“Koppig, met af en toe wat hoerenchance”
Per 1 mei is hij écht weg. Collega Roger Huisman, jarenlang een van de signaturen in deze krant, journalist, editorialist, verpersoonlijking van het oude huismotto: Limburger en wereldburger. Tijd voor een terugblik, thuis in Runkst, in de woonkamer waar boven de schoorsteenmantel werk van een ver familielid prijkt: een typisch voorbeeld van het sjofele realisme van de Friese kunstenaar Jopie Huisman - want voor ons zit tenminste toch een kwart Fries.
Beginnen bij het begin, Roger: hoe vanzelfsprekend is het dat je in dit vak beland bent?
“Ik heb altijd graag geschreven. Ik had economie gestudeerd en gaf les - niet echt mijn roeping. Najaar 1986 ben ik begonnen als freelancer op de cultuurredactie van de krant. We maakten een wekelijkse cultuurpagina ‘Cultuur op Zak’ en pochten dat daar de goeie verkoopcijfers op maandag aan te danken waren. De krant stond open voor wat er in de wereld gebeurde. We trokken met een heel gezelschap naar de Buchmesse in Frankfurt, waar ik onder andere
Nadine Gordimer (de Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnares literatuur, nvdr) en
Dany Cohn-Bendit (de Mei-68-veteraan en
Europese groene, nvdr) interviewde.” “In 1988 kon ik dan in vaste dienst beginnen op de redactie Economie. Dat was een plezante tijd waarin mijn studie-achtergrond plots erg goed van pas kwam. Het was ook erg boeiend. Zo volgde ik in dat eerste jaar de overnamestrijd rond de Generale Maatschappij. Je kon hoofdrolspelers als Maurice Lippens en Etienne Davignon toen nog te spreken krijgen. Met Davignon was er wel een klein probleem. Die altijd even hoffelijke man stond erop je in het Nederlands te woord te staan. Maar eerlijk gezegd verstond ik zijn Frans veel beter. Eén keer stal ik de show voor het front van de collega’s toen Carlo De Benedetti, de Italiaanse topindustrieel die begin dat jaar de overnamestrijd ontketend had, mij een hand toestak. Dat kwam doordat ik toevallig in zijn weg stond toen hij het Generalegebouw aan de Koningstraat wilde binnengaan. Maar het maakte indruk…”
In jouw tijd op de economieredactie viel ook de periode dat de steenkoolmijnen definitief sloten.
“Ik heb toen samen met huidig hoofdredacteur Ivo Vandekerckhove Thyl Geyselinck, de manager die KS dicht heeft gedaan, geïnterviewd. Geyselinck had zijn visie in het lang en het breed uitgelegd, waardoor we hopeloos te laat waren. Terwijl ik de tekst uittikte, stond Ivo naast me een woeste toenmalige hoofdredacteur Luc Van Loon letterlijk aan de lijn te houden. De eerste editie is de volgende dag niet verschenen.”
“Het was ook echt een periode van nieuws jagen. Ik herinner me een zomerse komkommertijd zonder nieuws. Maar het was wel de periode waarin het ene na het andere Belgische bedrijf naar de beurs trok. En dus keken we naar de lijst van ambitieuze Limburgse groeiers. We kwamen uit bij het toenmalige zinkimperium Zincpower van de gebroeders Bleyen. Op goed geluk belde ik met Jean-Pierre Bleyen: ik hoor dat jullie naar de beurs willen? Hoe weet jij in godsnaam dat dat het geval is?, was zijn reactie.
Het was raak!”
“Er was in die jaren ook het faillissement van matrassenfabrikant Velda. We wisten dat het bedrijf op kapseizen stond en ik had heel de dag geprobeerd topman Valère Veldeman aan de lijn te krijgen. In de avond kreeg ik telefoon van onze uitgeefster, mevrouw Baert. Ze excuseerde zich uitvoerig en vroeg hoe het met de zaak stond. Ik legde
het uit. Veldeman had zich blijkbaar bij haar beklaagd. Maar je mag hem nu bellen, voegde mevrouw Baert er aan toe. Bleek dat hij het verhaal uit de krant wilde houden: Denk aan die 800 huisgezinnen, meneer
Huisman! We hebben dat niet gedaan: Veldeman had honderden miljoenen franken subsidie gekregen voor productontwikkeling, maar die productie naar Nederland en Frankrijk gebracht. De winst bleef ook daar - en Velda België ging op de fles. Ik vond dat onze uitgeefster zich toen zeer correct gedroeg. Ze drukte me ook op het hart te doen wat ik juist achtte.”
