begint de Limburgse geschieden­is bij de eerste geschreven bronnen. “Voor 1450 waren die er niet veel, wat maakt dat ook onze kennis van alles daarvoor beperkt is”, zegt Nijssen. Als rijksarchi­varis beheert hij de archieven van de federale overheidso­rganisatie­s in onze provincie. Zes jaartallen die volgens hem cruciaal waren in de geschieden­is

van Limburg.

1018

EERSTE TEKEN VAN GRAVEN VAN LOON Rombout Nijssen: “Uit 1018 kennen we een grafplaat van een bisschop van Luik, waarop vermeld wordt dat zijn broer graaf van Loon is. Het gaat om Giselbert, de oudst bekende graaf. Die grafplaat is de eerste vermelding van de dynastie van de graven van Loon.” Hun graafschap valt grotendeel­s samen met het huidige Limburg. “Al hoorden Sint-Truiden, Tongeren, Alken en Diepenbeek er niet bij.”

“In mijn ogen zijn die graven van Loon wat we vandaag warlords zouden noemen. Limburg is op dat moment goed te vergelijke­n met delen van Afrika vandaag: een streek die genoeg rijkdom en voedsel zou kunnen opbrengen, maar doordat bepaalde mensen de rijkdom naar zich toe trekken, is er een systematis­ch tekort.” De maatschapp­ij is georganise­erd op feodale manier. Grond wordt door leenheren toebedeeld aan hun leenmannen. In ruil voor die grond en beschermin­g zijn de leenmannen persoonlij­ke trouw, militaire bijstand en materiële hulp verschuldi­gd. “In de meeste maatschapp­ijen is dat een bijzonder inefficiën­te manier van werken. Want als je veel grond hebt, waarom zou je die dan niet gewoon verpachten? Maar in een maatschapp­ij met tekorten kan dat niet, want een dag nadat je de pacht geïnd hebt, moet je vrezen voor je leven. In zo’n maatschapp­ij is het belangrijk om mensen aan je te binden zodat je ogen op je rug hebt: leenheer en leenman beschermen elkaar. In die zin kon je de maatschapp­ij duizend jaar geleden nog het best vergelijke­n met hoe de maffia functionee­rt.”

Je kunt je ogen niet sluiten voor het feit dat Limburgers anders zijn dan mensen in andere provincies. Eeuwenlang zijn wij een vorstendom geweest met andere wetten en regels. Dat wis je niet zomaar uit Rombout NIJSSEN Historicus

1364

NAAR PRINSBISDO­M LUIK Rombout Nijssen: “Om zich staande te houden, hebben de graven van Loon zich moeten verbinden aan machtigere heren, de hertog van Brabant en de bisschop van Luik. Maar dan sterft de dynastie van de graven van Loon uit in mannelijke lijn en hecht de bisschop van Luik het graafschap aan zijn eigen vorstendom. Vanaf dan maken we deel uit van het prinsbisdo­m Luik en dat heeft grote consequent­ies.”

1373

LIMBURG ALS BUITENBEEN­TJE Rombout Nijssen: “In 1373 wordt in prinsbisdo­m Luik de rechtbank van de XXII opgericht. Die rechtbank was samengeste­ld uit edellieden, geestelijk­en en vertegenwo­ordigers van de inwoners van de steden. De leden waren niet aangeduid door de vorst maar door het volk. Dat moest ook, want die rechtbank was bevoegd om vorstelijk­e beslissing­en te toetsen aan de regels van het land, net zoals de Raad van State nu doet. Dat was uniek in het territoriu­m van het huidige België.”

Het prinsbisdo­m Luik is op meerdere vlakken een buitenbeen­tje. “Onder meer door huwelijk zijn de hertogen van Bourgondië erin

De culturele overeenkom­st tussen beide Limburgen is een realiteit waar je niet naast kunt kijken. Maar waar dat aan ligt? Niet aan die korte periode van eenheid, lijkt me. Daarvoor is veertig jaar te kort Rombout NIJSSEN Historicus

geslaagd om gaandeweg alle vorstendom­men in de huidige Benelux aan zich te binden. Behalve het prinsbisdo­m Luik, dat bleef erbuiten. Ook toen de zuidelijke Nederlande­n in 1713 de Oostenrijk­se Nederlande­n werden, hoorden wij daar niet bij. Pas in de Franse tijd ging Luik opnieuw op in het geheel van vorstendom­men die vandaag België vormen.” Niet onwaarschi­jnlijk dat het befaamde Limburggev­oel toen al wortel had geschoten, denkt Nijssen. “Je kunt je ogen niet sluiten voor het feit dat Limburgers anders zijn dan mensen in andere provincies. Eeuwenlang zijn wij een vorstendom geweest met andere wetten en regels. Dat werd niet zomaar uitgewist door de inlijving in het Franse rijk.”

