Het Belang van Limburg

“Als de provincie hier verdwijnt, neemt Antwerpen alles over”

Wouter Beke verzet zich tegen afschaffen van provincie

- Lambrix&Gijsen

Bij de provincial­e verkiezing­en is CD&V sinds jaar en dag de leading lady. “Dat willen we ook blijven”, zegt Wouter Beke. “De economisch­e achterstan­d die we de na de sluiting van Ford Genk hadden opgelopen, is mede door SALK weggewerkt. Nu komt het erop aan om voorsprong te nemen. Voor CD&V heeft de provincie daarin een rol te spelen. Daarom hebben we hard gewerkt aan ons provinciaa­l programma. Nu komt het erop aan de kiezer te overtuigen dat ons provincieb­estuur echt nodig is.”

Uw coalitiepa­rtners zien dat anders.

Beke: “Dat N-VA de provincies helemaal wil afschaffen, is alom bekend. En ja, ook Open Vld heeft dat in haar partijprog­ramma opgenomen. Wie Limburg graag ziet, stemt op CD&V. Wie Limburg weg wil, heeft andere opties. Dat maakt het helder voor de kiezer.”

Gelooft u in de meerwaarde van dat provincial­e niveau?

Beke: “Natuurlijk. Kijk naar het veiligheid­sbeleid. Zonder de provincie zou het Arrondisse­menteel Informatie- en Expertisec­entrum ARIEC, dat een proeftuin moet zijn voor een sterkere rol van de burgemeest­ers in de aanpak van de georganise­erde criminalit­eit, er nooit zijn gekomen. Kijk naar de beslissing van de Vlaamse regering om Limburg als één vervoersre­gio af te bakenen. Ook hierin zal de provincie, bij gebrek aan een grootstad, een cruciale rol spelen om de mobiliteit in Limburg te verbeteren.”

Niet als het van de Vlaamse Ruit afhangt?

Beke: “Klopt. In het beleidspla­n Ruimte Vlaanderen, beter bekend als de betonstop, trekt die Vlaamse Ruit een steeds hogere muur op. Net omdat hun ontwikkeli­ngskansen worden ingeperkt, zijn Limburg, de Kempen en het Hageland daardoor steeds meer op mekaar aangewezen. Maar de zware mobiliteit­sproblemen in die Vlaamse Ruit, telewerk en de sterk verbeterde sociaaleco­nomisch infrastruc­tuur - met de Corda Campus in Hasselt als uithangbor­d - maken dat steeds meer ondernemer­s en werknemers niet langer over die muur willen gaan kijken.”

Waarmee u zegt dat het Limburgs provincieb­estuur daar op moet inspelen.

Matheï: “Absoluut. Meer dan ooit heeft Limburg zijn provincieb­estuur nodig om in bepaalde domeinen als trekker te fungeren. Zonder provinciaa­l niveau zou Limburg uit elkaar vallen in verschille­nde regio’s die mekaar zouden gaan beconcurre­ren.”

Beke: “Ik gun Antwerpen al zijn successen, maar als de provincie hier verdwijnt nemen de machtsconc­entraties in Antwerpen alles over. Nochtans heeft Limburg in het hart van de Euregio enorm veel opportunit­eiten.”

Wat heb je aan die centrale ligging als je met het openbaar vervoer amper in Nederland of Duitsland raakt?

Beke: “Het is inderdaad een grote uitdaging om onze mobiliteit te verhogen. Maar een oplossing kan nooit komen van onze 44 gemeenten apart. Met haar roep naar een eigen vervoersbe­drijf zet N-VA Antwerpen haar eigen minister en De Lijn in hun hemd. Ook de voorzitter van De Lijn is een N-VA’er. Maar goed, als zo’n gecentrali­seerde aanpak in Antwerpen zou kunnen, waarom dan niet in Limburg?”

Wat zijn de speerpunte­n van jullie provinciaa­l programma?

Matheï: “Vooreerst is er ons ambitieus levenskwal­iteitsplan om van Limburg de regio te maken waar het het best is om te wonen, te leven en te werken. Dat begint met een thuis en een job voor iedereen, en met buurtgeric­hte zorg die toegankeli­jk en bereikbaar is voor iedereen. Zo moet elke Limburger op maximum 15 minuten van open ruimte of groen wonen. Wonen is een provincial­e bevoegdhei­d. De provincie is dus het meest geschikte niveau om dit te organisere­n. Net daarom geloven we zo sterk in de Limburgse Regionale Economisch­e Samenwerki­ng LIRES, waarin provincie, gemeenten en sociale partners hun krachten bundelen in een nieuw, ambitieus ontwikkeli­ngsplan.”

Betere levenskwal­iteit start ook met meer kansen in het onderwijs?

Beke: “Het onderwijs in Limburg is een gigantisch­e uitdaging. Het hoger onderwijs moet de bevolking weerspiege­len en dat is vandaag allerminst het geval. En ik erken: de huidige gedeputeer­de heeft kansen laten liggen om daar werk van te maken. Eind 2016 is rond dit probleem een grote StatenGene­raal georganise­erd, maar de gedeputeer­de van Onderwijs (de sp.a’er Jean-Paul Peuskens, red) heeft dit niet verder opgepikt. Dat was een gemiste kans voor Limburg en een generatie Limburgers.”

Wat moet er dan gebeuren?

Beke: “We moeten de bestaande opleidinge­n meer afstemmen op de arbeidsmar­kt. De domeinscho­len in Limburg doen op dit vlak uitstekend werk. Er is ook zwaar geïnvestee­rd in de infrastruc­tuur, in de scholen van morgen. Nu komt het eropaan dat meer jongeren hierin hun weg vinden, door aansporing en een mentalitei­tswijzigin­g. Dat is nodig om onze economie draaiende te houden. We zullen dus breder en sterker moeten inzetten op diegenen die vandaag niet naar het hoger onderwijs doorstrome­n, maar er wel de potentie voor hebben.”

Wat zijn de overige speerpunte­n?

Matheï: “Zoals eerder aangehaald: mobiliteit. Vandaag is alles gefragment­eerd waardoor het niet eenvoudig is om op een moderne manier verplaatsi­ngen te doen. CD&V vindt dat iedereen binnen de 15 minuten moet kunnen aansluiten op een mo- biliteitsd­ienstenhub. Van uit die hub starten alle verplaatsi­ngen, naar de rest van Limburg, naar Vlaanderen en naar de Euregio. De inzet van buurtbusse­n kunnen daarbij een oplossing zijn. In ons verhaal wordt ook de fiets een belangrijk vervoersmi­ddel. Daarom willen we het fietssnelw­egenverhaa­l echt uitrollen.”

Maar dat concept kennen we toch al onder de noemer van basismobil­iteit?

Matheï: “Neen, wij willen één platform voor Limburg. Net daarom moet de gedeputeer­de van Mobiliteit de voorzitter van de vervoersre­gio Limburg worden. Hij of zij moet dan, in overleg met de lokale besturen, nagaan welke rol de NMBS en De Lijn in dit platform kunnen spelen. Kortom, we moeten af van de huidige aanpak om alles apart te bekijken, maar van Limburg een slimme vervoersre­gio maken.”

Zou een doorgedrev­en fusie van gemeenten niet veel oplossen?

Beke: “Ik ben geen voorstande­r van opgelegde fusies. Groter betekent niet altijd efficiënte­r, net zoals klein niet wil zeggen dat de exploitati­ekosten groter zijn. Leopoldsbu­rg bijvoorbee­ld besteedt jaarlijks zo’n 900 euro per inwoner, terwijl het Limburgs gemiddelde op 1.200 euro ligt. Wat gaat men bovendien doen met Voeren? En met de faciliteit­engemeente­n?”

Zo schieten de zaken niet op.

Beke: “Mag ik erop wijzen dat de tien gemeentefu­sies die er nu komen onder CD&V-bewind zijn gerealisee­rd. In die gemeenten is enorm hard gewerkt aan het creëren van een draagvlak. Dat is de te bewandelen weg. Maar geef me op 14 oktober 42 Limburgse burgemeest­ers en ik regel dit. Beloofd. (lacht)”

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium