Driekwart staat achter videoref
Ex-topref Serge Gumienny analyseert de resultaten van enquête op onze website
De videoref kan rekenen op de steun van de voetbalfans, zeven op de tien vinden zelfs dat de scheidsrechters in het busje altijd en overal moeten ingrijpen. Dat blijkt uit de resultaten van een enquête op www.hbvl.be. “Ik vrees dat zo’n systeem het spel nodeloos zal vertragen”, zegt huisanalist Serge Gumienny. Misschien kan de videoref nog wat extra expertise gebruiken? Van een ex-profvoetballer, bijvoorbeeld? “Geert De Vlieger zou ik wel in mijn team willen.”
videoref stond de voorbije maanden in het oog van de storm, maar toch is driekwart van de surfers op www.hbvl.be voorstander van het systeem. “Dat verbaast mij niet”, zegt huisanalist en extopref Serge Gumienny. “Ik denk dat de mensen heel hard geroepen hebben om het in te voeren. Er waren wat kinderziektes, maar de laatste maanden gaat het beter. We kunnen grote fouten, bijvoorbeeld schwalbes waarvoor een penalty wordt gefloten, herroepen dankzij de videoref en dat is ook de bedoeling ervan.” Driekwart van de voetbalfans vindt zelfs dat de videoref altijd het laatste woord moet hebben, maar dat vindt Gumienny geen goed idee. “Ik zie niet in waarom iemand op een externe plaats de verantwoordelijk moet hebben, als de scheidsrechter zelf de beelden kan bekijken. Ik vind wel dat de scheidsrechter en de videorefs altijd hetzelfde team moeten vormen, zodat ze beter op elkaar ingewerkt raken. Zo ontstaat er een vertrouwensband tussen de twee en vermijd je dat de ref onnodig naar de beelden gaat kijken. In belangrijke fases of als de ‘gewone’ ref twijfelt, kan hij de beelden erbij nemen. Hij heeft dan de eindverantwoordelijkheid.”
VAR moet overal ingrijpen
De scheidsrechters in het befaamde busje mogen maar in een beDe perkt aantal fases van zich laten horen. Meer dan zeventig procent van onze lezers wil dat systeem overboord gooien en de videoref altijd en overal laten ingrijpen. “Dat gaat het spel nodeloos vertragen”, vreest Gumienny. “We moeten dan een klok installeren zoals in het basketbal en dan zullen we geen negentig minuten meer voetballen.”
Om te vermijden dat het spel te vaak stilligt, zouden de ploegen ook zelf kunnen beslissen wanneer de VAR tussenbeide komt. Elke trainer zou dan een beperkt aantal keer aan de ref vragen om de beelden te bekijken. Een idee dat zowat twee derde van de lezers genegen is en ook bijval geniet van onze analist. “Ik zou kiezen voor één van de twee systemen”, zegt Gumienny. “Ofwel zetten we een adviseur in het busje of we laten elke trainer drie keer per helft zelf de videoref inroepen. Als je de twee combineert, dan geeft de trainer eigenlijk aan dat de onafhankelijke VAR zijn werk niet doet. Dat zal nog meer discussie geven.” Zal dit systeem niet misbruikt worden? Nu zien we al te vaak trainers in de slotminuut nog spelers vervangen om tijd te rekken. “Zoals nu vastligt wanneer de VAR mag tussenkomen, zou je dat ook voor de trainers kunnen doen. Zo vermijden we dat de calls op het einde voor van alles en nog wat gebruikt worden.”
Voetballers in het busje
Misschien kunnen de scheidsrechters nog wat extra expertise gebruiken. Wat als ook ex-profvoetballers ingezet zouden worden als videoref ? Bij de lezers zijn de meningen verdeeld, maar Gumienny vindt het nog niet zo’n gek idee. “Ze hebben heel veel ervaring en waarschijnlijk analyseerden ze al wedstrijden op basis van beelden. Het kan wel niet de bedoeling zijn dat de ene speler bepaalde fouten heel strikt beoordeelt en een ander niet. Maar als ik als arbiter een vertrouwensband zou hebben met een ex-speler en die in mijn team zou kunnen opnemen, dan zou ik mij wel gesterkt voelen.”
Gumienny heeft zelfs al iemand in gedachten. “Als ik nu de analyses en de commentaren van Geert De Vlieger lees, dan zou ik hem wel in mijn team willen om naar de beelden te kijken.”
Als ik nu de analyses van Geert De Vlieger lees, dan zou ik hem wel in mijn team willen om naar de beelden te kijken
Serge GUMIENNY
Hogere vergoeding
Anderhalf jaar geleden zag de Pro League de beloftenteams als ideale kweekvijver voor nieuwe scheidsrechters. Jonge spelers, die tekortkomen voor de top, zouden omgeschoold worden. “Dat idee komt uit Nederland”, weet Gumienny. “Die spelers verdienen net onder de top nog meer dan bij de arbitrage. Dat speelt ook een grote rol.” De meerderheid van de surfers vindt dat de videoref evenveel moet verdienen als de scheidsrechter op het veld, maar onze huisanalist ziet dan anders. “Aangezien ik vind dat het laatste woord voor de arbiter op het terrein blijft, mag die van mij ook een hogere vergoeding krijgen. (er wordt gesproken over een verhoging van 80 naar 350 euro, een gewone ref verdient 1.900 euro per wedstrijd, nvdr) Het is belangrijk dat er geïnvesteerd wordt in opleiding. Als je er echte teams wil van maken, moeten de videorefs ook op weekdagen trainen. Als je dat van hen verwacht, moet je die refs daarvoor ook beter vergoeden.”