Terreurproces tegen Tsjetsjeense weduwe uit Dilsen van start
Parket: “Wilde zich in Syrië bij IS aansluiten”
DILSEN-STOKKEM/GENT - Een 47-jarige vrouw uit Dilsen-Stokkem verschijnt vandaag voor de correctionele rechtbank in Gent op beschuldiging van poging tot deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Madinat D., van Tsjetsjeense origine, zou naar Syrië hebben willen reizen om er zich aan te sluiten bij de terroristen van IS.
Madinat D. verblijft al sinds 2008 in ons land en heeft ook de Belgische nationaliteit. Na de moord op haar man ontvluchtte ze met haar twee kinderen haar thuisland Tsjetsjenië. Ze kwam in Dilsen-Stokkem terecht.
Onderschept in Turkije
Volgens het federale parket wilde de vrouw eind 2014 samen met een kennis, de eveneens Tsjetsjeense Petimat A. uit Gent, naar Syrië afreizen om er zich aan te sluiten bij terreurgroep IS. De vrouwen werden echter onderschept aan de grensovergang tussen Syrië en Turkije, samen met nog heel wat anderen. Madinat D. werd in de boeien geslagen en belandde in een Turkse gevangenis. Later werd ze overgebracht naar Duitsland en vandaaruit gerepatrieerd naar ons land.
In de zaak werd ook onderzoek gevoerd naar medeverdachten in Noorwegen, Duitsland, Spanje en Turkije. Een van de mensen die samen met D. werden onderschept, is inmiddels in Spanje veroordeeld tot vijf jaar effectief. Jan Keulen, de raadsman van Madinat D.: “Mijn cliënte ontkent dat ze van plan was naar Syrië af te reizen. Maandag ontving ik pas het bericht van het federale parket dat ze gedagvaard was. Ik kan in- houdelijk dan ook niet ingaan op de zaak. Wij zullen op de zitting onmiddellijk om uitstel vragen, zodat het dossier op een latere datum behandeld kan worden.”
Zwarte weduwen
Tijdens het proces moet blijken in welke mate de Dilsense vrouw geradicaliseerd is. Mogelijk heeft ze zich laten inspireren door de Zwarte Weduwen, een groep Tsjetsjeense vrouwen die sinds 2000 al meer dan dertig zelfmoordaanslagen hebben gepleegd in hun thuisland en in Rusland. Deze verbitterde, getraumatiseerde weduwen nemen wraak voor het verlies van hun man in de Tsjetsjeense oorlogen door zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie. Ze zouden daarbij gemotiveerd zijn door jihadistische ideologieën en verlangen naar het martelaarschap.