“Het was een mooie, drukke tijd. Er was camaraderie onder de collega’s terwijl we altijd op scoops aan het jagen waren. Ik ben nog altijd trots dat ik als eerste uitbracht dat de banken bezig waren met het tariferen van hun diensten. Op een persconferentie bij het Gemeentekrediet hingen de collega’s aan de lippen van de topman, terwijl ik bij de nummer twee mijn licht opstak. Bleek dat de bank bezig was de kosten van verrichtingen uit te rekenen om die aan hun klanten door te rekenen.”
Toch ben je in 1991 overgegaan naar de redactie Buitenland.
“Ik had met mijn dossier rond de toenmalige Limburgse Investeringsmaatschappij op nogal wat zere tenen getrapt. Er klonken verwijten van nestbevuiling. Een goeie vriend uit het ondernemersmilieu zei me: Ze
zijn allemaal kwaad op u. Een topindustrieel uit de provincie zei vlakaf: U moet schrijven wat wij zeggen dat u moet schrijven.”
“Dat LIM-dossier was een kwestie van koppig volhouden - en van af en toe wat hoerenchance. Maar vooral van hard werken op de cijfers om te zien wat er achter stak. En alles stond toen nog op papier. Maar het was de stress en de late uren meer dan waard. Ik blijf er bij dat het aanpakken van de knoeiers, de fraudeurs, een dienst is aan de bona fide-ondernemers.”
En toen dus de buitenlandredactie..
“Maar ook daar volgde ik meer het economie-achtig
nieuws. Zo was er het Europese onderzoek naar het monopolie van Microsoft. Ik had gelezen dat er in de VS al een dergelijk onderzoek aan de gang was. Logische vraag: wat doet Europa? Bij consumentenkoepel Beuc wisten ze nog van niks. Maar toenmalig commissaris voor Mededinging Karel Van Miert - een fantastische man - bevestigde dat er ook een Europees dossier geopend was. En een paar dagen later stond in de Washington Post en de Financial Times: Belgian daily Het Belang van
Limburg…”
“Zo hadden we dankzij Van Miert ook de primeur van het Europese onderzoek naar de monopoliepositie van de Formule 1. Wat de reactie van Bernie Ecclestone was, heb ik nooit vernomen. Wel dat onze eigen Willy Claes not pleased was toen we - ook alweer in komkommertijd - uitbrachten dat hij op weg was om secretaris-generaal van de NAVO te worden. Ik had toevallig iets gehoord, er zat zelfs een loslippige secretaresse in het spel. Ik kreeg onverhoopt bevestiging van een medewerker van Claes - die zelf zijn kandidatuur liever stil had gehouden.”
Op de buitenlandredactie ging je vooral ook de Amerikaanse politiek volgen. De Verenigde Staten zijn een van je journalistieke liefdes?
“Er was altijd al een grote affiniteit met de populaire cultuur. Ik ben vooral een grote Springsteen-fan: het Amerika dat hij bezingt, van de kleine man, de blue collar workers, daar kon ik mij mee identificeren. Ik was ook benieuwd naar de roots van het immense land. In 1992 - 500 jaar na Columbus’ aankomst - kon ik voor de krant vier weken op reportage, op zoek naar wat er nog over was van de cultuur van de native
Americans . Tijdens die reportagebezoeken aan de Navajo en de Apaches in Arizona ontstond een passie voor dat Amerika van het Wilde Westen - de geschiedenis, de mythologie, de geschiedvervalsing. Ik maakte er ook intrigerende dingen mee zoals een Navajo-ritueel in een tipi, waarbij peyote rondging, een hallucinogeen op basis van cactusextract. Ik ben er stilletjes van ingedut… Niet het wakkerste moment uit mijn carrière.”
Je bent bij alle presidentsverkiezingscampagnes in de Verenigde Staten geweest.
“Het zijn vandaag de dag niet alleen meer ‘hun’ verkiezingen. Ook wij voelen ons betrokken bij de keuze van de Amerikanen - denk maar aan de schok deze keer toen bleek dat Donald Trump verkozen was.”
“De eerste keer dat ik verslag uitbracht van een presidentiële race was in 1996, toen president Clinton herkozen is. Ik ging nooit naar de partijconventies maar trok ‘de boer op’ voor reportages over en gesprekken met ‘gewone’ Amerikanen - van wie altijd ook wel een aantal mensen uit de directe omgeving van de presidentskandidaten, geen campagnefiguren maar oude vrienden of familie. Ik herinner me de zus van John McCain, mislukt Republikeins kandidaat in 2008. Ze lag in ruzie met haar broer over een erfenis en kondigde koud aan voor Obama te stemmen. In 1996 was ik ook al in Arkansas geweest, op zoek naar de lokale roots van Bill Clinton. Je hebt dan de achtergrond gezien, het milieu en het landschap die de politicus mede gevormd hebben - en dat geeft, bij die overweldigende beeldvorming, dan toch een ander, intiemer inzicht in wie hij echt is.”
Je hebt je taak als ‘buitenlander’ aangevangen begin jaren negentig, toen het er naar uitzag dat er reden tot optimisme was voor de wereld…
“Er was toen inderdaad sprake van een vredesdividend - de miljardenbesparing op de wapenwedloop die we met een gerust gemoed konden innen nu de Muur gevallen was en wij in het Westen de Koude Oorlog definitief gewonnen hadden. Er was zelfs sprake van ‘het einde van de geschiedenis’. Maar de waan was van korte duur. 1990-91 was de tijd van de eerste Golfoorlog, nadat Irak Koeweit was binnengevallen. Een nieuwe tv-oorlog, met de doorbraak van CNN. We zaten zonder het te beseffen in de nieuwscyclus zonder onderbreking - 7 op 7, 24 uur op 24 uur. De nieuwe conflicten waren plots permanent op de buis. Ik herinner me dat die beelden van vallende bommen bij de mensen aanvankelijk een gevoel van angst veroorzaakten, maar vervolgens al even voorspelbaar gewenning. Ook gruwelijke beelden uit Syrië maken vandaag niet lang indruk. Ze stemmen mensen ook niet meer begripvol voor het lot van de vluchtelingen in ons midden. Voor slepende, bloedige conflicten zoals in Congo is zelfs nauwelijks aandacht.”
Later ben je zelf Congo gaan volgen. Dat tragische land is misschien wel je echte passie geworden.
“In ieder geval is het een land waarvan ik vandaag zeg: ook na het zoveel jaren intensief opgevolgd en redelijk vaak bereisd te hebben, besef ik dat ik er nauwelijks iets van afweet. Ik begin nu pas iets te beseffen van zijn ware diversiteit, zijn complexiteit. Het is dan ook treurig te moeten vaststellen dat er internationaal veel te weinig ‘geweten’ is over wat er in dat land gebeurd is en gebeurt. Zijn er de laatste decennia vier of vijf miljoen slachtoffers gevallen? Hoeveel miljoenen mensen zijn op de vlucht gedreven, omgekomen door de gevolgen van de con-
“De eerste Golfoorlog betekende de doorbraak van CNN. Plots zaten we zonder het te beseffen in de nieuwscyclus zonder onderbreking - 7 op 7, 24 uur op 24 uur”
“Onze eigen Willy Claes was not pleased toen we in volle komkommertijd uitbrachten dat hij op weg was secretaris-generaal van de NAVO te worden” Roger Huisman
flicten: ziekte, hongersnood, uitputting? We hebben in dit land een verpletterende verantwoordelijkheid ten opzicht van Congo. Het is een special relationship waar we niet onderuit kunnen. Maar ik moet zeggen dat de meeste Belgische politici met wie ik als journalist te maken had, zich ook niet aan die verantwoordelijkheid onttrokken hebben. Dat gold de voorbije jaren zeker voor Didier Reynders of Alexander Decroo. In de tragikomedie die president Kabila sinds 2016 rond het uitstel van de presidentsverkiezingen opvoert, hebben ze de goede toon aangeslagen en binnen Europa het voortouw genomen. Terwijl andere EU-landen - Frankrijk, Spanje - een dubbelzinnige rol speelden en wereldmachten - ik denk dan aan China - enkel het eigenbelang behartigden.”
Congo is voor jou ook een zaak van persoonlijke ontmoetingen, er is emotie in het spel.
“Ik heb er inderdaad fantastische mensen leren kennen. Activisten die hun leven op het spel zetten en het soms ook verloren. Ik denk hier speciaal aan de onvergetelijke Floribert Chebeya. Een bescheiden, stille man, niet het prototype van de opposant, die, als hij in Brussel was, ook altijd contact opnam om bij te praten. We hadden zo’n afspraak lopen toen op een avond in juni 2010 het bericht kwam dat hij vermoord was aangetroffen in Kinshasa.” “Er waren meer harde momenten. Ik herinner me een bezoek aan Oost-Congo. Argeloos binnengaan in een hut - mensen geschaard rond een tafel waarop een kindje ligt. Een dood kind.”
Over Afrika was een jaar of tien terug plots een stemming van voorzichtig optimisme. Daar is niet veel meer van over.
“Met het hart van Afrika gaat het deprimerend slecht: beterschap is niet in zicht. Dat geldt voor het Oeganda van Museveni - ook al meer dan dertig jaar aan de macht, voor de Centraal-Afrikaanse Republiek en voor Congo. Maar het is niet alles complete uitzichtloosheid. Recent was er de regimewisseling in Zimbabwe en de val van Zuma in Zuid-Afrika. Al is het ook in die twee landen afwachten hoe de zaken zich ontwikkelen.”
“Heel Afrika staat voor een gigantische uitdaging waar wij in Europa nu al de gevolgen van voelen: de enorme demografische ontwikkeling die letterlijk een bevolkingsexplosie kan genoemd worden. Ook in een relatief goed draaiend land als Ethiopië, waar er economische groei is en een stabiele maatschappelijke structuur, vinden jonge mensen geen werk en dus toekomst. Over het hele continent gaat het om miljoenen. Wat bezielt de vluchtelingen die de levensgevaarlijke oversteek naar Europa wagen anders dan de uitzichtloosheid van de situatie in hun land van herkomst?” “Dat brengt me bij de tweede grote uitdaging voor onze tijd: de noodzaak van een rechtvaardiger verdeling van welvaart en rijkdom. De concentratie daarvan in een steeds kleinere groep kan niet zonder gevolgen blijven.”
Een andere grote uitdaging die je altijd onder de aandacht hebt gebracht, is de klimaatverandering.
“Die journalistieke belangstelling heeft ook te maken met deze krant en haar recente geschiedenis. Bij de verdediging van het Limburgse milieu liepen we dankzij de inzet van collega’s vaak voorop. Ik vond dat we trouw moesten blijven aan onze beste tradities. Precies omdat het, meer dan om wat bomen, om ons overleven gaat. En nu is er de uitdaging waarbij de planeet op het spel staat. Klimaatverandering is een zekerheid, alleen door collectief optreden als internationale gemeenschap kunnen we catastrofale gevolgen afwenden. Wat als grote delen van Afrika over enkele decennia onleefbaar worden? Hoe gaan we dan de grenzen sluiten? We hebben meer dan ooit nood aan samenwerking, het plannen van onze gezamenlijke toekomst. En juist nu zie je dat landen zich daaraan willen onttrekken - met als treurig dieptepunt de beslissing van president Trump om de Verenigde Staten terug te trekken uit het Parijse klimaatakkoord.”
Over Trump hadden we het nog niet gehad...
“Tja, dat was inderdaad van alle Amerikaanse verkiezingsnachten de meest absurde. Er valt schrale troost te putten uit het feit dat Trump met de stemmen van nog geen kwart van de Amerikanen verkozen werd. Zelfs de 26 procent haalt hij niet, als je de opkomst meerekent - zoals bekend had hij ook miljoenen stemmen minder dan zijn rivale Clinton. Belangrijk is dat de Amerikaanse instellingen en met name de pers - zich weerbaar tonen. Trump mag dan wel fake news tweeten, de grote nieuwsorganisaties doen hun werk. Er is verzet van jongeren tegen de macht van de wapenlobby. En straks kan de kiezer weer zijn stem laten klinken. En zo blijft nieuws verslaan wat het altijd geweest is. Wij journalisten schrijven het eerste kladje van de geschiedenis.”