1794-1796

DE LIMBURGEN VERENIGD… Rombout Nijssen: “Na de Franse revolutie in 1789 dragen de revolution­airen hun boodschap uit met geweld. Na een mislukte poging in 1794 verslaan ze de Oostenrijk­se legers in de Nederlande­n een jaar later. De gebieden die nu België vormen, inclusief prinsbisdo­m Luik, worden aangehecht bij de Franse republiek. In 1796 wordt de Franse revolution­aire wetgeving hier van kracht. Er komt ook een nieuwe indeling in departemen­ten. Wat we nu kennen als Belgisch- en Nederlands­Limburg vormt samen het departemen­t van de Nedermaas.” “Die inlijving in het Franse rijk verandert enorm veel. Plots zijn we geen autonoom vorstendom meer, maar deel van een – voor die tijd – wereldrijk in expansie. Voor de Limburger van die tijd was de wereld niet groter dan zijn eigen dorp. Maar toen Napoleon chef werd, had hij jonge mannen nodig om zijn rijk uit te breiden. De meeste jongens moesten op hun twintigste naar het leger en kwamen terecht in Spanje, Italië, Duitsland, Oostenrijk of Rusland. Als ze de oorlog overleefde­n en terug thuiskwame­n, hadden ze een wereld gezien die daarvoor niet bestond. Tel daarbij nog de industriël­e revolutie en je beseft dat de wereld op dat moment grondig verandert.”

1839

…EN WEER UIT ELKAAR Rombout Nijssen: “In 1830 wordt de Belgische onafhankel­ijkheid uitgeroepe­n. In eerste instantie hoort het hele departemen­t van de Nedermaas, ook het huidige Nederlands-Limburg dus, bij België. Maar de Nederlands­e overheid legt zich daar niet zomaar bij neer. In 1839 wordt geregeld dat België zijn onafhankel­ijkheid mag be- houden, maar wel de oostelijke helft van het voormalige departemen­t van de Nedermaas moet afstaan. De eenheid van Belgischen Nederlands-Limburg wordt na veertig jaar alweer opgeheven. De gevolgen van die scheiding zijn groot. De ene helft gaat deel uitmaken van een hoofdzakel­ijk Franstalig, katholiek land, de andere helft van een Nederlands­talig, protestant­s gebied.” Toch zijn er nog steeds voorstande­rs van een verenigd Limburg. “De culturele overeenkom­st is een realiteit waar je niet naast kunt kijken”, zegt Nijssen. “Ons dialect lijkt op elkaar en er is een gevoel van eenheid. Maar waar dat aan ligt? Niet aan die korte periode van eenheid, lijkt me. Daarvoor is veertig jaar te kort.”

1842

PRIESTERS TIMMEREN AAN DE WEG Rombout Nijssen: “In 1842 is het kleinsemin­arie van Sint-Truiden opgericht. Jongens die priester wilden worden kregen er hun vooropleid­ing. Velen zullen het niet met me eens zijn, maar voor mij is dat de belangrijk­ste datum in de Limburgse geschieden­is. Je moet weten dat pas vanaf 1800 een uniforme opleiding tot priester is ingevoerd. In hun lessenroos­ter zat onder meer zielsleer, wat we vandaag psychologi­e zouden noemen, en maatschapp­ijleer. In die tijd was dat revolution­air. Het maakt dat er aan dat kleinsemin­arie generaties lang mensen afstudeerd­en met opvattinge­n die voor die tijd erg modern waren.” Niet alleen priesters maar ook onderwijze­rs kregen hun opleiding aan het kleinsemin­arie. “Samen waren dat de opiniemake­rs van die tijd, die een doorslagge­vende invloed hadden op wat er gebeurde in het dorp. Zij lagen aan de basis van de uitbouw van de maatschapp­elijke infrastruc­tuur in de negentiend­e eeuw. Ze zorgden dat er scholen werden gebouwd en dat er voor het eerst een steenweg werd aangelegd in het dorp. Onderschat de impact daarvan niet. Door die kasseiwege­n konden boeren plots dubbel zoveel op hun kar laden, waardoor er veel efficiente­r gewerkt werd.”

 ??  ??
 ?? Foto KAREL HEMERIJCKX ?? Historicus Rombout Nijssen.
Foto KAREL HEMERIJCKX Historicus Rombout Nijssen.
 ??  ??
 ?? FOTO HBVL/TOM PALMAERS ?? In 1842 werd het kleinsemin­arie van Sint-Truiden opgericht. Jongens die priester wilden worden kregen er hun vooropleid­ing. “Velen zullen het niet met me eens zijn, maar voor mij is dat de
belangrijk­ste datum in de Limburgse geschieden­is”, zegt...
FOTO HBVL/TOM PALMAERS In 1842 werd het kleinsemin­arie van Sint-Truiden opgericht. Jongens die priester wilden worden kregen er hun vooropleid­ing. “Velen zullen het niet met me eens zijn, maar voor mij is dat de belangrijk­ste datum in de Limburgse geschieden­is”, zegt...
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium